zondag 19 april 2020

Intermezzo – Mart van Issum

Afgelopen week overleed op 88-jarige leeftijd Mart van Issum. ‘Clubicoon’ is een vreselijk woord, maar hoe moet je iemand dán noemen die op twee weken na 75 jaar lid was van Wittenhorst en actief was voor de club als speler, (jeugd)trainer en bestuurslid?

Mart van Issum op de schouders nadat Wittenhorst op 20 juni 1953 in Roermond onder het toeziend oog van 5300 toeschouwers naar de tweede klasse is gepromoveerd. 
Om de voetballer Mart van Issum helemaal op waarde te kunnen schatten, moet je van een zekere leeftijd zijn: hij speelde 56 jaar geleden zijn laatste wedstrijd in het eerste elftal van Wittenhorst. Middenvelder was hij, technisch vaardig, elegant, sterk aan de bal, goed overzicht. Meer dan tweehonderd competitiewedstrijden in veertien seizoenen, zeven jaar aanvoerder, kampioen in de derde klasse in 1952 en 1953. In 1953 na drie legendarische promotiewedstrijden tegen Linne gepromoveerd naar de tweede klasse, in een tijd zonder betaald voetbal het op een na hoogste niveau in Nederland.

Het kampioensteam van 1953 met gehurkt, tweede van rechts, Mart van Issum. Verder staand van links naar rechts: Piet van den Heuvel, Jan Houwen, Frank Boekesteijn, Jeu van Issum, Paul Mol, Piet Peeters en Jozef Geurts. Gehurkt van links naar rechts: Hay van Bergen, Piet Hesen en Lei Duijf.
Ik wil niet beweren dat ik Mart heel goed heb gekend, maar heb hem toch geregeld van nabij meegemaakt. Wat me in de eerste plaats zal bijblijven is zijn onvoorstelbare voetbalgeheugen. Dertig, veertig jaar na dato wist hij momenten uit bepaalde wedstrijden tot in het kleinste detail te beschrijven, inclusief namen en toenamen, daarbij geholpen door het feit dat hij een meesterlijk verteller was. Als hij verhaalde over de jaarlijkse clashes met het gehate Venray of over de werkwijze van kampioenstrainer Frans Debruijn hing je aan zijn lippen.

Mart van Issum in het gedrang tussen doelman Piet Peeters en Lei Duijf (met karakteristieke haarband), tijdens de verloren beslissingswedstrijd tegen Roermond in 1952.
Een voetbalfilosoof was hij ook. Geen notoire grekerd, hoewel hij ook wel eens teleurgesteld werd door zíjn Wittenhorst, maar een beredeneerde mening, een voetbalvisie. Als wedstrijdanalyticus bij Fox zou hij beslist geen slecht figuur hebben geslagen. Aan de analyses van Mart zouden de Mario Beens van deze wereld nog een puntje hebben kunnen zuigen.

Een jeugdige Mart (rechts, staand in de middelste rij) in een team dat in hoofdzaak bestond uit leden van de familie Van Issum en werd aangevuld met enkele neven. Broer Jeu zit rechtsonder. Ook op de foto Jan Schatorjé (staand, derde van links), een andere Horster voetbalicoon.
Anekdote tot slot. De balvaardige Mart speelde jarenlang samen in het eerste elftal van Wittenhorst met zijn broer Jeu, een noeste werker. Ik citeer nu verder Wij blijven trouw die kleuren, het boek dat in 1996 verscheen bij het zestigjarig bestaan van Wittenhorst: ‘Toen er in 1954 een uitnodiging voor deelname aan een wedstrijd van het Limburgs elftal bij de familie Van Issum in de bus viel, gericht aan M. van Issum, was Mart er dan ook rotsvast van overtuigd dat die voor hem bestemd was. Dit bleek echter niet het geval: tot teleurstelling van Mart was Jeu de uitverkorene. Op het middenveld speelde hij tegen Belgisch Limburg een puike wedstrijd, maar Mart is er tot op de dag van vandaag van overtuigd dat die uitnodiging eigenlijk voor hem bestemd was.’ Ook toen al waren de wegen van de KNVB ondoorgrondelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten