Het stukje van vorige week over het Horster leesplankje
heeft via verschillende media tot een aantal prachtige en bruikbare reacties
geleid. Dank daarvoor!
Het lijkt me wel zinnig hier nog eens de reacties op een
rijtje te zetten van mensen die zijn ingegaan op de betekenis en hun gebruik
van de achttien woorden voorkomend op het Horster Laesplaenkske. Hier komen ze:
Roel
van den Bekerom: ‘Ik heb ze allemaal weleens gehoord maar gebruiken doe ik
alleen wek, vrommes, kwakel, zoebele, piers en kieps. Best wal sund eigelijk.’
Sef
Coppers: ‘Slaat gebruik ik nooit dat
is slaaj voor mij net als dat een taffeltrek gewoon een laaj is. Kierke en iëmer gebruik
ik evenmin dat is een bag en een emmer. En jiets gebruik ik zelden omdat dan bijna niemand lijkt te begrijpen
wat je bedoelt. Een mol is daarin tegen wel een moêtwöärm. Maar een molshoop een molshoëp. Haelpe in
plaats van liste is mij dan weer
totaal onbekend. Zou meteen begrepen hebben wat bedoeld wordt maar het woord
zelf is mij onbekend. Bretels zou ik serieus over na hebben moeten denken om op
het woord te komen. Meeste gebruikte woorden zijn ongetwijfeld vrommes (zonder de in andere ons
omringende dialecten negatieve bijklank), kieps,
wek, zoebele, kwakel de rest
komt gewoon minder voor in het dagelijkse gebruik maar worden doorgaans
gebruikt zoals ze ook op het plankje staan.’
Franka Jakobs: ‘Moer,
dat zeiden we vroeger thuis inderdaad. “De moer opzette.” Nu heb ik geen moer
meer en gebruik het woord ook niet meer. Ik heb wel enne liter, ook handig om water in te koken. Kappes, herken ik als kool, vroeger ooit wel gebruikt, maar nu zeg
ik koël. Hetzelfde geldt voor kwekvoars, ik herken het, maar nu is het
kwekker voor mij. Jiets, kwakel en moelbaer, geen
toelichting nodig. Al krijgt bij mij de koarezeiker
vaker voorrang ôppe jiets, ik gebruik
ze allebei. Má ut blauwmenke zingt
mooier, tenminste zolang de maerklaf eum
neet in de gate haet, assie zekdöämpels zit te aete.
Kierkes, ja dat
was als ze net geboren waren, en dat zeiden wij vroeger altijd. Als ze groter
werden, dan werden het baggen. Ik zie
niet zoveel kierkes en baggen meer (wel vrachtwagens vol met
gemeste vaerkes) en gebruik het
daarom ook nauwelijks nog. Vrommes, taffeltrek en piers, ik sluit me bij jou aan. Al werd bij ons vroeger trek wel gebruikt als lade in het
algemeen. (“Kiek márres in de trek”).
Zoebele idem wat je schrijft. Iëmer, herken ik, werd thuis wel eens
gebruikt, maar is bij mij een emmer geworden. Moêtwöärm, gebruik ik, ma d’r
zit al jaore gennen molshoeëp mier in mienen hoaf. Mijn vader had altijd liste ánne bôks en de kieps óp. Geen
bretels/pet voor mij. Snuutje, ken
ik, maar gebruik(te) het nooit. Slaat
ken ik niet, ik zeg sla, soms slaaj. Wek gebruik ik nog steeds, maar ook mik. (“Kwekwek verrek mit ówwe
wek”, Um & Um).’
Erwin
Smits: ‘Ik ken ze allemaal (tuurlijk, anders krijg ik een wats om m’n oëre van ózze pap).
Maar moer, kappes, kierke, vrommes, taffeltrek, iëmer, moêtwöärm, liste en snuutje gebruik
ik nooit. De meeste daarvan gebruik ik in het Nederlands trouwens ook nooit
omdat de gelegenheid óm ze te gebruiken er nooit is. Fluitketel? Biggetje?
Tafellade? Bretels? Zie ik ze nog? Bestaan ze nog? Vrommes vind ik niet meer van deze tijd, daar klinkt wat van
minachting uit. Iëmer is gewoon emmer
of nemmer (“ennenemmer”). Snuutje
was vroeger thuis al een kusje. Slaat
zeggen ze volgens mij meer richting de Afhang, Meterik. Maar jiets, kwakel, kieps, wek ... prachtig toch! Net als merling, taes, taelder en schóttelslet.’
Voorlopige
conclusies:
-
jiets, kwakel, vrommes, kieps en wek zijn nog het meest bekend en in
gebruik;
-
moer zegt
alleen Franka iets;
-
kappes, iëmer en slaat kent iedereen wel, maar worden door niemand gebruikt;
-
ook kierke en
taffeltrek lijken hun beste tijd te
hebben gehad;
-
een wisselend beeld bij piers, zoebele, moêtwöärm, liste en snuutje;
-
over de al dan niet negatieve bijklank van vrommes lopen de meningen ver uiteen;
-
hoogst opmerkelijk (althans voor mij): niemand schijnt nog
kwekvoars te gebruiken;
-
nog opmerkelijker: alleen Franka maakt melding van moelbaer. Ik mag toch hopen dat voor de
andere reagerdeers moelbaer zo’n
doodgewoon Horster woord is dat ze het niet eens de moeite waard vonden eraan
te refereren?
Voor
definitieve conclusies is het nog te vroeg, daarvoor zijn meer reacties nodig.
Dus nogmaals: laat van u horen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten