‘Het Noord-Limburgsche plaatsje Horst ligt uit de voegen. Het is gedaan met
de heerlijkheid van de landelijke stilte. De boeren, die aardappelen rooien,
kunnen met hun gedachten niet bij het werk blijven en laten den akker eenige malen
per dag een uurtje in den steek om naar het dorpscafé te tijgen. De buurvrouwen
vergeten het dorpsnieuws om elkaar op de hoogte te houden met den stand van
zaken in de herberg. De jeugd verlaat huis en hoeve om urenlang voor de gelagkamer
post te vatten. In de stille dorpsstraten heerscht een ongewone kermisdrukte.’
Het Volk, 12 augustus 1932
Wat er in godsnaam aan de hand is in Horst, begin augustus 1932? Heinz Arntz heeft
café Ritt, gelegen op de hoek Kerkstraat-Herstraat, uitverkoren om zijn eigen
wereldrecord aan-één-stuk-door-pianospelen te verbeteren. Waarom uitgerekend
Horst? Waarom uitgerekend café Ritt? Niemand die het weet. Wie is Heinz Arntz?
Een Duitser, afkomstig uit Düsseldorf, geboren in 1900, voorbestemd om arts te
worden, ernstig gewond geraakt in de Eerste Wereldoorlog, na een vierjarig
verblijf in het ziekenhuis pianist geworden. Waarom hij er heil in ziet duurrecords
pianospelen te vestigen? Waarschijnlijk omdat hij hoopt op deze manier z’n schamele
inkomen aan te vullen. Of dat lukt? Onduidelijk. Vast staat wel dat hij in heel
Europa optreedt (en later ook daarbuiten).
Café Ritt barst op zaterdagavond 6 augustus uit z’n voegen als Arntz aan z’n
recordpoging gaat beginnen. Tot de aanwezigen behoort onder meer burgemeester
Esser. Arntz heeft zich ten doel gesteld z’n eigen record van 121 uur (vijf dagen en nachten!), een jaar
eerder gevestigd, in Horst te gaan verbeteren. 121 uur betekende omstreeks acht
miljoen toetsaanslagen. Met de lichaamskracht die hij gedurende die 121 uur
ontwikkelde, zou volgens nijvere rekenaars 450 duizend kilo kunnen worden
verplaatst.
Gezeten in een rieten stoel en ondersteund door enkele kussens zit Arntz om
zeven uur klaar voor de piano. Op de pianokast: kopjes, schoteltjes, borden,
glazen, twee flesjes eau de cologne, een paar asbakken en een stapel
muziekboeken. Arntz wordt vergezeld door zijn zus, die hem op gezette tijden
van een natje en een droogje moet voorzien. Het sluitingsuur is voor de duur
van de poging opgeheven en kastelein Ritt – ook niet op z’n achterhoofd gevallen
– heeft de prijs voor een glas bier voor deze speciale gelegenheid opgeschroefd
van twaalf naar vijftien cent. Een controlecommissie zal erop toezien dat Arntz
dag en nacht doorspeelt, met dien verstande dat hij volgens de reglementen van
het Internationaler Artistenverband per 24 uur recht heeft op negentig minuten
pauze.
‘Horst heeft de allures eener Weltstadt aangenomen’, schrijft
De Maasbode.
Of Arntz er ook in slaagde z’n eigen wereldrecord te verbeteren? Dat lees je
hier!
Wederom een prachtige blog over het altijd interessante en nijvere Horst. Dat de Duitse musicus voor Horst koos, is niet bevreemdend. Je kon vanwege de allure niet om de plaats heen. En eigenlijk is dit anno nu ook zo. Onze vraag is echter of de pianist Heinz Arntz met de trein naar Horst reisde. En of hij er weet van had, dat de naam van het station Horst-Sevenum was. Terwijl station Horst-Hegelsom meer recht deed en doet aan de geografie. Had hij dit geweten, dan was de begaafde pianist er niet uitgestapt, vermoeden wij.
BeantwoordenVerwijderen