‘Kransen gelegd bij herdenkingsmonumenten in America,
Sevenum, Grubbenvorst, Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Tienray’, twitterde
Kees van Rooij vorige week. Het opmerkelijke was dat onze burgervader deze
tweet niet op 4 mei – Nationale Dodenherdenking – de wereld in slingerde, maar
al een dag eerder. Dus reatwitterde iemand: ‘Wellicht begrijp ik het niet, maar
dit is toch pas morgenavond?’ Wat ik dan weer niet begrijp, is dat de
burgemeester die tweet onbeantwoord liet. Op digitaal aan zijn of haar adres
gerichte grof- en schunnigheden hoeft wat mij betreft geen enkele bestuurder te
reageren. Anders is het met uit belangstelling dan wel verwondering gestelde
vragen van burgers, zoals de bovenstaande. Bestuurders die zich zo nodig op sociale
media willen begeven, hebben in mijn ogen ook de morele plicht zulke vragen te
beantwoorden.
Dat gezegd zijnde, zal er ongetwijfeld een plausibele reden
zijn geweest de kransen een dag eerder te leggen dan te doen gebruikelijk. Sowieso
is het moment waarop de oorlogsdoden (en alles wat daarmee samenhangt) worden
herdacht ondergeschikt aan het feit dát ze worden herdacht. De wereld vergaat
echt niet als onze burgemeester een krans een dag eerder of later legt dan de
rest van Nederland. Waar het om gaat is dat die kranslegging geen routineus
gebaar, geen jaarlijkse verplichting zonder verdere consequenties is. Nee, die
dodenherdenking stáát voor iets. Als het herdenken van de Tweede Wereldoorlog
beperkt blijft tot het memoreren van al het vreselijks dat toen is gebeurd, is
het een vrij gratuit gebaar. Het herdenken krijgt pas werkelijk waarde als het
een vertaling vindt in het heden.
Klinkt allemaal wat abstract, dus laat ik mijn stelling
illustreren aan de hand van twee recente Horster voorbeelden. Als je, nota bene
als politie en nota bene op de dagen voorafgaand aan 4 mei, maar door blijft
twitteren en facebooken over ‘zigeunertypes’ en mensen met ‘Balkan-uiterlijk’
dan kun je nog zoveel kransen leggen op 4 mei of eender welke dag, je laat dan blijken
geen fluit te hebben begrepen van waar dat hele herdenken werkelijk om gaat.
Maar als je je als burgemeester enkele dagen na de
dodenherdenking aansluit (klik hier en hier) bij de oproep bij de uitvoering van het
kinderpardon geen onderscheid te maken tussen overheden, dan laat je blijken dat
die kranslegging geen inhoudsloos gebaar is. Vandaar, ondanks het begin van dit
stukje: hulde aan Kees van Rooij!
Hoe wil je mensen waarschuwen als je geen uiterlijke kenmerken mag noemen?? Er zijn grenzen Wim
BeantwoordenVerwijderenDe burgemeester reageerde wel, echter via DM.
BeantwoordenVerwijderenDM? De Morgen? Dienstmededelingen?
Verwijderen@Mart: Direct Mail vermoed ik, hoewel Direct Marketing ook nog kunnen.
Verwijderen@Liesbeth: wat me - naast het waarom van de kranslegging op 3 mei - ook benieuwd maakt naar het waarom van dat Direct Mail. Maar het is natuurlijk aan de burgemeester en niet aan jou om dat waarom te openbaren.
@Roel: Het spijt me, maar ik zie geen verschil tussen bijvoorbeeld 'Balkanuiterlijk' en 'joods uiterlijk' of tussen 'zigeunertypes' en 'homotypes'.
BeantwoordenVerwijderen