maandag 30 maart 2015

Intermezzo – Friends ovver de grens (2)

Hoe zit dat eigenlijk met die Horstenaren die een ander dialect dan het Horster spreken? Hebben ze het waanidee dat ze in Horst aan de Maas niet voor vol worden aangezien? Zijn ze bang voor verbanning als hun anderstaligheid uitkomt? Denken ze voor het lapje te worden gehouden? Schamen ze zich voor hun dialect? Of is het veel simpeler en hebben ze gewoon een aversie tegen Hegelsom en de Hegelsommers?
Twee weken geleden deed ik een oproep (klik hier) aan Horstenaren die een andere taal spreken dan het Nederlands of een ander dialect dan het Horster. Hoewel ik er een heel verhaal omheen had gesponnen, was de vraag in wezen simpel: wil je het Hegelsomse ‘volkslied’ in jouw taal of dialect vertalen en die vertaling op 5 april tussen 14.00 en 16.00 uur in Hegelsom voordragen? Dit ter gelegenheid van de opening van acht Grensposten in Hegelsom (lees er hier meer over; klik op de afbeelding om haar te vergroten).
Het vreemde is nu dat ik (toezeggingen voor) vertalingen van Haegelsum, mien dörpke heb ontvangen in meer dan tien buitenlandse talen – variërend van het Arabisch tot het Zweeds – en precies 0 (toezeggingen voor) vertalingen in andere dialecten dan het Horster. Waar blijven jullie, Sevenumse Horstenaren, Swolgense Horstenaren, Meerlose Horstenaren, Venlose Horstenaren, Venrayse Horstenaren, Kerkraadse Horstenaren, Maastrichtse Horstenaren, Utrechtse Horstenaren, Bossche Horstenaren, Hoogeveense Horstenaren, Lutjebroekse Horstenaren, Rodeschoolse Horstenaren?
Dus ik herhaal: woont u in Horst aan de Maas? Spreekt u een andere taal dan het Nederlands of een ander dialect dan het Horster? Wilt u Haegelsum, mien dörpke in uw taal of dialect vertalen? Bent u bereid die vertaling komende zondag tussen 14.00 en 16.00 uur voor te dragen? Mail dan naar horstsweethorst@gmail.com en u ontvangt verdere informatie. Hegelsom zal u eeuwig dankbaar zijn en ik weet heel zeker dat u een leuke middag gaat beleven (klik op de afbeelding om haar te vergroten; klik met de rechtermuisknop op de afbeelding om haar te printen). 
Nu kan het natuurlijk zijn dat u het Hegelsomse volkslied best in uw taal of dialect wilt vertalen, maar dat u die vertaling op 5 april niet wilt, kunt of durft voor te dragen. Dan nog kunt u Hegelsom helpen. Hoe? Zal ik u precies vertellen:
1. print dit formulier (klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en kies vervolgens voor ‘afdrukken’)
2. schrijf met pen of potlood uw vertaling op het formulier;
3. stuur een e-mail naar horstweethorst@gmail.com met uw adresgegevens;
4. ik kom het formulier ophalen.
Uw vertaling wordt dan op 5 april door iemand anders voorgelezen – zo goed en zo kwaad als het kan natuurlijk.
Kom op, doe het niet voor mij, doe het niet voor Horst-sweet-Horst, nee, doe het voor u zelf, doe het voor Hegelsom!

Top 5 – Verdwenen Horster olifantenpaadjes

Tot de meer trieste ervaringen in een mensenleven behoren de momenten waarop je constateert dat een olifantenpaadje er niet meer is. Jaren heeft het er gelegen, heeft het zich verdienstelijk gemaakt voor de samenleving, is het naadloos opgegaan in zijn omgeving. Het ligt er als geschapen voor de eeuwigheid, misschien zelfs iets langer. En dan ineens is het rücksichtslos weggebulldozerd – de illusie van eeuwigheid wreed verstoord.
Dat het ook anders kan, bleek uit De Volkskrant van vorige week donderdag, 26 maart. Het ging over Kerala, ‘een communistisch geregeerde deelstaat in Zuid-India’. Doet louter dit laatste feit je al watertanden, minstens even jaloersmakend is dat olifantenpaden er bescherming genieten. Voor de instandhouding ervan worden zelfs hele dorpen verplaatst, nota bene met instemming van de bewoners. Kom daar hier maar eens om: hoe wanstaltig een bouwsel ook mag zijn of hoe overbodig een weg, trottoir dan wel fietspad ook mag zijn, het olifantenpaadje moet en zal er voor wijken. Nee, dan Kerala dus: daar zijn de belangrijkste olifantenroutes geïnventariseerd en maatregelen getroffen om ze in stand te houden. Denk daarbij aan borden die de paden herkenbaar maken en ‘olifantenhoeders’ die ze bewaken. Zie het verlangen naar een communistische machtsovername hier te lande dan nog maar eens te onderdrukken! (Wat me overigens ook inneemt voor Kerala is ‘de waanzinnig uitgebreide keus aan vegetarische gerechten’ – een wijsheid die ik ontleen aan een blog (klik hier) van Stefania van Lieshout.)
Zolang ze geen monumentenstatus genieten en er geen mannen in gele hesjes zijn om ze te beschermen, zal een eeuwig leven voor olifantenpaadjes hier wel altijd een utopie blijven. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog. De Horst-sweet-Horst top 5 van de afgelopen jaren verdwenen Horster olifantenpaadjes, waarbij de mate van treurnis over de verdwijning het doorslaggevende criterium was:

5.
Horst, Weltersweide-Vijverlaan

4.
Horst, Waterstraat-Toon Hendriksstraat

3.
Horst, Westsingel

2.
Horst, Smidseplein

1.
Horst, Lindweg

Top 5 – Horster klokken

Gezagsgetrouw als altijd zaterdag de klok weer een uur vooruit gezet. Een uitgelezen aanleiding eens even wat langer stil te staan bij de klok. Als er namelijk één object is dat zich schromelijk tekortgedaan mag voelen door Horst-sweet-Horst dan wel de klok. Hoogste tijd voor de rehabilitatie van de klok. 
Weet u wie zich tegenwoordig bijna dagelijks bezighoudt met de klok? Leon Litjens! Hij heeft er zelfs een speciaal beleid voor ontwikkeld! Vorig jaar lichtte Omroep Reindonk al een tipje van de sluier op (klik hier) en enkele weken geleden bood ook het veelgelezen prachtblad Nieuwe Oogst Nu een inkijkje in het ongemeen boeiende nieuwe bestaan van de voormalige Horster wethouder (klik hier).
Don Leon zou Don Leon niet zijn als hij dus geen nieuw klokbeleid op touw had gezet. Niet zonder succes, als we Oogst mogen geloven: ‘Volgens Litjens heeft het nieuwe klokbeleid een positief effect op de uitbetaalprijzen.’ Tegenover Reindonk verklaarde Leon: ‘We merken dat het aantal klokkopers in korte tijd is toegenomen en zien dat in de Benelux onze klok met veel belangstelling wordt gevolgd.’ De klokprijzen worden namelijk – u vermoedde het waarschijnlijk al – gezien als referentie in de markt.
De stap om de klokfunctie te versterken werd genomen in het kader van een beleidswijziging. Met name de voorverkoop heeft voor een belangrijke impuls gezorgd, zo verklaarde Leon tegenover Nieuwe Oogst Nu: ‘Voor de partijen die onze klanten kopen via voorverkoop, geldt de klokprijs op de transactiedag. Het volume van de klokhandel groeit daarmee, wat het gewicht van de marktplaats versterkt. Bovendien kunnen de producten na de transactie naar de wens van de klant verpakt worden.’ Daarbij moet u niet alleen denken aan traditionele verpakkingsmaterialen als papier en plastic, maar ook aan beton en cortenstaal.
Klanten zijn razend enthousiast, aldus Leon: ‘Klokkopers geven aan behoefte te hebben aan verdere verbreding van het assortiment.’ Hij wil hen hierin graag ter wille zijn, maar het blijft nog even afwachten of die verbreding zal worden gezocht in de doorontwikkeling van de Zwitserse koekoeksklok dan wel in een upgrade van de Friese staartklok.
De Horst-sweet-Horst rehabilitatie van de klok zou uiteraard niet compleet zijn zonder een top 5 van Horster klokken. Komt-ie:

5. Meterik, Sint-Johannes Evangelistkerk
Een wijzerplaat met Romeinse cijfers mag gewoonweg niet ontbreken in deze top 5.

4. Meterik, Sint-Jansstraat
Verder maar geen woorden aan vuil maken, aan dit type klok.

3. Horst, Sint-Norbertuskerk
Uit de tijd dat de Sint-Norbertuskerk nog de Sint-Norbertuskerk was. Hopelijk doorstaan klokken, uurwerk en wijzerplaat de huidige storm.

2. Station Horst-Sevenum
Klassieker. Op de perrons zijn de ronde klokken helaas verdwenen:

1. Grubbenvorst, Ursulinenpark
Een wonder van vernuft, dit carillon met klok dat vanaf 1955 op het dak van het ursulinenklooster stond. Na de verkoop van het klooster dreigde het verloren te gaan, maar dankzij de inspanningen van een speciaal gevormde werkgroep bleef het behouden, werd het gerestaureerd en kreeg het in 2011 een nieuwe plaats.  

Intermezzo – CDA-dominantie

Zaterdag werd in Maastricht een driedelige geschiedenis van Limburg gepresenteerd. Meer dan 1600 bladzijden dik, meer dan 6 kilo zwaar. Horst aan de Maas komt er bekaaid vanaf met hier en daar een vermelding en als ik het wel heb één foto. Van gebouw Mooren – dat maakt dan weer veel goed.
Horst aan de Maas mag dan slechts een enkele maal expliciet aan de orde komen, veel van de geschetste ontwikkelingen en patronen hebben ook op onze gemeente betrekking. Zoals de ontwikkeling van de lokale politiek in de tweede helft van de twintigste eeuw. Nee, nu niet meteen afhaken: ik houd het kort, het thema is lang niet zo saai als het klinkt en Huub Spoormans heeft er in het derde deel een boeiend artikel over geschreven.
Bij landelijke en provinciale verkiezingen behaalde de KVP (voorloper van het CDA) in de voormalige gemeente Horst tot in de jaren zeventig monsterscores. Maar aan de gemeenteraadsverkiezingen deed de KVP nooit mee, ondanks het bestaan van een plaatselijke afdeling. Gemeenteraadsverkiezingen waren tot 1978 het exclusieve domein van lokale lijsten. Horst stond hierin niet alleen, dit fenomeen deed zich in heel Limburg voor. Spoormans legt uit waarom: ‘Lokale verkiezingen waren en zijn in Limburg van oudsher sterk gebonden aan personen of kleine groepen. De verkiezingen werden bovendien gekenmerkt door een grote onderlinge rivaliteit. Om stemmen te verkrijgen diende de lokale politicus zich persoonlijk te profileren.’ Het keurslijf van de KVP stond die persoonlijke profilering in de weg. Bovendien was de KVP beducht voor het ontstaan van facties. Pas toen andere landelijke politieke partijen zich met de plaatselijke politiek gingen bemoeien, ontkwam ook het CDA niet langer aan deelname aan gemeenteraadsverkiezingen.
Spoormans en andere onderzoekers onderscheiden twee politieke culturen: de modern-stedelijke en de traditioneel-dorpse. In eerstgenoemde cultuur zijn de landelijke politieke partijen en de landelijke politiek leidend, in de traditioneel-dorpse de persoonlijke band tussen kiezer en gekozene: ‘De politicus ontleent zijn gezag niet aan een partij of partijprogramma, maar aan zijn aanzien in de lokale gemeenschap.’
Het is evident tot welke cultuur de voormalige gemeente Horst altijd heeft behoord. Even evident is welke landelijke partij daar altijd het beste naar heeft gehandeld. Inlijving van gezaghebbende personen binnen de dorpsgemeenschappen en sterk op de persoon gerichte en nauwelijks ideologisch getinte campagnes hebben het CDA nooit windeieren gelegd.
Hoe de huidige situatie in Horst aan de Maas te duiden? Het lijkt erop dat de modern-stedelijke politieke cultuur stukje bij beetje terrein wint: als je de uitslagen van de laatste paar gemeenteraadsverkiezingen bekijkt, blijkt dat het CDA in de kleinere kernen het hoofd nog redelijk boven water weet te houden. Daarentegen resteert in bijvoorbeeld Horst-centrum weinig van de vroegere dominantie.
Ik ben hartstochtelijk voorstander van een gedwongen verhuizing van alle inwoners van de kleinere kernen naar Horst-centrum.

maandag 23 maart 2015

Top 5 – Intrigerende aspecten van het ‘Te Koop Huis’-bord op de hoek Prinses Irenestraat-Westerholtstraat

Op de hoek van Prinses Irenestraat en Westerholtstraat in Horst staat een huis te koop. Geen mededeling die u zal doen wankelen op uw stoel – in Horst aan de Maas staan honderden huizen te koop. Het is een vrijstaand huis, niet opmerkelijk mooi of lelijk of groot. Er zit behoorlijk wat grond bij, maar uitzonderlijk veel nu ook weer niet. Beslist geen onaantrekkelijk huis, maar héél bijzonder? Nee.
Wat doet dit te koop staande huis dan toch uitstijgen boven andere te koop staande huizen? Welnu, het bord waarop kond wordt gedaan van het te koop staan.
Doorgaans concurreren borden waarop kond wordt gedaan van de verkoop van een huis met elkaar in saaiheid,
de bellende jongens van Inter Makelaars uiteraard niet te na gesproken.
Op het eerste gezicht oogt het bord op de hoek Prinses Irenestraat-Westerholtstraat niet minder saai dan het gros van zijn collega-borden. Bij zorgvuldige beschouwing blijkt evenwel dat we hier van doen hebben met een bord met een aantal intrigerende aspecten. Aanleiding voldoende voor een Horst-sweet-Horst top 5 van intrigerende aspecten van het ‘Te Koop Huis’-bord op de hoek Prinses Irenestraat-Westerholtstraat. Komt-ie:
5. De puntjes tussen de laatste acht cijfers van het telefoonnummer. Zie je wel vaker, echter slechts zelden op borden waarop kond wordt gedaan van de verkoop van een huis. Als daarop de cijfers van het telefoonnummer al van elkaar worden gescheiden, dan door middel van spaties. Let er maar eens op.

4. De verhouding tussen kapitaal (‘hoofdletters’) en onderkast (‘kleine letters’). Drie woorden, tien letters, drie kapitaal, zeven onderkast. Te koop huis had meer voor de hand gelegen. Nog meer: TE KOOP HUIS.

3. De vormgeving van het bord. Het doet denken aan een uit de kluiten gewassen plaatsnaambord of een klein uitgevallen snelwegbord. Moet een behoorlijke bom duiten hebben gekost.

2. De compositie van de woorden. Waarom niet gecentreerd? En waarom Huis dan weer wel gecentreerd ten opzichte van Te Koop?

1. De volgorde van de woorden. Als ik het wel heb zijn er zes manieren om de woorden ‘te’, ‘koop’ en ‘huis’ in een volgorde te plaatsen: te koop huis, te huis koop, koop te huis, huis te koop, koop huis te, huis koop te. Waar zou u voor hebben gekozen?
De vraag of het bord bewust zo is ontworpen zoals het is ontworpen, is in feite irrelevant. Waar het om gaat is of het bord effectief (= opvallend) is, en dat is het.

Overigens zou het de verkoper sieren als hij na verkoop van het huis 0,5 procent van de verkoopsom overmaakt op de rekening van Horst-sweet-Horst gezien de wervende uitwerking die dit stukje ongetwijfeld zal hebben.  

Klein mysterie 634 – Declaraties (2)

Ook Horst-sweet-Horst feliciteert Rudy Tegels natuurlijk van harte met zijn uitverkiezing tot lid van Provinciale Staten. Dat hij maar hard mag gaan werken aan de vervulling van zijn tegeltjeswijsheden!
Het zou zomaar kunnen dat Rudy afgelopen dinsdag voor de laatste maal het woord heeft gevoerd in de Horster gemeenteraad. Het liep al tegen twaalven. Over declaraties van het gemeentebestuur ging het. Die moeten volledig openbaar worden, vond Jos Gubbels (D66) en hij diende een motie in om dat te bewerkstelligen (klik hier en ga naar agendapunt 13). Rudy, fractievoorzitter van het CDA, was tegen: 
‘We winnen het vertrouwen van de burger in de politiek niet terug door over incidenten te blijven praten en door te roepen dat het vertrouwen van de burger wegzakt. Ik denk dat het van moed en visie getuigt door juist niet heel veel te zeggen. Daarmee stralen we uit dat we vertrouwen hebben in onszelf, in onze gemeente en in het college. Uiteraard zijn wij voor openheid. Maar boven alles staat vertrouwen. Mogelijkheden om declaraties op te vragen zijn er al genoeg. Wij vinden het van vertrouwen getuigen om het te laten zoals het nu is.’
Zou het zo zijn? Ja, het getuigt inderdaad van moed om er niet heel veel over te zeggen. Maar getuigt het ook van visie? Zou de politiek op deze manier werkelijk het weggezakte vertrouwen van de burger terugwinnen? Of zou de burger denken ‘Zie je wel, ze hebben toch wat te verbergen, anders deden ze er niet zo moeilijk over’?
In één opzicht heeft Rudy gelijk: de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) biedt de burger de mogelijkheid die declaraties in te zien. Alleen moet je daarvoor liefst in drievoud verzoeken indienen, formulieren invullen, vragen beantwoorden, kortom eerst aan allerlei regeltjes voldoen. Regeltjescultuur: was dat nu niet juist wat Rudy zo verafschuwde? En klopt de vaak gehoorde bewering dan niet dat gemeenten horendol worden van al die WOB-verzoeken?
Rudy én – laten we dat er ook nadrukkelijk bij vermelden – Roy Bouten (PvdA) zeggen: ‘Vertrouwen moet het uitgangspunt zijn, niet wantrouwen.’ Een lovenswaardig uitgangspunt, alleen is het uitgesproken door politici tegelijkertijd een volstrekt ongeloofwaardig uitgangspunt. Als dat hele door politici gesponnen web van duizenden regeltjes en wetten nu ergens van getuigt, dan is het wel van een compleet gebrek aan vertrouwen in de burger. Identificatieplicht, camera’s op elke straathoek, bewaren van telefoongesprekken, telefoontaps, registratie van websitebezoek, clubcards bij voetbalwedstrijden, je hele hebben en houden op tafel moeten leggen bij de aanvraag van een uitkering: allemaal uitingen van diep wantrouwen van de overheid tegenover de burger. En als het dan om leden van het gemeentebestuur gaat zouden we ineens vertrouwen aan de dag moeten leggen?
Tot een stemming over de motie kwam het vooralsnog niet, dankzij een geslaagde poging tot damage control van burgemeester Kees van Rooij: volledige openbaarmaking van de declaraties van het college zou wel eens schadelijk kunnen zijn. Met dat internet van tegenwoordig weet je immers nooit wie er met die gegevens aan de haal zou kunnen gaan. Hoe illustratief. 

Intermezzo – Selfiestick

Een tijdje terug langs de spoorlijn Venlo-Nijmegen ter hoogte van het voormalige (en toekomstige?) station Lottum graffiti van een zekere Henry ontdekt.
Kenners van het wereldje zouden me eens aan het verstand mogen peuteren of zulke schilderingen nu tags of throw-ups zijn. En als ze daar toch mee bezig zijn, kunnen ze me misschien ook verdietsen of mijn veronderstelling juist is dat in deze tag dan wel throw-up enige nazisymboliek is verwerkt.
Maar goed, ik dwaal af. Wat me godsgruwelijk irriteerde was dat het huisje aan de spoorzijde nóg een tekening bleek te bevatten. Beter gezegd: niet die tekening irriteerde me godsgruwelijk, wel het feit dat ik er geen goed zicht op kon krijgen door dat verdomde groene hek.
Over het hek klimmen was gezien mijn slecht ontwikkelde grove motoriek geen reële optie. De enige andere optie die ik zag was de trein van Venlo naar Venray nemen en op het juiste moment het knopje van het fototoestel indrukken. Enig heil viel daar evenwel niet van te verwachten gezien mijn slecht ontwikkelde fijne motoriek en ontbrekend gevoel voor timing. Dus blies ik terneergeslagen de aftocht. Maar de schildering liet me niet los – wie weet wat voor fantastische piece ik was misgelopen.

Twee dagen later. Het ei van Columbus. Een selfiestick! Op naar de Action! Twee euro en nog wat neergeteld en hup, op de fiets. Terug naar Lottum met meer dan een meter selfiestick in de fietstas. Camera bevestigen op de stick, stick door het groene hek steken en fotograferen maar. De eerste resultaten waren niet veelbelovend,
maar enige oefening baart kunst.
Selfiestick of niet, beter zou het toch niet worden. Opnieuw droop ik gedeprimeerd af. Ik had me er al bijna bij neergelegd dat ik deze schildering wel nooit op waarde zou kunnen schatten, toen zich een tweede ei van Columbus aandiende: als ik de spoorzijde van het huisje nu eens van de overkant van de spoorlijn zou proberen te benaderen? (Inderdaad, mijn intelligentie is nog slechter ontwikkeld dan mijn grove motoriek, mijn fijne motoriek en mijn gevoel voor timing.) Ziehier het verbluffende resultaat:
Op de koop toe kreeg ik ook nog een tweede tag dan wel throw-up cadeau.
En die selfiestick? Stante pede het raam uit gemieterd!