maandag 11 oktober 2010

Actualisatie – Applaus

Als zwarte heeft hij het hier maar moeilijk. ‘Ga toch terug naar je eigen land.’ Hoe vaak krijgt hij het niet naar z’n hoofd geslingerd? Dagelijks wordt hij beschimpt, bespot en vernederd. Al z’n goedbedoelde integratiepogingen ten spijt, voelt hij zich almaar meer buitengesloten. Behandeld als een paria. Steeds vaker en op steeds brutere wijze wordt hij gedwarsboomd in het bijeenscharrelen van z’n dagelijkse kostje. Gezinshereniging zal er wel nooit meer van komen. Uitzichtloos, anders kun je z’n situatie niet noemen. Althans, tot voor kort. Want plotseling gloort er hoop aan de einder. Zit er misschien wel een generaal pardon aan te komen. Maakt verguizing plaats voor bewieroking. Wordt hij niet meer met de nek aangekeken maar op handen gedragen. En dat allemaal dankzij Ronnie Veldkamp. Ronnie wie? Ronnie Veldkamp. Bioloog uit Steenwijk. Eigenaar van Bureau Veldkamp, bureau voor ecologisch onderzoek en advies. Promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dankzij deze Ronnie ziet de toekomst voor de aalscholver – want over hem hebben we het hier – er in één klap een stuk zonniger uit. Wat ontdekte Ronnie namelijk na twintig jaar onderzoek? Dat de aalscholver de visstand in z’n eigen voordeel manipuleert. Simpeler gezegd: de aalscholver is geen visrover, maar juist een viskweker. Ronnie in NRC Handelsblad van 2 oktober: ‘In wateren die door aalscholvers worden bevist, groeit de visstand sneller aan dan in wateren zonder aalscholvers.’Rehabilitatie voor de aalscholver, dat is nog eens wat je noemt opzienbarend nieuws. Bij dezen zou ik dan ook Hengelsportvereniging ’t Bliekske op willen roepen de vorig jaar in de visvijver van de Kasteelse Bossen geplaatste visbeschermingskooien weer als de wiedeweerga te (laten) verwijderen. Andere aalscholverbestrijdingsmiddelen als kruiskroeskarpers en de zogenaamde Cormoshop met onderwatergeluiden kunnen eveneens de mestvaalt op. Vanaf nu moet het motto zijn: ruim baan voor de aalscholver. Na al die jaren van vernedering heeft hij er recht op dat we hem voortaan met alle egards behandelen, hem in de watten leggen, hem vertroetelen. Ik stel wel voor dat we dat klappen er gewoon in houden. Dat wil zeggen: geen agressief geklap meer om het dier te verjagen, maar een beschaafd, warm applausje om hem welkom te heten en hem te danken voor z’n goede daden. Moraal van het verhaal: altijd hoop blijven houden, hope dies last.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten