Ik zou niet van mezelf durven te beweren dat ik hip ben. Nooit geweest ook.
Evenmin zou ik van mezelf durven te beweren dat ik handig ben. Nooit geweest
ook. En toch heb ik ooit een selfiestick aangeschaft en daar met mijn twee
linkerhanden ook nog foto’s van een aanvaardbare kwaliteit mee weten te maken.
Zonder dat mijn fototoestel onherstelbare schade opliep. Achteraf bezien ben ik
daar best trots op: het fototoestel in het wankele houdertje klemmen was een
vrij delicate zaak.
Overigens gebruikte ik mijn selfiestick niet voor het maken van zelfportretten
maar voor een bredere blik op de wereld. Voor mij was het ding vooral een soort
verlengde arm, ideaal om objecten mee te fotograferen waar ik op een andere
manier niet bij kon. Zo herinner ik me dat ik het uitsluitend en alleen aan
mijn selfiestick te danken heb dat ik enkele intrigerende graffiti langs de
spoorlijn in Lottum kon vastleggen (klik ook
hier).
De selfiestick lijkt me een typisch voorbeeld van een rage, een modegril. Kind
van de opkomst van de digitale camera, slachtoffer van de opkomst van de
telefoon met selfiefunctie. ‘Selfiestick’ werd verkozen tot Van Dale Woord van
het Jaar 2014 in de categorie sport & amusement. Zes jaar geleden nog maar.
Daarna was het snel gedaan met de pret. ‘Selfiestick’ is bijgezet bij de
nostalgiewoorden, woorden die het goed doen op feesten en partijen waar mensen
van een bepaalde leeftijd herinneringen aan vroeger ophalen.
Het woord dus afgevoerd naar de nostalgiewoorden, nu nog zien af te komen van
het ding zelf. ‘Rijp voor het museum’, zou je zeggen. Wat wil het gelukkige
toeval? Venray is sinds 27 november een tijdelijk Selfiemuseum rijker, ‘Appie’
genaamd.
‘Daat velt as stroant in en mendje’, zeggen we dan in Horst. Misschien
moet ik gewoon de gemeentegrens oversteken en me daar vandaag of een van de
twee komende weekenden – het is nog geopend van 11 tot en met 13 december en
van 18 tot en met 23 december – eens gaan vervoegen. Wie weet zijn de
organisatoren wel genegen mijn selfiestick een ereplaatsje te gunnen in het
museum. Bijkomend voordeel: heb ik als oudere jongere meteen ook een alibi om in
Appie tussen de ongetwijfeld talrijke jongere jongeren wat rond te neuzen in
een aantal – aldus de website – ‘kleurrijke, creatieve ruimtes’. En om daar ‘door
de felle kleuren heen te kijken en op zoek te gaan naar een dieperliggende
boodschap’. In het ontdekken van dieperliggende boodschappen ben ik dan weer
minder goed. Maar wtf? (Zei ik dat ik niet hip ben?) Dit zou iedereen naar
Appie moeten doen hollen: ‘Hier voel je je weer eventjes kind.’
(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag in iets andere vorm ook in Via
Horst-Venray)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten