Retourtjes Nederland
van Simon Kuper. Bestiarium van J.J.
Voskuil. Beschrijving van een stad
van Dmitri Danilov. Pluche van Femke
Halsema. Koets naar Wenen van Jan
Procházka. Stuk voor stuk prachtige boeken die ik de afgelopen weken tot me heb
genomen. Dit weekend las ik iets dat daar dicht bij in de buurt komt. Vreemd
genoeg betreft het een rapport, en dan ook nog een rapport van een
adviesbureau, Arcadis. Misschien nog wel vreemder is dat ik het rapport inhoudelijk ernstig
tekort vind schieten.
Het gaat om WP 2A/B –
Integrale probleemanalyse Horst aan de Maas – Stationsstraat (klik hier,
klik op agendapunt 7 en klik op 07C). Dit rapport ligt ten grondslag ligt aan
het voornemen een verbindingsweg aan te leggen tussen de Asdonckerweg en
station Horst-Sevenum. Over dat voornemen (en dus indirect ook over het
rapport) heb ik me vorige week behoorlijk negatief uitgelaten (klik hier). Ik
had WP 2A/B toen nog niet gelezen. Zou
ik het wel hebben gelezen dan had dat stukje van vorige week er precies hetzelfde
uitgezien. Hoogstens zou ik eraan hebben toegevoegd dat mocht de weg onverhoopt
werkelijkheid worden, de pijn dan ten minste nog wordt verzacht door het
taalgebruik in het rapport.
Dat het een rapport betreft valt af te lezen aan zinnen als ‘Toekomstige ontwikkelingen vallen onder de
beleidslijn van compenserende maatregelen en kennen dus een ander
financieringstraject, waarbij de veroorzaker van de toegenomen onveiligheid de
vereiste compensatie financiert.’ Inderdaad gruwelijk, maar het zou flauw
zijn daar de nadruk op te leggen. Waar de nadruk dan wel op dient te liggen?
Nou, bijvoorbeeld op het nagenoeg ontbreken van allerlei verhullende Engelse
termen en op het overwegend heldere taalgebruik – een zeldzaamheid als het gaat
om rapporten van adviesbureaus.
Maar wat me vooral zo aanspreekt in WP 2A/B zijn de begrippen die bestaan uit twee of drie aan elkaar
geplakte Nederlandse woorden. Begrippen waarvan WP 2A/B bol staat, waarvan ik nooit had gehoord, die de Van Dale niet
kent en die in sommige gevallen op Google tot slechts enkele treffers leiden.
Begrippen ook waarvan de betekenis me zelfs na lezing van het rapport niet
altijd helemaal duidelijk is. Maar dat mag de pret niet drukken, want het zijn wél
begrippen die over het algemeen lekker bekken. En begrippen die schreeuwen om
een top 5. Voor het zover is eerst een selectie van wat buiten de top 5 is gevallen: voertuigverliesuren,
roodlichtnegatie, aankondigingstijd, aankondigingsweg, baanvaksnelheid,
onderbouwingsdocument, oversteeklengte, wachtrijlengte, opstellengte,
oversteekbaarheid, overwegveiligheid en basisoplossingsrichting.
Maar ik houd u niet langer in spanning, hier komt-ie, de Horst-sweet-Horst
top 5 van heerlijke begrippen uit WP 2A/B
– Integrale probleemanalyse Horst aan de Maas – Stationsstraat:
5. overstaander
Komt slechts één keer in het hele rapport voor, in een
tabel: ‘Gemiddeld aantal overstaanders.’
4. overwegaankondiging
‘De overwegbomen
blijven gesloten nadat de intercity naar Venlo de overweg gepasseerd is,
aangezien de intercity naar Eindhoven dan al in de overwegaankondiging zit.’
3. voorijling
‘De overweg in de
Stationsstraat te Hegelsom (Horst aan de Maas) heeft een netto aankondigingstijd
van 27 seconden en een voorijling van 8 seconden.’
2. wachttijdvermeerdering
‘De
wachttijdvermeerdering is verwaarloosbaar omdat de wachttijd alleen langer
wordt doordat er meer optrekkende voertuigen in de wachtrij staan.’
1. dichtligtijden
‘Deze combinatie van twee treinen in één
sluiting veroorzaakt lange dichtligtijden en daarmee een lange wachttijd voor
het wegverkeer.’
Baanvaksnelheid is geen gek woord. Een baanvak is een stuk spoorlijn, in dit geval Venlo-Eindhoven. En de baanvaksnelheid is dan vanzelfsprekend de snelheid die daar gereden mag worden.
BeantwoordenVerwijderen