vrijdag 26 december 2025

Intermezzo – Kasteelruïne (3)


Deze aanblik van de ruïne van kasteel Huis ter Horst zal het merendeel der Horstenaren van boven de veertig ongetwijfeld bekend voorkomen. ‘Woest romantisch’ lijkt me een aardige omschrijving. De achterzijde van deze op 4 augustus 1991 door een medewerker van het in Delft zetelende OSPA (Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur) aan zijn collega’s verzonden ansichtkaart is eveneens interessant:


‘Een (oud) collega heeft er veel tijd ingestoken om deze oude speelplek weer wat op te knappen’, schrijft de medewerker van het OSTA over de ruïne. Met die (oud) collega kan hij slechts één iemand hebben bedoeld: prof.dr. J.G.N. (Jaap) Renaud (1911-2007), archeoloog, bijzonder hoogleraar Kastelenkunde en gastdocent aan de Technische Universiteit in Delft.

Voor de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis en de Archeologische Werkgemeenschap Nederland leidde Renaud ’s zomers opgravingskampen. Zo ook tussen 1969 en 1976 op de kasteelruïne in Horst. Deelnemers daaraan waren onder meer Jos Schatorjé en Gert Verheijen. Zij haalden in 2008 herinneringen op aan de een jaar eerder overleden Renaud.

Jos Schatorjé: ‘Bij zijn benoeming in Delft kreeg hij als opdracht archeologie en bouwhistorie te koppelen. Zijn studenten moest hij behalve theoretische ook praktische vaardigheden bijbrengen. De ruïne in Horst was daarvoor bij uitstek geschikt.’

Gert Verheijen: ‘Prof. Renaud was van huis uit onderwijzer. Dat was aan alles te merken, didactisch was hij heel goed. Hij was een echte gentleman. Buigen of barsten: om drie uur was het tea time, met citroen en melk. En bij opgravingen verscheen hij altijd keurig in het pak. Ik herinner me een zomer met een hittegolf. Terwijl de studenten in de brandende zon in hun zwemtenue aan het spitten waren, liep prof. Renaud nog met jas en das over het terrein rond. Maar op een gegeven moment trok hij zijn jasje uit, maakte het bovenste knoopje van zijn overhemd los en deed ook zijn stropdas wat losser. Dat was een heel uitzonderlijke concessie.’


Na anderhalve eeuw van verwaarlozing was Renaud de eerste die oog had voor de archeologische en historische waarde van de kasteelruïne. Hij en zijn echtgenote waren dan ook eregasten op de studiedag die de gemeente Horst, het Comité Open Monumentendag en LGOG Kring Horst-Sevenum in 1995 organiseerden over de toekomst van de ruïne.


Maar met zijn opgravingen stond Renaud ook aan de basis van een reeks onwenselijke ontwikkelingen die tot op de dag van vandaag voortduren. Archeoloog en historicus Wim Hupperetz op die studiedag in 1995: ‘Vaak blijkt dat er pas problemen rondom ruïnes ontstaan als ze worden opgegraven.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten