‘Verpauperd pand Bondserf doorn in het oog’, kopte Hallo Horst aan de Maas vorige week.
Bewoners van het Bondserf in Meterik bleken zich te storen aan de staat waarin
een voormalige champignonkwekerij aldaar verkeert. De plaatselijke dorpsraad
trok bij de gemeente aan de bel en die gaat nu onderzoeken of ze maatregelen
kan nemen en zo ja welke.
Dorpsraadslid Sjaak Jenniskens zegt in het artikel: ‘Zoals
het er nu bijligt, is het in elk geval geen fraai gezicht, om het maar zacht
uit de drukken.’ Hetgeen wordt beaamd door burgemeester Kees van Rooij: ‘We
zijn het met de dorpsraad eens dat het er op dit moment niet uitziet.’
Omdat het altijd beter is te vertrouwen op je eigen oordeel
dan op dat van anderen, heb ik me afgelopen week eens ter plekke begeven. Het
zal wel weer aan mij liggen en ik verkeer misschien nog wat al te zeer onder
invloed van William Christenberry, maar ik zag aan het Bondserf iets heel
anders dan Sjaak Jenniskens, Kees van Rooij en de bewoners. Wat ik zag?
Ik zag jarenlange verwaarlozing die hier een klein paradijs heeft
geschapen. Ik zag planten, struiken en bomen die zonder menselijk ingrijpen
gewoon hun gang zijn kunnen gaan. Ik zag de grip die de tand des tijds langzaam
begint te krijgen op de opstallen van de voormalige champignonkwekerij. Ik zag
een eldorado voor een kat.
Ik zag een gedroomd decor voor buitendingen, een gedroomd
decor voor jongeren die zich voor even willen onttrekken aan het ouderlijk
gezag, een gedroomd decor voor belevingstheater. Ik zag kortom fantastisch
verval. In de Romantiek zouden ze er een moord voor hebben begaan. En wat
zeggen Sjaak en Kees: ‘Geen
fraai uitzicht.’ ‘Het ziet er niet uit.’
Erken nou verdorie toch eens dat ook in verval schoonheid
kan schuilen. Omarm het verval, koester het! Verval hoort nu eenmaal bij de Werdegang van dingen. Waarom zou je je
daarvoor schamen? Waarom zou je het verbergen? Is zo’n perceel in staat van
ontbinding niet veel spannender, uitdagender, prikkelender dan de zoveelste
steriele tuin, fantasieloze woning of eenvormige parkeerhaven die Sjaak en Kees
er ongetwijfeld graag voor in de plaats zouden willen zien? Waarom moet in
godsnaam toch altijd alles ‘netjes’ zijn?
O ja, nog iets. Als daadwerkelijk een omheining rond het
perceel nodig is, waarom dan niet op de manier zoals bij deze woning in aanbouw
op de kruising Kraneveldweg – Kranestraat?
Ziet er minstens zo afschrikwekkend uit als het bouwhek en verspert
bovendien niet het uitzicht op deze parel aan de kroon van Horst aan de Maas (even voor alle duidelijkheid: met 'deze parel' doel ik uiteraard op de champignonkwekerij en niet op het huis in aanbouw).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten