‘Het verdwijnen van ’t Tömpke zou me werkelijk pijn doen’, schreef ik op 14
februari 2011 (klik
hier). Nu het ruim negen jaar later zover is, is die pijn
er inderdaad. Dat ’t Tömpke sinds acht jaar onder de naam Friture Smulparadijs
door het leven ging, doet daar niets aan af. Ook het feit dat ik het
Melderslose frietkot nooit betrad, vermindert de pijn niet.
En nee, het Smulparadijs mag geen architectonisch hoogstandje zijn, karakter heeft
het wel. Dat je bovendien, schreef ik destijds al, dertig, veertig jaar
terugzet in de tijd. Je zou niet vreemd opkijken als een nozem in leren jackie
z’n opgevoerde Kreidler hier plotseling op de stoep parkeert en eenmaal binnen
doodgemoedereerd een blikje bier bestelt. Of als Lottum de boel kort en klein
komt slaan – een patatje oorlog maar dan letterlijk.
Op de plaats van het Smulparadijs staat al sinds 1962 een frietkraam. Jan
Tielen (‘Friet Jan’) was jarenlang exploitant. In een nieuwsbrief van Stichting
Geschiedenis Melderslo (klik
hier) haalde hij in 2013 kostelijke herinneringen
op. Hij gaf daarin antwoord op vragen als hoe het assortiment er in de jaren
zestig uitzag (friet, knak en rolmops), hoe je in de jaren zeventig illegaal
stroom kon aftappen (door met
klimspoane in elektriciteitspalen te
klimmen) en waar wethouder Boots politiek bedreef (in het café). Ook aan het ontstaan
van de gehaktbal speciaal wijdde Jan enkele woorden:
‘We kwamen begin jaren
70 eens laat thuis van een bruiloft. Ik had nog honger en sneed een gehaktbal
in schijven, schoof er gesneden uienringen tussen en spieste alles aan elkaar
met een dun stokje dat ik uit een naburige heg had gehaald. Ik noemde deze
snack Catweazle, naar een populaire serie die destijds op TV was. Later ben ik
dit maar gewoon een gehaktbal speciaal gaan noemen. Maar deze nu zo bekende
snack is dus mijn idee!’
Op de Facebookpagina van het Smulparadijs maakten de exploitanten Jan en Bea
Marcellis donderdag bekend dat de deur nier meer opengaat. Corona en de daarmee
gepaard gaande anderhalve-meter-afstandseis zijn de aanleiding, al laten ze ook
doorschemeren dat sluiting sowieso in het verschiet lag.
Aan zestig jaar culinaire geschiedenis en alles wat daarmee verbonden is, komt
een einde. Melderslo en Horst aan de Maas verliezen iets dat nooit meer terug
zal komen. Rest de vraag wat er met het kot dient te gebeuren. Het antwoord
lijkt me simpel: naar De Locht ermee, het museum in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten