Afgelopen week werd bekend dat de voormalige landbouwwinterschool aan de
Venrayseweg in Horst behouden blijft. Goed nieuws. In de eerste plaats omdat er
al veel te veel beeldbepalende openbare gebouwen uit de eerste naoorlogse
decennia zijn gesloopt. Maar ook omdat de school een tastbare herinnering vormt
aan de rivaliteit tussen Horst en Venray.
Jongens die na de lagere school meer wilden leren over het boerenbedrijf waren
in de tweede helft van de negentiende eeuw aangewezen op landbouwcursussen in
de wintermaanden. Die groeiden uit tot een vorm van volledig dagonderwijs die de
naam landbouwwinterschool kreeg. Limburg kende landbouwwinterscholen in Sittard
(sinds 1895) en Roermond (sinds 1919).
Na de Tweede Wereldoorlog groeide in Noord-Limburg de behoefte aan een landbouwwinterschool voor de eigen regio. Voor de locatie van die school waren twee gegadigden: Venray en Horst. Venray beriep zich op een deal uit 1945 waarbij de lagere tuinbouwschool in Horst zou worden gevestigd en de landbouwwinterschool in Venray. De tuinbouwschool zou inderdaad naar de gemeente Horst gaan en opende in 1947 in het jeugdhuis in Meterik zijn deuren. Maar toen het in 1949 tot een besluit moest komen over de landbouwwinterschool, herinnerde niemand in Horst en iedereen in Venray zich de afspraak uit 1945 nog. Schriftelijk bewijs ervan ontbrak, het dook althans niet op. Een speciaal in het leven geroepen commissie beslechtte het pleit uiteindelijk in het voordeel van Horst.
‘Slag voor Venray’, schreef de Venrayse deken Berden vervolgens in weekblad Peel
en Maas. ‘Horst, dat sinds dat Venray door de oorlog geslagen machteloos
neerligt, tracht ‘t centrum van Noord-Limburg te worden. Dit achteruit zetten
van Venray, dat tracht overeind te komen, is heel erg.’ De redactie van Peel
en Maas suggereerde dat ‘slechts de persoonlijke voorkeur van de
scheidsrechter’ de doorslag had gegeven. Nogal wiedes: behalve de voorzitter, ir.
A.L.H. Roebroek, eerder onder meer directeur-generaal van de Landbouw, bestond
de arbitragecommissie die de locatie moest bepalen namelijk uit de
burgemeesters van Horst en Venray. Zij prefereerden ongetwijfeld hun eigen
gemeente als vestigingsplaats van de school. Dus uiteraard was de stem van de ‘scheidsrechter’
doorslaggevend.
De Venrayse woede kwam in 1951 tot een kookpunt. Bij de openingsplechtigheid van
de school was een van de sprekers de uit Meterik afkomstige Wim Droesen, Tweede
Kamerlid voor de KVP én, in dit verband meer relevant, voorzitter van de
Vereniging voor Landbouwonderwijs. Droesen noemde Venray in zijn speech ‘een
sportieve verliezer’. Peel en Maas: ‘Misschien had hij beter “bedrogene”
dan “verliezer” kunnen zeggen.’ Dat kon Droesen natuurlijk niet op zich laten
zitten. Einde van het liedje was dat zowel Droesen als Peel en Maas wat
water bij de wijn deden. Het knarsetanden was tot in de verre omtrek te horen.
(Dit is een, met dank aan Jan Janssen, verbeterde versie van het stukje dat gisteren verscheen in Via Horst-Venray)
Na de Tweede Wereldoorlog groeide in Noord-Limburg de behoefte aan een landbouwwinterschool voor de eigen regio. Voor de locatie van die school waren twee gegadigden: Venray en Horst. Venray beriep zich op een deal uit 1945 waarbij de lagere tuinbouwschool in Horst zou worden gevestigd en de landbouwwinterschool in Venray. De tuinbouwschool zou inderdaad naar de gemeente Horst gaan en opende in 1947 in het jeugdhuis in Meterik zijn deuren. Maar toen het in 1949 tot een besluit moest komen over de landbouwwinterschool, herinnerde niemand in Horst en iedereen in Venray zich de afspraak uit 1945 nog. Schriftelijk bewijs ervan ontbrak, het dook althans niet op. Een speciaal in het leven geroepen commissie beslechtte het pleit uiteindelijk in het voordeel van Horst.
(Dit is een, met dank aan Jan Janssen, verbeterde versie van het stukje dat gisteren verscheen in Via Horst-Venray)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten