Zaterdag werd in Maastricht een driedelige geschiedenis van Limburg gepresenteerd. Meer dan 1600 bladzijden dik, meer dan 6 kilo zwaar.
Horst aan de Maas komt er bekaaid vanaf met hier en daar een vermelding en als
ik het wel heb één foto. Van gebouw Mooren – dat maakt dan weer veel goed.
Horst aan de Maas mag dan slechts een enkele maal expliciet aan
de orde komen, veel van de geschetste ontwikkelingen en patronen hebben ook op onze
gemeente betrekking. Zoals de ontwikkeling van de lokale politiek in de tweede
helft van de twintigste eeuw. Nee, nu niet meteen afhaken: ik houd het kort,
het thema is lang niet zo saai als het klinkt en Huub Spoormans heeft er in het
derde deel een boeiend artikel over geschreven.
Bij landelijke en provinciale verkiezingen behaalde de KVP
(voorloper van het CDA) in de voormalige gemeente Horst tot in de jaren
zeventig monsterscores. Maar aan de gemeenteraadsverkiezingen deed de KVP nooit
mee, ondanks het bestaan van een plaatselijke afdeling. Gemeenteraadsverkiezingen
waren tot 1978 het exclusieve domein van lokale lijsten. Horst stond hierin
niet alleen, dit fenomeen deed zich in heel Limburg voor. Spoormans legt uit
waarom: ‘Lokale verkiezingen waren en
zijn in Limburg van oudsher sterk gebonden aan personen of kleine groepen. De
verkiezingen werden bovendien gekenmerkt door een grote onderlinge rivaliteit.
Om stemmen te verkrijgen diende de lokale politicus zich persoonlijk te
profileren.’ Het keurslijf van de KVP stond die persoonlijke profilering in
de weg. Bovendien was de KVP beducht voor het ontstaan van facties. Pas toen
andere landelijke politieke partijen zich met de plaatselijke politiek gingen
bemoeien, ontkwam ook het CDA niet langer aan deelname aan
gemeenteraadsverkiezingen.
Spoormans en andere onderzoekers onderscheiden twee
politieke culturen: de modern-stedelijke en de traditioneel-dorpse. In
eerstgenoemde cultuur zijn de landelijke politieke partijen en de landelijke
politiek leidend, in de traditioneel-dorpse de persoonlijke band tussen kiezer
en gekozene: ‘De politicus ontleent zijn gezag niet aan een partij of
partijprogramma, maar aan zijn aanzien in de lokale gemeenschap.’
Het is evident tot welke cultuur de voormalige gemeente Horst
altijd heeft behoord. Even evident is welke landelijke partij daar altijd het
beste naar heeft gehandeld. Inlijving van gezaghebbende personen binnen de
dorpsgemeenschappen en sterk op de persoon gerichte en nauwelijks ideologisch
getinte campagnes hebben het CDA nooit windeieren gelegd.
Hoe de huidige situatie in Horst aan de Maas te duiden? Het
lijkt erop dat de modern-stedelijke politieke cultuur stukje bij beetje terrein
wint: als je de uitslagen van de laatste paar gemeenteraadsverkiezingen bekijkt,
blijkt dat het CDA in de kleinere kernen het hoofd nog redelijk boven water weet
te houden. Daarentegen resteert in bijvoorbeeld Horst-centrum weinig van de
vroegere dominantie.
Ik ben hartstochtelijk voorstander van een gedwongen
verhuizing van alle inwoners van de kleinere kernen naar Horst-centrum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten