maandag 10 oktober 2011

Actualisatie – Officieuze straatnamen (7)

Doorgaans ben ik niet zo’n heel groot liefhebber van het voor Horst-sweet-Horst opwarmen van oorspronkelijk elders gepubliceerde bijdragen van mijn hand. In dit geval wil ik een uitzondering maken omdat onderstaande column via een lange omweg eindigt bij een hier nog niet eerder besproken officieuze Horster straatnaam. Het stukje werd enkele weken geleden voor het eerst gepubliceerd in aflevering 45 van Info LGOG Kring Ter Horst. Hier wordt het nu dus opgewarmd. Functioneel opgewarmd.


Historische sensaties

Een stukje graag over historische sensaties, luidde het verzoek. Of beter: míjn historische sensaties. Nooit enige gedachte aan gewijd, maar goed: u vraagt, wij draaien.

Eerst maar eens dat begrip: ‘historische sensatie’. In 1920 gemunt door historicus Johan Huizinga (1872-1945), zo blijkt. Tal van geschiedfilosofische en –theoretische verhandelingen zijn er daarna verschenen over de betekenis van deze term. Maar hoe definieerde de meester zelf de historische sensatie? Als ‘een gevoel van onmiddellijk contact met het verleden, een sensatie even diep als het zuiverste kunstgenot, een bijna ekstatische gewaarwording van niet meer mijzelf wezen, van over te vloeien in de wereld buiten mij, de aanraking met het wezen der dingen, het beleven der Waarheid door de historie, de vatbaarheid voor de onmiddellijke historische suggestie.’ Nemen we die definitie letterlijk, dan kan deze bijdrage hier eindigen. Ik kan me namelijk niet herinneren ooit, oog in oog met een historisch document, object of gebouw, ‘een bijna ekstatische gewaarwording van niet meer mijzelf wezen’ te hebben beleefd.
Anders wordt het als we de woorden van Huizinga wat ruimer interpreteren. Op internet vond ik ergens de volgende omschrijving van het begrip ‘historische sensatie’: ‘Het plotselinge besef dat iemand kan overvallen even contact te hebben met het verleden. Die sensatie is strikt persoonlijk. Ook is de trigger voor dit effect voor iedereen anders.’ Hoewel dit me niet bepaald voorkomt als een adequate interpretatie van Huizinga’s woorden, biedt deze definitie in het verband van deze bijdrage toch meer perspectieven (even afgezien dan van het laatste zinnetje).

‘Het plotselinge besef dat iemand kan overvallen even contact te hebben met het verleden.’ Overvalt mij dat besef wel eens? Een pasklaar antwoord op deze nooit eerder aan mezelf gestelde vraag heb ik niet meteen voorhanden. Daarom enig zelfonderzoek. Ik laat de vier dagen die ik onlangs in Praag doorbracht nog eens de revue passeren. Veel geijkte historische attracties gezien: de Karelsbrug, het joods kerkhof, de burcht, het Strahovklooster en noem verder maar op.
Ergens overvallen door het plotse besef even in contact te staan met het verleden? Om eerlijk te zijn: nee. Ik werd er vooral overvallen door het besef dat Praag een toeristische magneet is. Achteraf beredeneerd zeg ik ook: juist omdat je geacht wordt op dergelijke locaties een historische sensatie te beleven, beleef je haar niet. Bijna per definitie verhindert het feit dat je er op voorbereid bent iets geweldigs of unieks te aanschouwen, de historische sensatie. Zo werkte het althans bij mij, in Praag. Beleefde ik er dan helemaal geen historische sensatie? Toch wel, realiseer ik me nu. Bijvoorbeeld toen ik zomaar ergens m’n gehuurde fiets tegen een muur zette en m’n oog viel op een stoeptegel met een inscriptie die gewag maakte van een vrouw die in 1941 naar een concentratiekamp was gedeporteerd.
Bijvoorbeeld ook toen ik op de Letnaheuvel bij het stadion van Sparta Praag ineens het podium ontwaarde waarop de communistische machthebbers samenklonterden bij de 1 mei-parades.
Dat was Praag. Zoals in Praag zal het me ook wel (zijn) vergaan in Amsterdam, Londen, Berlijn, Milaan en Venlo. Maar hoe zit het met Horst, m’n eigen woonplaats? Beleef ik daar wel eens een historische sensatie? Opnieuw enig zelfonderzoek aan de hand van enkele locaties. De kasteelruïne, de Sint-Lambertuskerk, het oud-kerkhof, de Meterikse molen: als ik er al ooit een historische sensatie heb beleefd dan ligt ze zo ver achter me dat ik me haar niet herinner. Sowieso vraag ik me af of ook hier de historische sensatie er niet te dik bovenop ligt om haar nog daadwerkelijk te kunnen beleven. Pand Mooren of de Mèrthal dan? Komen eerder in aanmerking, hoewel het in beide gevallen geen plotse maar gegroeide bewustwording was. Kun je dat nog een sensatie noemen?
Het plotse lijkt me, hoe langer ik erover nadenk, toch wel erg essentieel voor de beleving van een historische sensatie. Maar kan dat plotselinge besef je nog wel overvallen als je al je hele leven in dezelfde woonplaats doorbrengt? ‘Ja!’, zeg ik na een korte denkpauze vol overtuiging, zélfs als die woonplaats relatief klein is. Eén voorbeeld slechts: onlangs ontdekte ik op een zijmuur van het pand op de hoek Hoofdstraat – Torenstraat de flink vervaagde contouren van het opschrift ‘Wiel Houwenplein’.
Allerlei luiken die voor korte of langere tijd gesloten waren geweest, klapten ineens open. Zomaar enkele associaties die me door het hoofd schoten bij het zien van het opschrift: oorlog, bakker, LGOG, jaren zeventig, VVD, verzet, gemeentehuis. Een historische sensatie van de eerste orde! Ze benaderde zelfs Huizinga’s ‘bijna ekstatische gewaarwording van niet meer mijzelf wezen’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten