Posts tonen met het label schrijfwedstrijd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schrijfwedstrijd. Alle posts tonen

donderdag 13 oktober 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (12) / De onbekende vrouw

Helaas alweer de laatste van de zeven inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Het betreft ‘De onbekende vrouw’, ingezonden door Willem de Kievit (kijk voor de zes andere verhalen en voor meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk rechts naast dit verhaal onder het kopje ‘Schrijfwedstrijd’).
De onbekende vrouw

Na enkele jaren van teloorgang kent de Horster kermis dit najaar weer een heuse opleving. Daar waar voorgaande jaren de Horstenaren de kermis steeds vaker links lieten liggen weet een aantal nieuwe attracties het publiek opnieuw naar zich toe te trekken.

De verleidelijk geschreven recensie over ‘de vernieuwde Horster kermis’ op blogspot HSH heeft mij nieuwsgierig gemaakt om met eigen ogen te gaan aanschouwen hoe bijzonder de vernieuwde kermis is. Op zaterdagavond, na het achtuurjournaal, maak ik mijn gebruikelijke maar variabele rondje met Wodan en wandel via het Amaliaplantsoen en de Schoolstraat richting Wilhelminaplein. Hoe dichter ik het centrum nader hoe rumoeriger en drukker. Ter hoogte van het voormalige gemeentehuis doemt een vervaarlijk zwiepende Swingjumbo op. Daarnaast ontwaar ik meteen al de mysterieuze nieuwe attracties. Boven de met wit, geel en groen gekleurde lampen getooide tenten lees ik Oleg uit Omsk, Presitent en De onbekende vrouw. Alsof Wodan weet wat mijn doel is loodst hij mij behendig door de mensenmenigte naar de drie sultaneske tenten. Omdat de wachtrijen bij Oleg en de Presitent ontbreken besluit ik aan te sluiten bij de rij wachtende kermisgangers voor De onbekende vrouw. In de langzaam voortschuifelende rij heb ik de gelegenheid te bekijken wie er allemaal uit de tent komt. Zo zie ik een vooraanstaand lokaal politicus proberen, nadat hij uit de tent is gekomen, weer vooraan in de wachtrij zich ertussen te wurmen.

Als ik zelf eenmaal in de tent van De onbekende vrouw ben aanbeland raak ik vrijwel direct gedesoriënteerd door de vele spiegels en gordijnen. De vier anderen die tegelijk met mij naar binnen mochten zijn nergens meer te bekennen. Mijn ogen moeten wennen aan het duister en Wodan schikt zich in z’n rol als geleidehond en leidt mij langs een liggende staande klok zonder tijd, langs en door een van een tafel oprijzend biljartlakenachtig groen gordijn. En dan zit ze daar opeens. Op een klein podium, in een bontjas op een hoge stoel. Haar handen ontspannen op haar met bont bedekte bovenbenen. Een ritmisch zoemend geluid dat van alle kanten lijkt te komen, lijkt haar handen te doen kunnen laten zweven. Als de achter haar overdreven bewimperde oogleden schuil gaande zachtgroene ogen zich dan aan mij openbaren verkeer ik een moment in een tijdloos en eindeloos universum waarbij het ritmisch zoemende geluid mij warm in zich opneemt. Het volgende moment zie ik op het kleine podium twee slanke benen en een stukje bontjas onder Wodan tevoorschijn komen. ‘Sodeju’, zeg ik in mijzelf; ‘dát kán ni de bedoeling ziên.’ Ik voel de lus van de riem nog in mijn rechterhand, sta op en maak mij zo snel mogelijk uit deze ongemakkelijke situatie uit de voeten. Terwijl we in het schemerdonker zigzaggend door gordijnen ons naar buiten spoeden spreek ik Wodan streng toe ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Als we dan een fractie later buiten staan ontdek ik tot mijn ontsteltenis dat het niet Wodan is die ik aan de lijn heb …

Willem de Kievit

zondag 9 oktober 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd 11 / ‘Ge got toch ni zoëmá …’

Horst-sweet-Horst publiceert successievelijk de inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Vandaag het door Helmie van de Riet ingezonden beeldverhaal (kijk voor andere verhalen en meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk links naast dit verhaal onder het kopje ‘Labels’ en klik op ‘Schrijfwedstrijd’). Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten:









dinsdag 4 oktober 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd 10 / ‘Ge got toch ni zoëmá …’

Ook deze week op Horst-sweet-Horst de inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Vandaag het door Bram geschreven verhaal (kijk voor andere verhalen en meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk links naast dit verhaal onder het kopje ‘Labels’ en klik op ‘Schrijfwedstrijd’):
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’

Een schitterende zomeravond in Meterik. Het echtpaar Vergeer zit van de ondergaande zon te genieten. ‘Zo mooi als de zon vandaag ondergaat hebben we in al de tijd dat we getrouwd zijn nog nooit gezien en hoe lang is dat nu al?’ ‘Nou’, zegt Lieve, ‘dat is toch nu al 58 jaar. Een tijd al hè.’ ‘Nou, mij kan het niet lang genoeg duren’, murmelt Sjeng.

Er komen wat aangeschoten jonge jongens aangelopen. Het type ‘’t moet  kunnen’ die voor de bank uitdagend stil blijven staan. De rust zal wel even voorbij zijn.

‘Hé’, roept Sjeng plotseling en maait met zijn arm over de schoot van zijn vrouw. Een zachte dreun als hij tegen de boom vlakbij valt en onderaan de boom dood blijft liggen.

Drie van de vier jongens kijken verschrikt op en hun ogen spreken boekdelen. ‘Dat doe je toch niet’, zeggen hun ogen en ook Lieve kijkt haar Sjeng met verdrietige en geschrokken ogen aan.

Sjeng schrikt zelf ook maar verdedigt zich dan met de opmerking: ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ En dan vervolgt hij: ‘Het was echt niet mijn bedoeling, ik zal hem gauw ergens begraven.’

Sjeng loopt naar de boom en raapt het jonge vogeltje op dat een noodlanding op de schoot van zijn vrouw had gemaakt.

‘Arm jong toch, maar: “Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?”’

Bram

zondag 2 oktober 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (9) / De vrouwelijke selectieschoot

De komende weken op Horst-sweet-Horst de inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Vandaag het door Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) geschreven verhaal (kijk voor andere verhalen en meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk links naast dit verhaal onder het kopje ‘Labels’ en klik op ‘Schrijfwedstrijd’):
De vrouwelijke selectieschoot

De hoek tussen de romp en de dijen van een vrouw leent zich voor ontelbare doeleinden. Die gebruiksmogelijkheden zijn door mij elders uitgebreid en beeldend beschreven, maar hier wil ik me beperken tot een korte inleiding over de vrouwenschoot als selectiemiddel bij de partnerkeuze. De meeste relaties lopen stuk op een ondermaatse of onevenwichtige schootterreinverkenning, waardoor fysieke en geestelijke mankementen bij mannen onvoldoende of te laat worden herkend. De gevolgen kunt u zich indenken.

In principe kan de methode door alle vrouwen worden toegepast, maar voor een succesvol ‘opschootproces’ is een rechtopzittende en onverzettelijke houding van de vrouw onontbeerlijk. Een zekere strengheid en kortaangebondenheid is helpend. De schootgast is van harte welkom, maar dient zich te voegen naar de wensen en leiding van de gastvrouw.

Allereerst moet de man schootrijp worden gemaakt. Maar, ‘ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Nou, mannen zijn daar kinderlijk eenvoudig voor te porren. Fluitje van een cent. Eén verleidelijke blik van de zittende vrouw, gevolgd door twee tikjes op haar bovenbeen, en hup: het schootmanneke zit. Peulenschilletje als zijn vrouw of moeder niet in de buurt verblijft. Onbegonnen werk als die wel present is.

Het ‘opschoten’ komt in een volgende fase als de man een uur lang, met de rug naar de vrouw, plaats neemt op het schootuiteinde, de bovenkant van de knieschijven van de vrouw: één bil (bats) per schijf. De hamvraag is in hoeverre de man in staat zal blijken de vrouw met comfort te gerieven. Stort hij zich als een egoïstische zak patatten op de tere knietjes, of komt hij met creatieve zitoplossingen om de vrouw maximaal te ontlasten? Tijdens de knieschijfselectiefase mag de vrouw onbeperkt aan de deodorantloze man ruiken. Lichtjes knijpen met duim en wijsvinger in oorlel, biceps en zwemband is eveneens gepermitteerd.

Het ‘opschoten’ krijgt een vervolg in de Piëtahouding. Piëta betekent zoveel als compassie. In de kunstgeschiedenis staat het voor de afbeeldingen op schilderijen, of als beeldhouwwerk,  van Maria met de gestorven Christus op schoot. Een uur lang vertelt de man over zijn traumatische jeugdervaringen en andere beproevingen op zijn levenspad. De vrouw doet er het zwijgen toe. Het is wijs om van de gelegenheid gebruik te maken het gezichtprofiel van de man aan een nauwkeurige studie te onderwerpen. Hier moet je straks aan tafel en in bed wellicht jarenlang tegen aan kijken. Voorkom dat kijken op den duur omslaat in hikken.

De finale ‘opschoot-proef’ heeft het karakter van vrij worstelen. Deze worstelvorm is aan strenge regels gebonden. Deze beslissende fase is onderworpen aan vele regels die zijn afgeleid van de betamelijkheid en goede zeden (zie bijlage). In de beste katholieke traditie geldt voor Horst aan de Maas evenwel een behoorlijke mate van ruimte voor eigen interpretatie en initiatief. De vrouw neemt de man gedurende een uur schrijlings op schoot. In deze spannendste proef neemt de natuurlijke selectie haar eigen loop, maar wel in de door de ‘opschoot-methode’ gevormde banen die leiden naar een gelukkige en blijvende relatie.

Jan Duijf, Kloosterstraat Horst

vrijdag 30 september 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (8) / ‘En hierbij verklaar ik de sportzone voor geopend!'

De komende weken op Horst-sweet-Horst de inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Vandaag het door Franka Jakobs geschreven verhaal (klik voor andere verhalen en meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk links naast dit verhaal onder het kopje ‘Labels’ en klik op ‘Schrijfwedstrijd’):
‘En hierbij verklaar ik de sportzone voor geopend!'

Het is zondagmiddag, 30 augustus 2020. De vakanties zijn voorbij en de zomer kruipt langzaam zijn einde tegemoet. Met een stralend zonnetje aan de hemel belooft het een mooie nazomermiddag te worden. In de Kasteelsche Bossen in Horst is het een drukte van belang, want er valt iets te vieren. Sterker nog, de Grote Dag is aangebroken. Alle stuurgroepadviezen, commissievergaderingen, procesbegeleidersrituelen, visiestukken, draagvlakken, kortom, alles smelt deze middag samen tot het ultieme moment: de officiële opening van de sportzone. En niemand minder dan Ranomi Kromowidjojo zal de openingsrituelen voor haar rekening gaan nemen. Want zaten we een maand geleden van laat in de avond tot vroeg in de nacht niet voor haar aan de buis gekluisterd? Om haar op de Olympische Spelen in Tokio drie gouden medailles te zien winnen? En nu is ze in Horst. De euforie van de 50-meterzwembadcommissie is dan ook terecht, want de komst van de Olympisch kampioene naar de Kasteelsche Bossen kan op hun conto worden bijgeschreven. Want het was via hún waternetwerken dat Ranomi verleid werd naar Horst te komen. Met als bonus de openingsactie: ‘Jij op de foto met Ranomi! Gratis!’ P.S. Wel even het actiebonnetje uit de Hallo meebrengen.

Het spektakel vindt plaats in het 50-meterzwembad. In het bad een grote vlonder, met daarop burgemeester Van Rooij, sponsors, andere belanghebbenden, veel bezoekers én Ranomi. Rond het bad staan en zitten de overige bezoekers. Ook Bert, 65-plus, sportfanaat en fan van Ranomi. Hij is samen met zijn vrouw Nellie hier, en kijkt gretig in het rond. Onderwijl denkend aan de moeite die het kostte om zijn vrouw hier mee naar toe te krijgen. Zijn vrouw, die niet geeft om sport in het algemeen, om zwemmen vooral niet, en om ‘nieuwe sportzones’ al zeker niet. Bert is vooral geïnteresseerd in de speciale openingsactie. Het gekoesterde bonnetje brandt in zijn broekzak. Alleen al de gedachte bezorgt Bert vrolijke buikkriebels. Hij doet zijn best om dit niet aan zijn vrouw te laten merken, want anders zijn de rapen gaar, zo weet hij.

Nadat de burgemeester zijn woordje heeft gedaan is Ranomi aan de beurt. Vol trots showt ze haar Olympische medailles, en ze laat weten hoe fijn ze het vindt om in Horst te zijn. Het enthousiaste publiek juicht haar toe terwijl ze een goudkleurig lint doorknipt. Hier en daar zien we emotionele commissieledenomhelzingen.

Onderwijl spoedt Bert zich door de drukte, op naar Ranomi! Trouw gevolgd door een almaar tegensputterende Nellie. Dan ziet hij Ranomi in een grote fauteuil zitten terwijl ze lacht. Bert lacht terug. Tegenover haar staat de fotograaf. De kinderen mogen op schoot, nou dat wil Bert ook wel! Bert houdt het niet meer en dan is hij eindelijk aan de beurt. Met gezwinde pas, klaar om bij zijn grote idool op schoot te springen. Maar dan, nog maar een metertje verwijderd van zijn geluksmoment, stort zijn wereld in. Want achter hem vermoedt Nellie wat er gaat gebeuren en ze schreeuwt: ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’

Franka Jakobs

maandag 26 september 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (7) / Het is weer zo’ndag

De komende weken op Horst-sweet-Horst de inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Vandaag het door Jorn Kessels geschreven verhaal (kijk voor andere verhalen en meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk rechts naast dit verhaal onder het kopje ‘Schrijfwedstrijd’):
Het is weer zo’ndag

De jaarlijkse fietstocht van de KBO stond bijna op het punt van beginnen. In alle vroegte zijn Teng en Stiena van huis vertrokken. Zoals ieder getrouwd stel op leeftijd hadden ook zij dezelfde elektrische fiets in dames en heren uitvoering met bijbehorende matchende windjacks. In de fietstassen van Stiena zaten vers gesmeerde witte puntjes, twee flesjes kraanwater, sinaasappels en een thermoskannetje koffie. Teng had de dag van te voren nog de accu’s opgeladen, de kettingen gesmeerd en de banden van precies voldoende lucht voorzien. Tevens had hij het bandenreparatiesetje gecontroleerd. Na het ontbijt en het kopje koffie, werd op teletekst nog even het weer gecontroleerd en hup, daar gingen ze.

Eenmaal aangekomen op de startlocatie bleek dat Teng de verkeerde schoenen aan had. In plaats van de fietsschoenen had hij per ongeluk zijn zondagse schoenen aan. Dit liet Stiena niet ongemerkt en een geplaatste sneer volgde in het bijzijn van zijn vrienden van de kaartclub. Daarop volgde een instemmend geknik en gehum van de aanwezige dames van de wekelijkse creaclub. Er werd nog wat gesproken over koetjes en kalfjes, maar daarna was het tijd om de tweewielige rossen te bestijgen. Het is een fietstocht door de Peel van tachtig kilometer met om de twintig kilometer een pauze voor een welverdiende versnapering. Aan het eind van de tocht is er nog de kans om in het centrum van Horst een hapje te eten bij Kwalitaria ’t Hukske.

De fietstocht verloopt voorspoedig en dankzij het goede voorbereidende werk van Teng zijn er onderweg, op wat sneren van Stiena over de schoenkeuze na, geen ongemakken. Voldaan komt men aan in het centrum van Horst en parkeert men de fietsen bij het gemeentehuis. In de Kwalitaria wordt genoten van een schnitzel menu, een gedeeld blikje cola light en een klein softijs na. Dat het zondag is betekent niet dat Teng meteen zelf een blikje cola light mag nuttigen. 

Vervolgens wordt er bij Grand Café Liesbeth nog een kopje koffie met een neutje gedronken. De cola was Teng naar de blaas geschoten en hij zocht het toilet op. Op de terugweg kwam hij nog een oud collega van Henraath tegen waardoor hij wat afgeleid was. In een vlaag van verstandverbijstering ging hij pardoes op de schoot van een jonge aantrekkelijke blonde dame zitten. Dit tot groot vermaak van het gehele terras en tot groot ongenoegen van Stiena. Als blikken konden doden zaten er geen erwtjes in. Oftewel het was tijd om naar huis te gaan. Met z’n staart tussen de benen liep Teng zwijgend achter Stiena aan naar de fietsen. De eerste minuten op de fiets was het muisstil, totdat Stiena zei: ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Teng wist het, het is weer zo’ndag.

Jorn Kessels

woensdag 21 september 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (6) / Reacties

Hoe reageerden de deelnemers eigenlijk op de uitslag van de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd? Meteen nadat de jury gisteravond zijn oordeel had geveld (klik hier en hier) heb ik de deelnemers ingelicht over de uitslag. Winnaar Geert van den Munckhof toonde zich verguld: ‘Mijn eerste literaire prijs... en niet de eerste de beste... Ik ben er een beetje stil van.’
De niet-winnaars legden zich neer bij de feiten (‘De jury beslist. Daar is de jury voor’) of hadden toch al geen hoge verwachtingen (‘Ik begrijp het wel hoor. Ik had wél gehoopt maar niet verwacht deze bijzondere wedstrijd te winnen.’). Voor één deelnemer waren de druiven blijkbaar zuur:
Geachte Heer Moorman,
U begrijpt dat na al die geïnvesteerde uren dit resultaat voor mij onnavolgbaar moeilijk is te accepteren. Toch zal ik dat moeten. U stelt de regels, u hebt de jury samengesteld en de verantwoordelijkheid ligt dus ook volledig bij u en niet bij de jury die deze fout heeft gemaakt die gemaakt is, ook al ken ik dan de andere verhalen nog niet. Het is slechts omdat ik een volgzaam mens ben en goed kan accepteren dat er ook andere meningen zijn die een zekere waarde hebben, dat ik me bij deze uitslag neerleg. De winnaar wil ik langs deze weg feliciteren met het feit dat hij/zij op het podium staat. Beter ware geweest dat de drie schrijvers daar samen hadden uitgemaakt wie op welke trede had moeten staan.
Het adagium van de wedstrijd – ‘Winnen is leuk – meedoen nog leuker’ – was aan deze inzender duidelijk niet besteed. Maar zeg nou zelf: wat is een literaire prijs zonder relletje? 

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (5) / Lucia

Een deskundige jury heeft het verhaal getiteld Lucia, geschreven door Geert van den Munckhof, uitgeroepen tot winnaar van de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Klik hier voor een korte evaluatie van de wedstrijd en klik hier voor het juryrapport. Dit is het winnende verhaal:
Lucia

Hoe kwam hij daar toch steeds op? Meestal kon ze zijn vragen wel terugvoeren naar een of andere min of meer recente gebeurtenis. Vaak niet direct, maar toch. Ze was het afgelopen jaar een ware meester geworden in het herkennen van de oorsprong van zijn vragen. Maar goed ook, want niet antwoorden viel niet in goede aarde. Wat heet. Heftige irritatie was steevast het gevolg en dat diende ze te vermijden had men haar in het ziekenhuis geadviseerd.

De vraag leek ook steeds frequenter terug te komen. Wat had ze de vorige keer ook alweer geantwoord? Koortsachtig pijnigde ze haar geheugen. Zonder succes. Voor de tweede keer zette ze haar escape in. ‘Waat zegde, Jan?’ Het gaf haar vaak net genoeg tijd om hem af te leiden om vervolgens met een nietszeggend, maar tevredenstellend antwoord te komen. Deze keer lukte dat niet. Voor de derde keer vroeg hij het haar, nu met enige stemverheffing. ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’

Men had hem bewusteloos gevonden op het terras. Wat er precies gebeurd was, was tot op de dag van vandaag onduidelijk. Twee weken had hij in coma gelegen. Toen hij daar uit ontwaakte, leek er in eerste instantie niets aan de hand. Maar toen hij keer op keer dezelfde vragen bleef stellen, was er toch uitgebreider onderzoek gedaan. Doktoren stonden echter voor een raadsel. Deze spontane mix van sensorische afasie en Gilles de la Tourette waren ze nooit eerder tegengekomen.

Zelf kon hij niet vertellen wat er toen gebeurd was. Op den duur bleek het ook niet meer bespreekbaar. Ze merkte dat hij haar vragen daarover ontweek. Lichamelijk knapte hij verder goed op, maar de vreemde symptomen bleven. Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte. Wat zou ze daar nu op zeggen? In haar hoofd scande ze een aantal mogelijkheden. ‘Maar joawaal, daat môg grös’; ‘Och waat, daat doon dur zoaveul.’ Maar ze twijfelde.

‘Tòch?’, bulderde hij nu, ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ ‘Och waat, daat doon dur zoaveul.’ Het was er uit voor ze er erg in had. Ze schrok. Want meteen sloeg het gesprek dood. Jan zweeg abrupt. Secondenlang. Minuten. Stil. Geladen stil. Ze concentreerde zich op het geluid van de fietsbanden. In bange afwachting van wat er nu ging komen. Ze keek vanuit een ooghoek naar hem en zag de poster in de abri die ze voorbij fietsten. Lucia Rijker. Het was Jan die opeens de stilte doorbrak. ‘Ik duj ut evvel ni mier.’

Geert van den Munckhof

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (4) / Juryrapport

De jury van de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd riep gisteravond Geert van den Munckhof uit tot winnaar (klik hier en hier). Zonder dat Horst-sweet-Horst er om hoefde te vragen, bracht de jury rapport uit. Dit is het:

Juryrapport Eerste HSH-verhalen wedstrijd

De juryleden zijn op dinsdag 20 september 2016 op een geheime locatie bij elkaar gekomen om de winnaar te bepalen van de wedstrijd met de uitdagende opdracht: verwerk de zin Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte? in een verhaal. Deze eervolle taak hebben wij naar eer en geweten vervuld.
De jury was positief verrast door het aantal en door de hoge kwaliteit van de inzendingen. Met veel plezier hebben wij de verhalen gelezen en het beeldverhaal bekeken. Toch begonnen we enigszins onwennig (niemand van de juryleden heeft veel ervaring in het jureren) aan onze taak. We hebben ervoor gekozen om iedere bijdrage uitvoerig te bespreken. Daarbij werd aandacht besteed aan de onderdelen originaliteit, humor, een goede opbouw, spanning, beeld en verbeelding. Na de bespreking bepaalde ieder jurylid zijn persoonlijke top drie. Over de uiteindelijke winnaar hoefde niet lang gediscussieerd te worden. (Dit tot grote teleurstelling van toehoorder Wim.)
De winnaar is er namelijk in geslaagd in zijn verhaal beelden op te roepen die je zo voor je ziet. Ook het gebruik van meer dan de verplichte woorden in het dialect kon de jury bekoren. De spanning wordt knap opgebouwd, de stilte van Jan is voelbaar. De lezer vraagt zich af: wat is er gebeurd? Een tipje van die sluier wordt opgelicht, maar er blijft voldoende voor de persoonlijke verbeelding over. Na het lezen van het verhaal zal niemand meer zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw goan zitte.
De jury heeft met plezier de verhalen gelezen en besproken. Ze adviseert de organisatie dan ook om van de verhalenwedstrijd een jaarlijks terugkerend event te maken.
Tot slot willen wij natuurlijk de winnaar van harte feliciteren en we hopen hem en de andere deelnemers te mogen ontmoeten bij de prijsuitreiking.

De jury

Annette Cox
Ankie Gooren-Vermeeren
Ruud Willems

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (3) / Evaluatie

Op zondagavond 7 augustus hoorde ik een voorbij fietsende man van een jaar of zeventig tegen (vermoedelijk) z’n echtgenote zeggen: ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Intrigerende vraag. Hoogst intrigerende vraag. Zo intrigerend zelfs dat ik besloot er een schrijfwedstrijd aan te koppelen. Voorwaarden: maximaal vijfhonderd woorden en ergens in het verhaal moest ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ opduiken.
Mijn verwachtingen waren laag, schreef ik op 22 augustus (klik hier): ‘Ik denk de lezers van Horst-sweet-Horst een beetje te kennen. Horst-sweet-Horst-lezers zijn lezers, geen schrijvers. Alle kans dus dat er geen enkele inzending binnenkomt.’ Maar het ongelooflijke gebeurde: zeven inzendingen. Zeven! Vijf van een man, twee van een vrouw. Vijf onder eigen naam, twee onder pseudoniem. Zes verhalen, één beeldverhaal. Over opschoten, over Wodan, Oleg en de Presitent, over Jan, over Bert en Nellie, over Teng en Stiena, over Sjeng en Lieve. Stuk voor stuk heb ik ze met heel veel plezier gelezen/bekeken. Stuk voor stuk verrassend. En dat zeg ik heus niet omdat ik, als uitschrijver van de wedstrijd, word geacht dit te zeggen.
Die zeven inzendingen zadelden me wel op met de taak een jury samen te stellen. Een fluitje van een cent: Annette Cox (docent Nederlands aan het Dendron College), Ankie Gooren-Vermeeren (babycoach en maatschappelijk werker) en Ruud Willems (een van de initiatiefnemers van de Horster Kwis én in 2014 winnaar van de Horst-sweet-Horst-prijsvraag over figuren in de Horster bestrating) zegden meteen toe.
Tot mijn groot genoegen bleken de juryleden bereid mij als toehoorder bij hun beraad te tolereren. Gisteravond was het zover. Ik had gehoopt op heftige discussies, hoogoplopende emoties, slaande deuren en wat dies meer zij, maar dat viel vies tegen. Eenstemmigheid in plaats van tweespalt. De dames en heer waren er binnen de kortste keren uit: het verhaal getiteld Lucia stak naar hun mening boven de zes andere inzendingen uit. Aan mij vervolgens de eer aan de juryleden, en nu ook aan de Horst-sweet-Horst-lezers, de naam van de auteur te openbaren. Die naam is … Geert van den Munckhof!
Het verhaal van Geert leest u hier; het juryrapport leest u hier. De andere inzendingen zal ik de komende weken successievelijk op Horst-sweet-Horst publiceren.
Bij dezen wil ik Geert graag feliciteren. De overige inzenders dank ik bijzonder hartelijk voor hun inzendingen en de juryleden voor het jureren. Ik hoop hen allen te mogen begroeten bij de prijsuitreiking. En over het advies van de jury (‘van de verhalenwedstrijd een jaarlijks terugkerend event maken’) ga ik me de komende tijd beraden.

N.B. In de balk rechts van deze tekst staat onder het kopje ‘Schrijfwedstrijd’ alles verzameld dat op de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd betrekking heeft.

maandag 5 september 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (2) / Herinnering

‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’
Zelfs na acht jaar Horst-sweet-Horst kun je dus nog voor verrassingen komen te staan. Enigszins mismoedig schreef ik twee weken geleden (klik hier): ‘Ik denk de lezers van Horst-sweet-Horst een beetje te kennen. Horst-sweet-Horst-lezers zijn lezers, geen schrijvers. Alle kans dus dat er geen enkele inzending binnenkomt.’ Maar ziedaar, we zijn twee weken verder en het ongelooflijke is gebeurd: er zijn al drie inzendingen binnen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd! En de sluiting van de inzendingstermijn is nota bene pas over een kleine week! Waar gaat dit eindigen?
Hoe zat het ook alweer (klik ook hier)? Op zondagavond 7 augustus hoorde ik een voorbij fietsende man van een jaar of zeventig tegen (vermoedelijk) z’n echtgenote zeggen: ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Zit een roman in, in deze retorisch bedoelde vraag. Maar ook een verhaal. En dus riep ik Horst-sweet-Horst-lezers op een kort verhaal te schrijven geïnspireerd op ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’
Al drie inzendingen! Aan mij nu de zware taak een jury samen te stellen. Er heilig van overtuigd dat er toch geen inzendingen zouden komen, had ik me daar niet mee beziggehouden. Maar nu is er geen ontkomen meer aan. Voordeel is wel dat al die tientallen, misschien wel honderden mensen die maar wat graag een verhaal zouden schrijven maar daarvan afzagen omdat ze mij niet wilden belasten met het samenstellen van een jury, zich nu niet meer bezwaard hoeven te voelen alsnog een verhaal in te zenden. Laat maar komen, die verhalen!
Nogmaals de spelregels:
1. uw verhaal of gedicht telt maximaal vijfhonderd woorden;
2. u dient zich te laten inspireren door ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Dit betekent dat deze vraag ergens in uw verhaal moet opduiken. En wel in één van de in Horst aan de Maas gesproken dialecten. Voor wie het Horster dialect niet machtig is: de vertaling in het Nederlands luidt ‘Je gaat toch niet zomaar bij een onbekende vrouw op schoot zitten?’
3. het verhaal zelf mag in het dialect, maar het moet niet;
4. verhalen die buitensporig veel geweld bevatten, aanzetten tot haat en/of geweld of kwetsend zijn voor personen of groepen, worden gediskwalificeerd;
5. elke niet gediskwalificeerde inzending wordt gepubliceerd op Horst-sweet-Horst, met naamsvermelding of desgewenst onder pseudoniem. De naam van de inzender dient bij mij bekend te zijn;
6. inzending dient te geschieden vóór 10 september 2016 23.59 uur per e-mail naar horstsweethorst@gmail.com
Ik roep u op: doe ook mee! En overwin daarmee en passant uw ikgaafalseengieteralsiknietwin-angsten, uw benikwelgoedgenoeg-twijfels, uw calimero-frustraties, uw datkaniktochniet-gedachten, uw beniktemin-gevoelens, uw ikhebhettedrukmetanderedingen-smoesjes.

Horst (aan de Maas), of dan toch tenminste Horst-sweet-Horst, rekent op u! En bedenk: winnen is leuk – meedoen nog leuker.    
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’

maandag 22 augustus 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (1) Aankondiging

‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’
Ik hoorde het ’m letterlijk zo zeggen, de voorbij fietsende man van een jaar of zeventig tegen (vermoedelijk) z’n echtgenote, op zondagavond 7 augustus om een uur of tien, terwijl ik over het trottoir van de Meterikseweg liep.  
Zijn vol verontwaardiging uitgesproken woorden nestelden zich in m’n hoofd. Ook twee weken later zijn ze er nog niet uit verdwenen. ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Waar was het gebeurd? Waarom was het gebeurd? Wie was hij? Was hij wel een hij? Wie was zij? Waren hun wederzijdse partners er ook bij aanwezig geweest? Waarom had de voorbij fietsende man zich er zo aan gestoord? Stond iedereen er zo afkeurend tegenover? Waarom zou je eigenlijk niet zomaar bij een onbekende vrouw op schoot mogen gaan zitten? Omdat die onbekende vrouw daar niet om had gevraagd? En wat nu als ze er wel om had gevraagd?
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Zit een roman in, in deze retorisch bedoelde vraag. Maar ongetwijfeld ook een verhaal. Een kort verhaal, van laten we zeggen maximaal vijfhonderd woorden. En het mooie is: u mag het schrijven. Ja, u leest het goed: Horst-sweet-Horst organiseert een schrijfwedstrijd!
De spelregels:
1. uw verhaal of gedicht telt maximaal vijfhonderd woorden;
2. u dient zich te laten inspireren door ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Dit betekent dat deze vraag ergens in uw verhaal moet opduiken. En wel in één van de in Horst aan de Maas gesproken dialecten. Voor wie het Horster dialect niet machtig is: de vertaling in het Nederlands luidt ‘Je gaat toch niet zomaar bij een onbekende vrouw op schoot zitten?’
3. het verhaal zelf mag in het dialect, maar het moet niet (persoonlijk hoor ik tot de school die van mening is dat je dialect niet zozeer moet schrijven als wel moet spreken);
4. verhalen die buitensporig veel geweld bevatten, aanzetten tot haat en/of geweld of kwetsend zijn voor personen of groepen, worden gediskwalificeerd;
5. elke niet gediskwalificeerde inzending wordt gepubliceerd op Horst-sweet-Horst, met naamsvermelding of desgewenst onder pseudoniem. De naam van de inzender dient bij mij bekend te zijn;
6. inzending dient te geschieden vóór 10 september 2016 23.59 uur per e-mail naar horstsweethorst@gmail.com

Dan nog iets over de jury en de prijs. Eerst de jury. Die is er nog niet. Ik denk namelijk de lezers van Horst-sweet-Horst een beetje te kennen. Horst-sweet-Horst-lezers zijn lezers, geen schrijvers. Alle kans dus dat er geen enkele inzending binnenkomt. Zit ik mooi te kijken met mijn jury. Pas op het moment dat er meer dan één inzending is, ga ik een jury formeren. Die krijgt de inzendingen dan anoniem te lezen. Zelf neem ik geen zitting in de jury, maar het genoegen de beraadslagingen van de jury als toehoorder bij te wonen, zal ik me niet laten ontgaan.
Ten slotte de prijs. De winnaar krijgt een gratis Horst-sweet-Horst-wandeling onder deskundige leiding aangeboden, op een door de winnaar te bepalen dag en tijdstip. Andere inzenders ontvangen een uitnodiging om aan te sluiten bij die wandeling. Na afloop van de wandeling krijgt de winnaar een consumptie naar keuze aangeboden bij Passi. Andere aan de wandeling deelnemende inzenders mogen eveneens een consumptie naar keuze nuttigen bij Passi, maar dan wel op eigen kosten. De prijswinnaar ontvangt uiterlijk op 20 september 2016 bericht van Horst-sweet-Horst. De overige inzenders ontvangen uiterlijk op 25 september 2016 bericht over dag en tijdstip van de wandeling.
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’