Afgelopen week overleed op 88-jarige leeftijd Mart van Issum. ‘Clubicoon’ is
een vreselijk woord, maar hoe moet je iemand dán noemen die op twee weken na 75
jaar lid was van Wittenhorst en actief was voor de club als speler, (jeugd)trainer
en bestuurslid?
Mart van Issum op de schouders nadat Wittenhorst op 20 juni 1953 in Roermond onder het toeziend oog van 5300 toeschouwers naar de tweede klasse is gepromoveerd. |
Om de voetballer Mart van Issum helemaal op waarde te kunnen schatten, moet je
van een zekere leeftijd zijn: hij speelde 56 jaar geleden zijn laatste
wedstrijd in het eerste elftal van Wittenhorst. Middenvelder was hij, technisch
vaardig, elegant, sterk aan de bal, goed overzicht. Meer dan tweehonderd
competitiewedstrijden in veertien seizoenen, zeven jaar aanvoerder, kampioen in
de derde klasse in 1952 en 1953. In 1953 na drie legendarische promotiewedstrijden tegen Linne gepromoveerd naar de tweede klasse, in een tijd zonder betaald voetbal het op
een na hoogste niveau in Nederland.
Ik wil niet beweren dat ik Mart heel goed heb gekend, maar heb hem toch
geregeld van nabij meegemaakt. Wat me in de eerste plaats zal bijblijven is zijn
onvoorstelbare voetbalgeheugen. Dertig, veertig jaar na dato wist hij momenten
uit bepaalde wedstrijden tot in het kleinste detail te beschrijven, inclusief
namen en toenamen, daarbij geholpen door het feit dat hij een meesterlijk
verteller was. Als hij verhaalde over de jaarlijkse clashes met het
gehate Venray of over de werkwijze van kampioenstrainer Frans Debruijn hing je
aan zijn lippen.
Mart van Issum in het gedrang tussen doelman Piet Peeters en Lei Duijf (met karakteristieke haarband), tijdens de verloren beslissingswedstrijd tegen Roermond in 1952. |
Een voetbalfilosoof was hij ook. Geen notoire grekerd, hoewel hij ook
wel eens teleurgesteld werd door zíjn Wittenhorst, maar een beredeneerde
mening, een voetbalvisie. Als wedstrijdanalyticus bij Fox zou hij beslist geen
slecht figuur hebben geslagen. Aan de analyses van Mart zouden de Mario Beens
van deze wereld nog een puntje hebben kunnen zuigen.
Anekdote tot slot. De balvaardige Mart speelde jarenlang samen in het eerste elftal
van Wittenhorst met zijn broer Jeu, een noeste werker. Ik citeer nu verder Wij
blijven trouw die kleuren, het boek dat in 1996 verscheen bij het zestigjarig
bestaan van Wittenhorst: ‘Toen er in 1954 een uitnodiging voor deelname aan
een wedstrijd van het Limburgs elftal bij de familie Van Issum in de bus viel,
gericht aan M. van Issum, was Mart er dan ook rotsvast van overtuigd dat die
voor hem bestemd was. Dit bleek echter niet het geval: tot teleurstelling van
Mart was Jeu de uitverkorene. Op het middenveld speelde hij tegen Belgisch
Limburg een puike wedstrijd, maar Mart is er tot op de dag van vandaag van overtuigd
dat die uitnodiging eigenlijk voor hem bestemd was.’ Ook toen al waren de
wegen van de KNVB ondoorgrondelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten