zaterdag 12 september 2020

Intermezzo – Galgenvelden

Voor de afwisseling maar weer eens een duik in de lokale geschiedenis. Nee, nu niet meteen afhaken: geschiedenis is meer dan gaap-gaap. Geschiedenis is óók moord en doodslag. Bijvoorbeeld op dinsdagavond 19 december 1628 als glazenmaker Wijnand Daemkens thuis in zijn woning in Horst wordt doodgeschoten. Consternatie alom. Buren haasten zich naar de plaats delict. Onder hen collega-glazenmaker Hendrik Lenardts, die sinds jaar en dag een vete met Wijnand had. Hendrik kust het lijk van Wijnand. Dit brengt Trien Heynen, echtgenote van Wijnand, tot razernij. Ze is ervan overtuigd dat Lenardts de dader is en wijst hem de deur. Bij daglicht ontdekken de heer van Horst en de schepenen de volgende morgen de voetsporen van de moordenaar. Die leiden naar het huis van Lenardts. Wat blijkt? Diens schoenen passen precies in de gevonden voetafdrukken van de moordenaar! Lenardts wordt gearresteerd, drie dagen lang opgesloten in een herberg en uiteindelijk overgebracht naar de gevangenis van het Horster kasteel.


Op gezag van kasteelheer Johan III van Wittenhorst komt de pijnbank eraan te pas. Lenardts geeft aanvankelijk geen krimp, maar als de beul de schroeven wat steviger aandraait, begint hij te klappen, ten teken dat hij een bekentenis wil afleggen. Als hij is losgemaakt bekent Lenardts dat hij Wijnand heeft vermoord met een in Roermond gekocht geweer. Na de moord had hij het geweer onder de drempel van zijn achterdeur verstopt. Het vonnis van de schepenbank laat aan duidelijkheid niets te wensen over: onthoofding. Wat volgt is een tocht van het kasteel naar het galgenveld. Dat ligt aan de uiterste grens van de heerlijkheid Horst, net voor de brug over de Lollebeek bij Castenray. Lenardts wordt er onthoofd. Zijn lichaam wordt onder de galg begraven – de gewijde grond van de begraafplaats bij de parochiekerk was verboden terrein voor misdadigers.


Met het oog op de afschrikkende werking lagen galgenvelden doorgaans op goed zichtbare locaties aan doorgaande wegen. Een ligging nabij een dorps- of stadsgrens had daar bovenop nog als voordeel dat bezoekers van buiten een extra waarschuwing kregen (vreemd genoeg krijgen ze die tegenwoordig pas als ze het dorp verlaten).


Dit verklaart waarom de Horster galg niet de enige was die nabij de Lollebeek stond opgesteld: aan de overzijde van de beek bevonden zich, terzijde van de doorgaande weg naar Venray, ook nog eens de galgen van Oirlo (van Horst uit gezien rechts) en Venray (links). Waarmee de galgenvelden het verbindingsstreepje, het trait-d’union, waren tussen de heerlijkheden Horst, Oirlo en Venray.


In Castenray struikel je over de monumenten. Wat wil je ook in een plaats die zich afficheert als mònnementedörp? Opmerkelijk dat de galgenvelddriehoek tot dusverre de dans heeft weten te ontspringen. Of heb ik misschien iets gruwelijk over het hoofd gezien?

(Dit stukje verscheen woensdag in ingedikte vorm in Via Horst-Venray. Geraadpleegde bronnen: A.F. van Beurden, ‘Oude justitie te Horst’ in: Peel en Maas, 28 mei 1927; Adolf Steffens, Geschiedenis der aloude heerlijkheid en der heeren van Ter Horst (Roermond 1888) 122-124.)

1 opmerking:

  1. ‘Dat hangt er van af’ zei de man die aan de galg hing.
    Dit was ik, Wim L.

    BeantwoordenVerwijderen