De toekomst van cultureel centrum ’t Gasthoês. Heel Horst
aan de Maas mag er een mening over hebben, uiteindelijk is het de gemeenteraad
die erover gaat. Morgen maakt de gemeenteraad een keuze uit zes
toekomstscenario’s die het gemeentebestuur heeft opgesteld. Twee weken geleden
was het betreffende raadsvoorstel al meer dan een uur onderwerp van gesprek in
de commissie Samenleving (klik hier en ga vervolgens naar agendapunt 4). Heel
erg vrolijk ben ik er niet van geworden.
‘Ik denk dat we Herberg De Troost te vaak noemen’, zei
verantwoordelijk wethouder Ger van Rensch tijdens die vergadering. Dit in
reactie op het dringende verzoek van alle vier de aan het debat deelnemende
partijen (waar was de SP eigenlijk?) om meer duidelijkheid te verschaffen over
het ‘unieke’ Herberg De Troostconcept. Tja, hoe zou het toch komen dat Herberg
De Troost zo vaak wordt genoemd? Misschien omdat Herberg De Troost een absolute
hoofdrol speelt in vijf van de zes door het gemeentebestuur bedachte varianten
voor de toekomst van ’t Gasthoês? Misschien omdat Herberg De Troost cruciaal is
om een provinciale miljoenensubsidie in de wacht te slepen? Misschien omdat desondanks
ook na meer dan een half jaar nog altijd volstrekt onduidelijk is wat Herberg
De Troost behelst?
De wethouder wierp de commissieleden voor de voeten dat ze
te gedetailleerde vragen stelden en weigerde zelfs een aantal vragen te
beantwoorden. Hij kwam er nog mee weg ook. Maar roep je detailvragen niet over
je af als je in het betreffende raadsvoorstel exact definieert hoeveel vierkante
meters de bibliotheek tot haar beschikking krijgt en de verdere ruimtelijke
invulling van het gebouw onbesproken laat? Als je het toekomstige Gasthoês
taboe verklaart voor sportverenigingen en desondanks de biljartvereniging wel
toe wilt laten, maar de sjoelvereniging niet? Als je becijfert dat de vijftig
optredens per jaar van de Bigband Noord-Limburg en de zestien ‘arthouse films’
per jaar gemiddeld 25 bezoekers zullen trekken en de achttien ‘kernconcerten’
jaarlijks honderd bezoekers?
Geen geneuzel, het gaat nu om de grote lijnen, steunde Bram
Hendrix (Essentie) de wethouder. ‘Welnee’, zei Richard van der Weegen (PvdA).
Hij sprak van ‘een belangrijke stap’: na morgen is er volgens hem geen weg
terug meer. Onzin, aldus Bram Hendrix: ‘Het raadsvoorstel is slechts een
kaderstellend stuk.’ Formeel klopt dat misschien, de Horster praktijk is
anders. Heeft de gemeenteraad eenmaal ingestemd met een ‘kaderstellend stuk’, dan
blijft de verdere bijsturing beperkt tot punten en komma’s – en soms zelfs dat
niet, zo bevestigt een onverdachte bron. De consequenties van instemmen met een
‘kaderstellend stuk’ zijn namelijk ooit (namelijk in Dagblad De Limburger van 22 mei 2007) perfect verwoord door iemand
die terugkeek op 22 jaar lidmaatschap van de Horster gemeenteraad:
‘Door het dualisme zijn we veel minder sturend bezig. Dat vind ik wel eens jammer. Je had als politicus meer controle. Nu ben je vooral kaderstellend bezig. Dat was enorm wennen. Zo zijn we ons rotgeschrokken toen we de plannen voor het nieuwe onderkomen van de bibliotheek in Horst zagen. Het plan was echter al zo vergevorderd dat we niet meer terug konden. Bovendien was het college binnen de door ons gestelde kaders gebleven.’
Wie dat terugkijkende gemeenteraadslid ook alweer was? Ger
van Rensch!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten