Afgelopen dinsdag vergaderde de gemeenteraad van Horst aan de Maas weer voor het eerst na de zomervakantie. 3 uur, 44 minuten en 17 seconden lang (klik hier). Thuis aan de pc heb ik de hele opname teruggekeken. Mensen die overwegen zich te kandideren voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar raad ik aan dezelfde beproeving te ondergaan. Uitgesloten dat ze daarna nog een raadslidmaatschap ambiëren. Wat een ontluisterende vertoning: krommunicatie, spraakverwarring, gesteggel over niets, oeverloos geouwehoer. Van en tussen gemeenteraadsleden en wethouders, gemeenteraadsleden en de burgemeester, gemeenteraadsleden onderling. Allemaal gevangenen van regeltjes en procedures. Voor een klein deel opgelegd, voor het grootste deel zelf gecreëerd. Grootste slachtoffer: de inhoud.
Neem het gehakketak over omgevingsgesprekken en omgevingsdialogen die wel of niet hebben plaatsgevonden, met wel of niet de juiste personen, met wel of niet de juiste gegevens, met wel of niet de juiste uitgangspunten.
Neem wethouder Rudy Tegels (CDA), die duidelijk probeert te maken waarom woonwagenbewoners geen onderdeel zijn van het Masterplan Wonen:
‘In het Masterplan Wonen hebben we een korte passage gewijd aan de woonwagenbewoners omdat dat zo’n specifieke doelgroep is met z’n eigen rechten. Daarvoor hebben we eigen plaatsen moeten creëren en moeten we samenwerken met Wonen Limburg. Dat moet worden verankerd in een beleid, dus het is geen onderdeel van het Masterplan Wonen. We hebben in het Masterplan Wonen wel de woonwagenbewoners aangemerkt als een van de belangrijkste doelgroepen omdat het hier wel degelijk gaat over wonen, maar wonen voor een specifieke doelgroep die zijn eigen rechten heeft.’Duidelijk?
Neem raadslid Yvonne Douven (VVD), die een ander raadslid, Sonja van Giersbergen (SP), vraagt waarom ze heeft gehandeld zoals ze heeft gehandeld. Antwoord: ‘Daarom.’
Neem het gesteggel over vragen die wel of niet zijn of worden beantwoord, over vragen die wel of niet mogen worden gesteld, over de vraag of vragen mondeling dan wel schriftelijk zijn of moeten worden gesteld.
Reactie van de wethouder: ‘Het is geen arrogantie.’
Yvonne laat het erbij zitten. Waarom dan zo’n grote broek aangetrokken als je je keutel zó gemakkelijk weer intrekt?
Neem gemeenteraadslid Henk Kemperman (D66+GroenLinks) die een bevlogen betoog houdt over de kloof tussen gemeentelijke overheid en burgers. Dat mondt uit in een vertwijfelde oproep aan de burgemeester: ‘Red onze lokale democratie! Ga op zoek naar positief kritische burgers. Luister naar je critici en niet alleen naar de jaknikkers.’ De burgemeester reageert. De gemeenteraad doet er het zwijgen toe. Waarom? Daarom?
Neem de wethouders die in een ander deel van het gebouw zitten en telkens anderhalve minuut moeten lopen om vragen te komen beantwoorden. Waardoor de burgemeester – u weet wel, die van de kort-, bondig- en zakelijkheid – telkens anderhalve minuut moet zien vol te lullen. ‘Komt door corona’, heet het dan. Maar bevindt zich in dat hele grote gemeentehuis dan werkelijk geen kamertje op vijftien seconden loopafstand van de raadszaal?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten