Posts tonen met het label Albert Heijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Albert Heijn. Alle posts tonen

vrijdag 11 juli 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (14) | Riekske

Wat ook een eeuwigdurende bron van fascinatie blijft, is het dialect. Gedachtevorming over het dialect begint bij mij geregeld bij opgeraapte boodschappenbriefjes. Daarop tref ik wel eens woorden als appelsiene of petatte aan. Op het vorige week bij Albert Heijn in Horst opgeraapte briefje van pasfotoformaat ging mijn aandacht in eerste instantie uit naar het woord mettler. Nooit eerder gehoord of gelezen. Ineens viel me in dat het misschien hoorde bij garen kleur 1457 van de regel erboven. Googelen. En precies zo was het. Daarna viel mijn oog op snijworst. Vleesonnozel als ik ben, dacht ik dat elke worst snijworst is. Googelen. Niet dus: snijworst is een specifiek soort worst (dat ik graag aan me voorbij laat gaan).


Boven snijworst staat mik. Met mik heb ik van oudsher een problematische verhouding. Ik ben een native Horster dialectspreker. Mik is in het Nederlands een bepaald soort brood, maar in het Horster dialect staat mik als ik het wel heb voor brood in het algemeen. Net als wek. Terwijl ik ben grootgebracht met broëd. Dan komt mik er niet meer in. Onvolkomenheidje in mijn opvoeding, waarop ik voor de rest weinig heb aan te merken.


Ik besloot de onvolprezen Dialectatlas van het Nederlands uit 2011 er eens bij te pakken. Omdat ik dacht dat die een verspreidingskaart bevatte van dialectwoorden voor brood. Niet dus. Al bladerend bleef ik vervolgens hangen bij een kaart waarop de gangbare benamingen voor het woord vork in de Nederlandse en Vlaamse dialecten is weergegeven. Wat blijkt? In Noord-Limburg zou riekske de meest voorkomende benaming voor vork zijn. Riekske? Verket zal je bedoelen! Riekske (‘kleine riek’) is een prachtig, poëtisch woord, maar ik heb het nog nooit gehoord, ook niet als reekske, zoals het in het Horster dialect zou luiden. In de woordenboeken van het Horster, het Meerlo-Wanssums, het Venrays en het Venloos dialect kom ik riekske/reekske ook niet tegen in de betekenis van vork. Maar zie daar, Sevenum zou Sevenum niet zijn als het weer eens anders was. Uit het Sevenums woordenboek: Rikske  vork. “Met ’t riksken aete, Riekske, nit met ’t vuûsje.”’  


Om te verifiëren dat mik in het Nederlands inderdaad een bepaald soort brood is en niet brood in het algemeen, pakte ik de Van Dale erbij. Inderdaad: ‘Brood van fijn roggemeel.’ Andere betekenis van mik, volgens Van Dale: ‘Boomtak in de vorm van een tweetandige vork.’ Een verket? Een reek/riek(ske)? Nee, dat is dan weer een vörk in het Horster dialect. Enzovoort.

(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 18 maart 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (12)


Toen ik gisteren dit boodschappenbriefje aantrof in mijn AH-winkelkarretje beschouwde ik het aanvankelijk als een geschenk uit de hemel. Een dag eerder had ik me namelijk godsgruwelijk zitten te ergeren aan Ajax-AZ en dit briefje bood me een uitgelezen kans mijn gal te spuien. Want dat ‘Vak 211 rij 6 stoel 380 381’ kon toch niets anders betekenen dan dat de auteur van dit briefje twee kaartjes had weten te bemachtigen voor Ajax-AZ?


In mijn hoofd had ik de helft van het stukje al geschreven nog voordat ik het winkelkarretje weer had teruggezet in de winkelkarretjesstalling. Ik zou de man – ongetwijfeld een man, die auteur – in het stukje vragen of hij ook zo gedeprimeerd was door het lamlendige, van elke frivoliteit gespeende Ajax-voetbal. Vragen of hij het met me eens is dat Wouter Goes de meest irritante voetballer is die er momenteel rondloopt op de Nederlandse velden. Vragen of hij zich hopelijk toch ook wel vreselijk gestoord had toen hij na afloop thuis de wedstrijd nog eens terugkeek en al die elkaar napapegaaiende pseudodeskundigen hoorde beweren dat Higler langer na had moeten denken over die tweede gele kaart voor Penetra. Vragen of hij eveneens met stomheid was geslagen toen hij diezelfde elkaar napapegaaiende pseudodeskundigen hoorde beweren dat het een wedstrijd op topniveau was geweest.

Maar toen ging ik opzoeken waar de goede man en zijn metgezel ergens in het stadion hadden gezeten. En toen bleek dat de Arena wel een vak 111 en een vak 411 heeft, maar beslist geen vak 211. En toen kwam ik er achter dat de Ziggo Dome, honderd meter verderop, wel een vak 211 heeft, zelfs met rij 6 en de stoelen met de nummers 380 en 381. En toen vroeg ik me af of de man en zijn metgezel naar Lenny Kravitz gaan. Of naar Billie Eilish. Of naar Suzan & Freek. Of misschien toch in januari volgend jaar naar Frans Pollux en Lex Uiting?


En nu vraag ik me af of de partner van de man beschuit, bamigroente en bami op het briefje heeft geschreven. En of courget het werk is van de man of van zijn partner.

woensdag 22 november 2023

Intermezzo – Verkiezingsdagdialoogjes

12.23 uur – bij stembureau Kantine Sporthal Dendron, Horst
‘Daag Wim!’
‘Daag Hay!’
‘Godde ok stemme?’
‘Oeteindelik vandaag wal enne kiër, jao.’

12.32 uur – bij stembureau Kapel De Schuilplaats, Horst
‘Godde ok ’t lánd redde?’
‘As daat zui kunne!’
‘As we niks dô, gebeurt d’r hiëlemaol niks.’
‘Precies.’
‘Fijnen daag!’
‘Gi-j ok!’


12.43 uur – bij Albert Heijn, Horst
‘Ha Wim! Hoe is het?’
‘Nu nog goed.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Vanavond niet meer.’
‘Oh zo. De verkiezingsuitslag…’
‘Inderdaad.’
‘Ik heb net gestemd. Ik schat in dat het niet aan mij ligt als je vanavond een slechte avond hebt.’
‘Ah, mooi! Heel goed om te horen!’
‘Je hebt er geen vertrouwen in vanavond?’
‘Nee. Verkiezingsuitslagen vallen altijd tegen. Rechts wint verdomme altijd.’


15.48 uur – in stembureau Gemeenschapshuis De Zaal, Griendtsveen
‘Billie, lig!’
‘…’
‘Néé, Billie!’
‘…’  


16.43 uur – bij stembureau Gemeenschapshuis Aan de Brug, America
‘Ha! Hedde óp de góje gestemd?’
‘Jaozeker!’
‘Hojje wà.’
‘Hojje.’

zondag 18 februari 2018

Top 5 – In supermarkten in Horst aan de Maas verkrijgbare azijn

De afgelopen dagen is me duidelijk geworden dat sommige mensen deze ‘hele bozige, witte man’ zien als een azijnpisser, iemand met een hoog azijngehalte en iemand ‘die zijn pen doopt in azijn-zuur’. Of ik daar niet vreemd van opkijk? Nee, in het geheel niet. Ik bén namelijk een azijnpisser, ik héb een hoog azijngehalte en ik dóóp mijn pen sinds jaar en dag in azijnzuur. 


Ieder mens heeft recht op zijn eigen afwijking. Ik dus ook. Mijn afwijking heet azijn. Een dag zonder azijn is voor mij een dag niet geleefd. Heb ik al zo lang als ik me kan herinneren. Terwijl andere kinderen hun zondagsgeld besteedden aan salmiak, zure matjes of toverballen, gingen die drie kwartjes bij mij altijd op aan azijn (nou ja, dat is niet helemaal waar: ik reserveerde ook een klein deel van mijn budget voor voetbalplaatjes). Moet je nagaan: nog voordat m’n moeder de zondagse soep serveerde, had ik op z’n minst al een halve liter azijn achter de kiezen.

Die verslaving, want ik vrees dat het dat is, is nooit meer overgegaan. Niet in de puberteit, niet toen ik ging studeren en zelfs niet nu ik zo langzamerhand de pensioengerechtigde leeftijd begin te naderen. Het is me wel gelukt m’n azijngebruik enigszins te rantsoeneren: sinds een jaar of vijf houd ik het op een kwart liter per dag.

Onvermijdelijk gevolg van mijn azijnconsumptie is dat mijn azijngehalte doorgaans schommelt tussen 117,4 en 131,2. Onvermijdelijk gevolg daar weer van is dat mijn urine een azijnpercentage heeft dat ligt tussen 89,6 en 92,9. En dat dopen van mijn pen in azijnzuur? Doe ik sinds 12 november 1993. Die dag viel m’n pen geheel per ongeluk in de azijnfles. Nadat ik haar er weer had uitgevist bleek ze te schrijven als nooit tevoren. Schrijven kostte ineens geen enkele moeite meer, het ene na het andere woord vloeide als vanzelf uit m’n pen. Sindsdien zweer ik bij een in azijnzuur gedoopte pen.

Zonder arrogant te willen zijn, denk ik dat een en ander me bij uitstek geschikt maakt voor het samenstellen van een top 5 van in supermarkten in Horst aan de Maas verkrijgbare azijn. Hier komt ie:

5. Huismerk, Jumbo


Bocht, uitsluitend en alleen geschikt om je pen in te dopen.

4. Kühne natuurazijn, Jan Linders


De fruitige afdronk maakt deze azijn helaas eerder geschikt voor zoetekauwen dan voor zuurpruimen.

3. Kania natuurazijn, Lidl


Vreemde combinatie van een licht penetrant bouquet en een geurig depot.

2. Huismerk, Plus


Welhaast oxidatieve smaak, geseling voor de tong.

1. Huismerk, Albert Heijn


Onovertroffen smaaksensatie. Zo zuur als een karhengst.

zaterdag 19 november 2016

Klein mysterie 727 – Boodschappenbriefje (9)

Dat handschrift! Zó kraakhelder, zó regelmatig, zó tot in de lettertekens verzorgd. Waar heeft een simpel boodschappenbriefje (klik op de afbeelding om het te vergroten) dit in vredesnaam aan verdiend? Nog een geluk dat Franka Jakobs het, een jaar of twee geleden, aan de achterzijde van het Horster filiaal van Albert Heijn heeft opgeraapt en daarmee voor de vergetelheid heeft bewaard.
Plukken dezelfde Poolse vingers waarmee dit op papier is gezet onder abominabele omstandigheden veertien uur per dag champignons, aardbeien, tomaten of andere voortbrengselen van Horster bodem? Grote kans. Terwijl dit van origine misschien wel aristocratenvingers zijn. Of notabelenvingers. Of dan toch op z’n minst onderwijzersvingers. Geduldige vingers zijn het ook. Geen 24/7-vingers. Empathische vingers.
Hebben dezelfde vingers ook het briefje afgescheurd? Ten enenmale onmogelijk! Iemand met zo’n handschrift scheurt een briefje niet zo slordig af. Iemand met zo’n handschrift bepaalt nauwkeurig het midden van het papier, vouwt het voorzichtig dubbel, scherpt de vouw met behulp van de duimnagel en gaat vervolgens uiterst omzichtig te werk bij het afscheuren. Mocht dat onverhoopt niet naar verwachting verlopen, dan gaat iemand met zo’n handschrift geheid op zoek naar een schaar om de rafelrandjes bij te knippen.   
Gaan dezelfde vingers straks ook de gyrossalade (sałatka gyros) en de tonijnsalade (sałatka z tuńczyka) klaarmaken? Ongetwijfeld. Maar dan toch niet voordat die vingers in plastic handschoenen zijn gestoken. Allemaal goed en wel met die paprika (papryka), die Chinese kool (pekińska), die maïs (kukurydza), die ingemaakte augurken (ogórek korn.), die tonijn (tuńczyk), die eieren (jajka), dat gehakt (mięso mielone) en dat gefileerd vlees (mięso filet), van die hoogst sensibele vingers hebben ze af te blijven.
En dan kan het feest beginnen. Want feest dat wordt het. Anders ben je echt niet zo gek die kabanosy, de meest exclusieve aller Poolse worsten, in huis te halen.

(Met bijzonder hartelijke dank aan Franka Jakobs voor de foto van het briefje en aan Małgorzata Rzymyszkiewicz voor de vertaling.)

maandag 13 oktober 2014

Klein mysterie 595 – Boodschappenbriefje (8)

Elke gek z’n gebrek. Zo ben ik sinds enkele jaren opraper van Horster boodschappenbriefjes. Hoewel ik mezelf niet als dwangmatig opraper zou willen betitelen heb ik inmiddels wel een collectie opgebouwd die bestaat uit meer dan honderd exemplaren. Met het interpreteren van die briefjes kun je avonden vullen: zou de schrijver nou een bijstandsmoeder met drie kinderen of een bankdirecteur zijn? Hoeveel gezinsleden hebben een bijdrage geleverd aan het briefje? Leiden schrijvers van chaotische briefjes ook een chaotisch leven? Is de auteur dialectspreker? U ziet, een vrij onschuldig vermaak, zonder enige wetenschappelijke pretentie.
Het merendeel van de opgeraapte briefjes is niet heel bijzonder. Iets in de trant van ‘1 pond suiker, 2 kroppen sla, 2 pakken yoghurt, Pringles (paprika), 1 fles cola’ en dat was het dan. Valt niet zo heel veel aan te interpreteren. Zo af en toe doe ik ook wel eens mooie vondsten. Doemt er ineens ‘petatte’ op tussen de afbakbroodjes, de peperkoek en de muntthee. Is ‘muziek’ verdwaald op een briefje met biogarde, brie en avocado. Stuit ik op het prachtige ‘kluutjes’, zonder te weten wat de schrijver daarmee zou kunnen bedoelen. Tref ik een klassieker als ‘champions’ aan in het gezelschap van kougum, foolie en ertesoep.
Bijzonder zijn ook de niet in het Nederlands geschreven briefjes. Zo bevinden zich in mijn collectie Duits-, Pools- (minder dan je misschien zou verwachten) en Engelstalige briefjes. Absoluut pronkstuk in dit genre is een briefje dat ik een jaar of twee geleden opraapte bij de ingang van Albert Heijn:
Arabisch? Farsi? Omdat ik het opraapte bij Albert Heijn ging ik er vanuit dat het een boodschappenbriefje is, maar voor hetzelfde geld zou het ook een doktersrecept of spiekbriefje kunnen zijn. Bij gebrek aan iemand in mijn omgeving die het Arabisch of Farsi machtig is, leidde het briefje twee jaar lang een slapend bestaan. Totdat ik onlangs mijn kans schoon zag, toen ik dankzij de 1e Horster Twittershow in contact kwam met Shatha Jahola – Horsterse van Irakese afkomst. Kon zij het briefje misschien duiden? Jazeker! Shatha was zelfs meteen bereid het uit het Arabisch in het Nederlands te vertalen (waarvoor ik haar bij dezen graag mijn eeuwige dank betuig). Komt-ie:

5 Tonijn
4 Dressing
2 Zout
4 [doorgekrast]
4 [maar nu in het Arabisch!] Dreft
pak melk 
3 [in het Arabisch] olijfolie
2 [in het Arabisch] witte kaas
1 [in het Arabisch] meel
Inderdaad een boodschappenbriefje! Fascinerend! En dan bedoel ik niet zozeer de producten als wel de cijfers. Hoewel niet helemaal valt uit te sluiten dat het om 5 tonijnen, 4 dressings enzovoort gaat, houd ik het erop dat hier sprake is van een nummering. Is dat op zich al vrij uniek, het feit dat de schrijver met de nummering ogenschijnlijk flink in de knoop is geraakt, maakt dit briefje helemaal tot een topstuk in mijn collectie. Op 5 en 4 valt niets aan te merken. Daarna lijkt de auteur de draad te zijn kwijtgeraakt: hij of zij laat de 4 volgen door een 2, begint te krassen, schakelt van onze Arabische cijfers over op Arabisch-Indische, gebruikt weer een 4, laat het pak melk ongenummerd en telt vervolgens doodleuk terug van 3 tot 1. Waarom trouwens beginnen bij 5 en eindigen bij 1? Andersom had toch veeleer voor de hand gelegen? Volledig van het padje, deze meneer dan wel mevrouw? Of bevat dit briefje een logica die te hoog is gegrepen voor deze kaaskop?

maandag 24 februari 2014

Klein mysterie 535 – Zondagsopening (4)

Zo, de afleveringen 317 en 318 van drama / komedie / tragikomedie (doorhalen wat niet van toepassing is) Zondagsopening hebben we ook weer achter de rug. Aflevering 317 behelsde de aankondiging van supermarkt Plus de deuren voortaan ook op zondag open te gooien. Een besluit tegen wil en dank, aldus bedrijfsleider Wil Lucassen in Dagblad De Limburger van vrijdag: ‘We zijn niet voor vrije opening, maar doordat onze concurrenten opengaan, kunnen wij niet anders dan meedoen.’
Aflevering 318 dateert van dezelfde dag: het voorstel (klik hier) van het gemeentebestuur winkels vrij te laten in het besluit hun nering op zondag al dan niet te openen. Een voorstel waar Jan Nabben, voorzitter van Centrummanagement Horst, (knarsetandend) mee instemt, zo bleek uit Dagblad De Limburger van zaterdag. Zijn akkoord is van groot belang omdat dit automatisch betekent dat de CDA-fractie het voorstel ook zal steunen (Jans wil is zoals bekend wet in het CDA) en het daarmee een meerderheid zal verwerven.
‘Een vergaande versnipperde zondags-openstelling leidt tot onduidelijkheid voor de
consument/toerist’, zegt het gemeentebestuur. Zit wat in. Maar het is dan wel heel vreemd om juist die conclusie als argument vóór het voorstel aan te voeren, zoals het gemeentebestuur doet. Als ik het wel heb, ontstaan er door het voorstel immers vijf categorieën: winkels die elke zondag open zijn, winkels die alleen op koopzondagen open zijn, winkels die op koopzondagen en een aantal andere zondagen open zijn, winkels die zo af en toe eens een keer op zondag open zijn en winkels die nooit op zondag open zijn. Zoek het maar uit, arme consument! Zoek het maar uit, nog armere toerist!
Voor het Centrummanagement Horst is de schone taak weggelegd het allemaal toch nog enigszins overzichtelijk te houden. Daartoe is een convenant opgesteld (klik hier) waarin het belang van  onderlinge samenwerking en afstemming tussen winkeliers wordt benadrukt. Want: ‘Dit komt de aantrekkelijkheid van Horst-centrum ten goede en leidt tot een positieve dynamiek.’ Altijd goed natuurlijk, ‘positieve dynamiek’ – als er ook nog negatieve dynamiek zou ontstaan, kun je de tent beter helemaal sluiten.
Winkeliers die het convenant ondertekenen, worden geacht hun zaak op koopzondagen te openen. Zijn ze ook op andere zondagen geopend, dan mogen ze dat niet aankondigen als ‘Koopzondag in Horst-centrum’, maar ‘b.v. als mededeling “wij zijn zondag open”’. En winkeliers die het convenant niet ondertekenen? Die staat het uiteraard vrij het precies andersom aan te kondigen of iets geheel anders te verzinnen. Tsja.
Kortom, één ding is absoluut duidelijk: ‘duidelijkheid’ kan nooit een overweging zijn om over te gaan tot vrije openstelling van winkels op zondag. 

maandag 3 februari 2014

Klein mysterie 529 – Zondagsopening (3)

En nou mogen ze toch weer op zondag open, de Horster supermarkten, zo heeft het college van burgemeester en wethouders dinsdag in al z’n wijsheid besloten. Wel – niet – wel – niet – wel. Even triest als lachwekkend. Zou de gemeenteraad het college, of tenminste de winkelopeningstijdenwethouder, nog ter verantwoording roepen of vindt men het allemaal wel goed zo?
Intussen ontpopt de Horster PvdA zich tot de ondernemersvriendelijkste van alle partijen. In haar verkiezingsprogramma heet het (bladzijde 10): ‘Winkels mogen open zijn op zondag. Het is niet meer aan de overheid om te bepalen of winkels op zondag open mogen zijn. Ondernemers kunnen dat prima zelf regelen.’ De afgelopen dagen hebben Roy Bouten (klik hier) en Richard van der Weegen (klik hier) dit standpunt met veel omhaal van woorden toegelicht.
Vooral Roy Bouten houdt één grote lofzang op de ondernemer: ondernemers stralen trots uit, ondernemers willen verantwoordelijk zijn voor onze centra en onze gemeente, ondernemers hebben een groot maatschappelijk besef, ondernemers hebben oog voor de leefbaarheid van onze kleine kernen. Kortom: ‘Als Partij van de Arbeid hebben we vertrouwen in onze ondernemers en willen we hen de ruimte geven om samen invulling te geven aan het aanbod van koopzondagen in Horst.’ Want: ‘Als Partij van de Arbeid Horst aan de Maas hebben we ondernemersbelang hoog in het vaandel staan.’ Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Pieter Jelles Troelstra, Joop den Uyl, Willem Vliegen en nog zo wat socialistische en sociaaldemocratische coryfeeën draaien zich om in hun graf. 
Ach, het zal voor een deel misschien nog wel waar zijn ook. Heus, ondernemers zijn lang niet altijd de beroerdsten. En natuurlijk mag je het ondernemersbelang hoog in het vaandel hebben staan, zelfs als PvdA. Maar, naïef als ik ben, had ik gedacht dat een ander belang nog net iets hoger in datzelfde vaandel zou staan: het werknemersbelang. Dat blijkt teveel gevraagd. In de bijdragen van bovengenoemde heren komen allerlei belangen voorbij: naast ondernemersbelang ook consumentenbelang, maatschappelijk belang, gemeentebelang, dorpsbelang en leefbaarheidsbelang. Over werknemersbelang geen woord. Telt dat dan niet meer mee? ‘Jawel hoor, werknemersbelang telt zeker’, zegt Roy Bouten desgevraagd. Daaraan voegt hij – vrij vertaald – toe: ‘Werknemersbelang = ondernemersbelang.’
Ik waag dit laatste te betwijfelen. Wat de PvdA ook beweert, ondernemers zijn géén Barmhartige Samaritanen – en het is ze niet eens kwalijk te nemen. Ondernemers kijken in de eerste plaats naar het belang van hun onderneming. Is het in het belang van hun onderneming louter 20-jarigen in dienst te hebben in plaats van 25-jarigen? Dan zouden ze 25-jarigen het liefst op straat zetten. Is het in het belang van hun onderneming hun deuren zeven dagen per week 24 uur per dag open te gooien? Dan zouden ze hun deuren het liefst zeven dagen per week 24 uur per dag opengooien. Is het in het belang van hun onderneming de werknemers de hele dag te laten touwtjespringen? Dan zouden ze de werknemers het liefst de hele dag laten touwtjespringen. Is het in het belang van hun onderneming de toeslag voor werk in de avonduren en in de weekeinden af te schaffen? Dan zouden ze die toeslag het liefst afschaffen.
Dat in Nederland in het belang van werknemers grenzen zijn gesteld aan de wensen van ondernemers is een groot goed. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de PvdA en haar voorgangers. Door ondernemers zo op het schild te heffen, laadt de (Horster) PvdA de ernstige verdenking op zich haar wortels te verloochenen. (Al dient gezegd dat het persoonlijke standpunt van Roy Bouten dat hij geen voorstander is van het afschaffen van toeslagen dan toch weer een beetje hoopvol stemt.)

maandag 27 januari 2014

Klein mysterie 526 – Zondagsopening (2)

Dagblad De Limburger 16 november 2013:
Hallo Horst aan de Maas 19 december 2013:
Dagblad De Limburger 9 januari 2014:
Dagblad De Limburger 11 januari 2014:
Dagblad De Limburger 16 januari 2014:
Dagblad De Limburger 22 januari 2014:

Een beetje vreemde oorlog is het wel, die Eerste Horster Zondagsopeningsoorlog (2013-2014). Met het gemeentebestuur van Horst aan de Maas en drie lokale supermarkten (Albert Heijn, Jan Linders en Jumbo) staan namelijk twee partijen tegenover elkaar die precies hetzelfde nastreven: winkels die elke zondag open mogen zijn.
Het leek allemaal zo klaar als een klontje, vanaf 1 januari 2014 zouden de winkels in Horst aan de Maas elke zondag hun deuren mogen opengooien. Het plannetje van verantwoordelijk wethouder Paul Driessen (Essentie) moest in de laatste vergadering van het jaar alleen nog even door de gemeenteraad worden gejast. Dat was buiten de waard gerekend: de gemeenteraad (lees Centrummanagement-voorzitter Jan Nabben) torpedeerde het voorstel en dwong de wethouder dit voorjaar met iets beters te komen. Leiden in last natuurlijk.
De wethouder bedacht in eerste instantie een foefje, waardoor de winkels desgewenst voorlopig toch op zondag open zouden kunnen blijven. Enkele dagen later moest hij daar alweer op terugkomen. Tegenover Dagblad De Limburger verklaarde hij: ‘Het blijkt juridisch niet haalbaar de winkels afzonderlijk te laten bepalen wanneer ze koopzondagen inplannen. We hebben namelijk nog te maken met de oude regeling, waarin de gemeente een twaalftal vaste koopzondagen moet vaststellen. Tot de koopzondagen zijn vastgesteld, mogen de supermarkten niet zomaar op zondag open.’ De wethouder kondigde aan op zondag 19 januari nog een oogje dicht te knijpen, maar de zondag daarop toch écht in actie te komen. 
Een krachtdadig optreden van de wethouder was temeer gewenst omdat de woordvoerder van de drie supermarkten, filiaalhouder Hans Martens van Albert Heijn, in Dagblad De Limburger de voorbije weken een en ander maal liet blijken lak te hebben aan het gemeentebestuur. En het bleef niet alleen bij woorden: gisteren waren Albert Heijn, Jan Linders en Jumbo ‘gewoon’ geopend. De beloofde actie van het gemeentebestuur bleef uit.
De arrogantie van de grootgrutter en z’n kompanen vraagt om een afstraffing, los van de vraag of je nu voor of tegen de zondagsopening van winkels bent. Immers niet Hans Martens, niet de supermarkten, niet het Centrummanagement en zelfs niet Jan Nabben voeren in Horst aan de Maas de regie, maar het gemeentebestuur. Als iemand een wietplant teveel in z’n tuin heeft staan, vijf kilometer harder rijdt dan is toegestaan of ergens een tegen een megastal bedoeld spandoek ophangt, wordt handhavend opgetreden. Mag van mij allemaal (liever niet, hoor), maar doe het dan ook als je gezag daadwerkelijk wordt aangetast. Het zal toch niet de beruchte macht van het kapitaal zijn die adequaat handelen in de weg staat?

zondag 26 januari 2014

Klein mysterie 524 – Zondagsopening (1)

Altijd tuk op een verzetje spoedde Horst-sweet-Horst zich vanochtend om elf uur naar Horst-centrum. Wethouder Paul Driessen had immers ‘handhavend optreden’ in het vooruitzicht gesteld als de lokale filialen van Albert Heijn en Jan Linders vandaag hun deuren, zoals aangekondigd, zouden openen. Maar waar Horst-sweet-Horst hoopte op een gespannen sfeer, in der haast opgeworpen barricades en cordons gehelmde, tot de tanden toe bewapende ME’ers, heerste de stilte van de zondagmorgen, af en toe onderbroken door naar binnen schuifelende supermarktbezoekers. 
Want de deuren, die gingen gewoon open. Niks handhavend optreden. Hoe ging dat spreekwoord van die blaffende honden ook alweer?

maandag 11 november 2013

Klein mysterie 497 – Appie (2)

La nostalgie n’est plus ce qu’elle était. Nostalgie is ook niet meer wat het was. Deze prachtige titel gaf de Franse actrice Simone Signoret mee aan haar in 1976 te boek gestelde memoires.
Ik moest eraan denken toen ik me verdiepte in de jongste actie van het lokale filiaal van Albert Heijn.
Nostalgische mokken van Horst. Daarbij denk ik aan vrouwen met toeren, aan mannen op klompen, aan hoepelende kinderen met pofbroeken. Aan koetsen, aan bakkers met bakfietsen, aan een heel enkele auto die slechts in beweging komt na handmatig te zijn aangezwengeld. Aan gebouwen met sierlijk hekwerk, aan ramen met roedeverdeling, aan fraai vormgegeven gevels zonder opsmuk.
Albert Heijn heeft een heel andere opvatting van (Horster) nostalgie: neonreclame, kille metalen hekken, kunststoframen, schots en scheef geparkeerde auto’s en ga zo maar door. Nostalgie is ook niet meer wat het was.
Wat heeft Albert Heijn gedaan? Het heeft de in 1980 door Kring Horst van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) uitgegeven publicatie Dorpseigene Horst als uitgangspunt genomen.
Dorpseigene bevat foto’s en summiere beschrijvingen van een aantal behoudenswaardige panden in het centrum van Horst. Albert Heijn heeft nu (met toestemming, hoor) foto’s van acht panden uit Dorpseigene op een mok afgedrukt. Foto’s uit 1980 (of kort daarvoor) welteverstaan. Dus figureren op de mok van het voormalige postkantoor – om die maar als voorbeeld te nemen – van die typische jaren zeventig auto’s. Links, bij het oor, is een fragment zichtbaar van het naoorlogse pand van groenteboer Janssen dat intussen heeft plaatsgemaakt voor De Smidse. De gats tussen postkantoor en voornoemd pand is afgesloten door een angstaanjagend hek.
Allemaal nostalgie. Alleen anders dan de nostalgie die ik aanvankelijk voor ogen had. Toch moet ik zeggen dat dit ook wel iets heeft. Die vooroorlogse foto van het postkantoor in volle glorie met de ingang op de hoek, met die drie jongens op de voorgrond en met die auto vóór het pand die overduidelijk slechts in beweging komt na handmatig te zijn aangezwengeld, díe foto die kent iedereen nu wel. De foto op de mok met de grauwe jarenzeventiglelijkheid opent daarentegen weer heel nieuwe nostalgische werelden.
Zou Albert Heijn het ook zo bedoeld hebben? Of moest er op het laatste moment nog snel snel een eindejaarsactie worden bedacht? Ik hoop het eerste – ik vermoed het tweede. In dat vermoeden word ik gesterkt door de folder die de actie vergezelt. Die bevat behalve afbeeldingen van de mokken ook korte beschrijvingen van de afgebeelde panden. Geen actuele beschrijvingen, maar letterlijk uit Dorpseigene overgenomen beschrijvingen (zonder dat dit vermeld wordt). Dat leidt bijvoorbeeld tot deze tekst bij de mok van de Horsjoe Bar (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
‘Enkele jaren geleden gerestaureerd’? Vele jaren geleden al afgebroken, zul je bedoelen! Nostalgie pure!