vrijdag 18 juli 2025

Intermezzo – Sleurhut

Ineens stond het er, vorig weekend, aan de Meteriksebaan in America. Geparkeerd aan de bosrand, onder een paar overhangende takken. Niet schreeuwend om aandacht, maar één met zijn omgeving. Alsof het er al jaren stond. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat het er stond. Opvallend door zijn onopvallendheid. Wat het was? Van afstand deed het denken aan een sleephut, een gemakkelijk verplaatsbare kleine jachthut op wielen die je soms bij een akker- of bosrand ziet staan: óók op wielen (geel in dit geval, mogelijk kinderwagenwielen), vergelijkbare locatie, vergelijkbare afmetingen, vergelijkbare schutkleur. 


Van dichterbij had het toch meer weg van een sleurhut, een vreselijk woord, maar in dit uitzonderlijke geval toch te verkiezen boven caravan omdat caravan een grootte en een mate van luxe suggereert die het object aan de Meteriksebaan volkomen vreemd waren.

Wat sleurhut tot een meer geschikte benaming maakt dan sleephut, is dat dit object sterk de indruk wekte een (geïmproviseerde) mobiele woning of op z’n minst een mobiele slaaplocatie te zijn, inclusief puntdak met in de nok een ruitvormig raam. Daarom is de op het eerste oog eveneens in aanmerking komende benaming fietskar(retje) ongeschikt: een fietskar is doorgaans niet bedoeld om in te slapen.


Achter de sleurhut stond zo nu en dan een damesfiets geparkeerd, met een aan het stuur bevestigd rieten mandje. Aan de voorzijde van de hut zat iets dat je een deur zou kunnen noemen. Daarin was iets dat je een raampje zou kunnen noemen uitgespaard. Achter dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen hing iets dat je vitrage zou kunnen noemen. Het geheel oogde als een vredig, huiselijk tafereeltje, zelfs op die momenten dat de damesfiets met het rieten mandje er niet stond en dat dat iets dat je een deur zou kunnen noemen was afgesloten met een hangslot.

Op 7 juli was er op dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen een geprint briefje geplakt met het opschrift 7 juli ’25. Een dag later hing er een geprint briefje met het opschrift 8 juli ’25.


De sleurhut aan de Meteriksebaan prikkelde zowel de nieuwsgierigheid als de verbeelding. Toegeven aan de nieuwsgierigheid en overgaan tot ontraadseling van het raadsel lag op de loer, maar zou dodelijk zijn voor de verbeelding.

Na enkele dagen was de sleurhut weer verdwenen. Die verdwijning voorkwam de ontraadseling. Waardoor de verbeelding gewoon haar werk kan blijven doen. Laat de sleurhut aan de Meteriksebaan voor altijd een raadsel blijven.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in Via Horst-Venray)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten