dinsdag 19 november 2024

Intermezzo – Familie Van Daal-Linders-Otten

 

Ongetwijfeld een zondagmiddag, hoogzomer. De twee oudsten links, de tweeling rechts, de twee middelsten in het midden. De licht geamuseerde blik van het meisje. Is het haar linkervoet die uitsteekt onder de auto? Of toch die van de trotse chauffeur? Hij wil later trouwen met het meisje. Een godsvermogen moet de auto hebben gekost. Hoe zou het de auto in zijn verdere leven zijn vergaan? Gekoesterd als relikwie? Veronachtzaamd nadat ze alle zes de trapautofase waren gepasseerd? Hoog opgetrokken jongenssokken. De tweeling zoals altijd onafscheidelijk. De licht bedrukte blik van de meest linkse jongen. Legerachtige jas. De vaderlijke hand van zijn oudere broer op zijn schouder. Man to be, die oudere broer. Toch schemert ook onzekerheid door in z’n beginnende grijns.

De tekst is van mij. De foto kreeg ik zondagmiddag samen met zes andere foto’s van iemand per mail toegezonden. De begeleidende tekst luidt als volgt:

‘Uit de nalatenschap van mijn moeder heb ik een foto-album ontvangen. Daar staan veel foto's in van rond 1900-1920 schat ik. Mensen die ik niet ken maar waarvan ik weet dat een groot deel afkomstig is van de familie van Gerard van Daal uit Horst. Mijn moeder heeft dit album ontvangen via haar peettante (Geertruida Otten 1876-1954). Geertruida Otten was een zusje van Aleida Otten (1866 Zevenaar-1954 Horst). Aleida Otten uit Zevenaar trouwde in 1906 met de welgestelde koopman Gerard van Daal uit Horst (1855-1943). Gerard van Daal was eerder getrouwd met Elisabeth Linders (1861-1902). Ze woonden (o.a.) in de villa die hij, zoals u in een blog schreef, blijkbaar op bizarre wijze kocht van dhr. Lucas. Het album wil ik graag in mijn bezit houden. Maar als er nazaten zijn van de familie Van Daal-Linders-Otten, die graag digitale foto's willen ontvangen (behalve de foto’s in deze mail zijn er nog meer) dan zend ik deze gaarne toe.’

De villa uit de mail ligt aan het begin van de Venloseweg en heet tegenwoordig Renschdael, maar was eertijds vernoemd naar Elisabeth Linders, de eerste echtgenote van Gerard van Daal.

Twee vragen:
1. Zijn er nazaten van de familie Van Daal-Linders-Otten die graag digitale foto’s uit het album willen ontvangen? Zo ja, stuur me dan een e-mail (horstsweethorst@gmail.com) en ik breng u in verbinding met degene die mij bovenstaande mail stuurde.
2. Wie kan mij meer informatie verschaffen over de eerste foto bij dit stukje en de vijf foto’s hieronder?





vrijdag 15 november 2024

Intermezzo – Bergen

Als kleuter was een bezoekje aan de Gaelen Bérg in de Schadijkse Bossen in Meterik een van mijn favoriete uitjes-binnen-handbereik. Zalige middagen heb ik er doorgebracht, berghutten bouwend van gevonden takken, van boven de boomgrens dalwaarts rollend, woeste bergrivieren creërend met behulp van een schepje en een fles water, imposante zandkastelen bouwend op de flanken van de berg.


Veel hoger dan een meter of tien is de Gaelen Bérg, die officieel Sint-Martinusberg heet en volgens mij ook wel eens Witten Bérg wordt genoemd, niet. Toen we enkele jaren later op vakantie gingen naar Luxemburg, moet voor het eerst tot me zijn doorgedrongen dat ‘berg’ een rekbaar begrip is.


Het afgelopen weekend bracht ik voor een groot deel door in het charmante Heerlen. Op het programma: een bezoek aan het Dutch Mountain Film Festival. Vijf documentaires en speelfilms gezien die zich in het hooggebergte afspelen. Maar zondag ook deelgenomen aan een onderdeel van het flankerend programma van het festival: een wandeling van ruim twintig kilometer van Aken naar Heerlen. Een stuk van de route voerde over de Dutch Mountain Trail. Deze langeafstandswandeling door Zuid-Limburg en het Belgische en Duitse grensgebied doet zeven bergen aan. De top van de hoogste, de Schneeberg, ligt 257 meter boven NAP. Terwijl ik de Wilhelminaberg (225 meter) beklom, werd ik me opnieuw bewust van de rekbaarheid van het begrip ‘berg’.


Is het hoogmoedswaanzin om een verhoging in het landschap van 10, 257 of 225 meter tot berg te bestempelen? Maar hoe hoog moet een berg dan wél zijn om ‘m berg te kunnen noemen? Valt een berg überhaupt te definiëren aan de hand van een bepaalde hoogte? In elk geval volgens Wikipedia niet. Dat noemt een berg ‘een landvorm die uit een beperkt gebied bestaat dat duidelijk hoger is dan de omgeving’. Als je het op die manier bekijkt, getuigt het juist van een minderwaardigheidscomplex als je niet elk bultje in een verder vlak landschap ‘berg’ zou noemen. Geen hoogmoedswaanzin dus maar gezond zelfbewustzijn.


Net voor het bereiken van de top van de Wilhelminaberg kwam ik zo ineens tot het waanzinnige inzicht dat ik, zonder het te beseffen, al mijn hele leven bewoner van een berggebied ben, met behalve de Gaelen Bérg, in mijn onmiddellijke nabijheid onder meer ook de Homberg, de Lichtenberg, de Reulsberg, de Peelbergen, de Kreitenberg, de Kronenberg (‘Monte Corona’), de Genenberg, de Nieuwenberg en niet te vergeten de Zuringsberg, waarvan de top op 56 meter boven NAP ligt.


En het mooie was: volgens een op aandringen van mijn medewandelaars geconsulteerde arts bleek ik als nieuwbakken bergbewoner niet aan hoogteziekte dan wel verstandsverbijstering te lijden.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

woensdag 13 november 2024

Horst in oude ansichten (6) – Sint-Lambertusplein

De jaren zeventig in volle glorie, badend in de zon. Het jongetje rechts is ongetwijfeld gestoken in een korte broek. Schreeuwerigheid zal pas in de volgende decennia haar intrede doen in het straatbeeld. Fier torenen antennes uit boven de zadeldaken. De lantaarnpalen moeten het doen met een plat dak. Autoverkeer is nog toegestaan in beide rijrichtingen, in de Kerkstraat, in de Steenstraat, op het Sint-Lambertusplein, zelfs in de Loevestraat. Maar geen rijdende auto’s. Wel verkeersborden in overvloed. Blau, blau, blau blüht der Volkswagen, al net wel of nog net niet voorzien van een verplichte autogordel. De gesloten gevelwand rechts staat als een huis. Op de laagste gevel een rood bord met daarop in witte kapitalen het woord ‘Kapsalon’. Kapsalon Kleeven – guitige kapsalonnamen zullen pas in de volgende decennia hun intrede doen. Kleuterherinneringen aan zaterdagochtenden in de afgeladen wachtruimte, zittend op een houten stoeltje, naast m’n vader, eindeloos wachtend op m’n beurt. Vleugje Stille Zuidzee dankzij het aquarium in de hoek. Verveeld plaatjes kijken in de tijdschriften uit de leesmap. Vader Lowie en zoon Theo Kleeven knippend. En scherend. En orerend. Eindelijk aan de beurt. Knip knip knip en klaar is Kees. Hup, snel de deur uit, de jaren zeventig in.

dinsdag 12 november 2024

Intermezzo – NK Tegelwippen

Spannende dag morgen! Dan wordt namelijk bekendgemaakt welke gemeente Nederlands kampioen Tegelwippen 2024 is geworden! Venlo zou daarbij wel eens hoge ogen kunnen gooien: onze grote buurman was tot voor kort koploper in de tussenstand. Nu al staat vast dat dit jaar in totaal in Nederland 5.552.043 tegels zijn gewipt. Fijn detail: de telling geschiedt op basis van TPI (gewipte Tegels Per 1000 Inwoners). Nog fijner detail: de echte sterspelers, de ‘wippers’, maken kans op verschillende prijzen.


Wie het NK Tegelwippen in 2024 in elk geval niet gaat winnen is de gemeente Horst aan de Maas, die niet tot de deelnemers behoorde. Tot zover het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat ons college van burgemeester en wethouders inmiddels alle seinen op groen heeft gezet voor deelname aan het NK Tegelwippen 2025! Het college deed dit in Raadsinformatiebrief 24.073 (klik hier).


Wat Raadsinformatiebrief 24.073 zo geweldig maakt, is de toewijding die eruit spreekt. Aan alles lees je af hoe zorgvuldig het college alle argumenten voor en tegen deelname aan het NK Tegelwippen 2025 uiterst zorgvuldig tegen elkaar heeft afgewogen. Dat burgemeester en wethouders niet over een nacht ijs zijn gegaan blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ze te rade zijn gegaan bij de gemeente Venlo: ‘Uit navraag over hun deelname en succes blijkt dat er met name veel tegels gewipt zijn vanuit gemeentelijke (reconstructie)projecten. Die gewipte tegels tellen namelijk ook mee voor het NK Tegelwippen. Het aandeel gewipte tegels vanuit particulieren in Venlo is relatief klein (< 8%).’ Maar dit laatste zegt niets over het daadwerkelijk aantal gewipte tegels door particulieren, zo benadrukt het college: ‘Doordat niet iedere inwoner dit zelf registreert (met foto’s), worden zeker bepaalde hoeveelheden gewipte tegels door inwoners gemist in het totaal resultaat.’


Toch acht het college ‘puur de losse deelname’ aan het NK Tegelwippen niet zinvol. ‘Maar kun je het NK Tegelwippen inzetten als communicatiemiddel om bestaande en nieuwe mogelijkheden voor inwoners om hun tuin en woonomgeving te vergroenen, dan is deelname zeker aan te bevelen.’ Het NK Tegelwippen past, aldus het college, namelijk prima in het rijtje van Waterklaarbus en Steenbreek-gemeente.


Voor het geld hoeven we het NK Tegelwippen 2025 niet te laten: met 25 duizend euro ben je wel klaar. En daar zijn dan nota bene de kosten van de Tegeltaxi al bij inbegrepen! Tegelwippers maak je borst maar nat!

Soms heb ik de neiging god op m’n blote knieën te bedanken voor het feit dat ik inwoner van Horst aan de Maas mag zijn.

dinsdag 5 november 2024

Intermezzo – In America

America. Dát stiët. Althans vandaag nog. Verkiezingsdag. Vandaag het uitgelezen dorp voor vox popjes zou je denken. Snelsnel wat meninkjes van lokalo’s scoren en vlug weer inpakken die hap. Desalniettemin geen cameraploeg, quotezak, journalist of ander mediagespuis te bekennen. In het verleden al te vaak afgekloven bot, te vaak bewandeld pad?


United through madness. Zit beslist wat in. Toch weerstand proberen te bieden aan de nagenoeg onbedwingbare neiging op deze dag elk woord, elke frase, elke slogan die ik tegenkom een lading mee te geven die de schrijver/bedenker onmogelijk kan hebben bedoeld.


Watergang Grauwveen meets Kabroeksebeek én Watergang Grauwveen crosses Kabroeksebeek en verandert van naam in Aanvoerleiding Hegelsom. Aquaduct van 1964 tot 2023, sinds een jaar getransformeerd in een waterval.


Weerstand proberen te bieden aan de neiging dat vallend water te bestempelen tot de Americaanse variant van de Niagara Falls. En de Kabroeksebeek tot de Americaanse variant van Moon River.


Op de speelplaats van kindcentrum (gggrrr) De Wouter rijdt een jongetje op een tractor. In de laadbak een nog kleiner jongetje. ‘De olie is nu op en we staan bij het tankstation’, zegt de chauffeur tegen de bijrijder. ‘Popperdepoppop’, zegt de bijrijder als ze hortend en stotend wegtuffen. Vervolgens verdwijnt het woord oliemagnaat voor een hele tijd niet meer uit m’n hoofd. Is of was Trump oliemagnaat?


Zouaven, onder wie ruim drieduizend Nederlandse vrijwilligers, verdedigden tussen 1861 en 1870 de kerkelijke staat tegen indringers. De in Broekhuizen geboren Johannes Vollebergh was zo’n vrijwilliger. In 1894 verhuisde hij naar America, vandaar die straatnaam. Hoef je nu niet meer om te komen, duizenden vrijwilligers die Vaticaanstad verdedigen. Wel om vrijwilligers die bereid zijn de democratie of de rechtstaat te verdedigen?


Cafetaria Hap & Stap. The land of the free and the home of the brave. Ferm in Chinese handen. Coca Cola zit net iets minder hoog te paard dan het Vrijheidsbeeld. Voor de friteszak is slechts een bijrol weggelegd. ‘Vrijheid, blijheid’, zegt een man die me foto's heeft zien maken.


De zon begint onder te gaan. Het Wilde Westen houd ik maar voor gezien. Weerstand proberen te bieden aan de neiging De Piël in brand erin te gooien.


When the work's all done and the sun’s settin’ low / I pull out my fiddle and I rosin up the bow / Kids are asleep so I keep it kinda low / And thank God I’m a country boy


America. Dát stiët. En bitje scheif. 

woensdag 16 oktober 2024

Intermezzo – Water

Woord van de week: water. Water dat tegen de plinten klotst, maar zomaar water uit de kraan drinken? Geen denken aan! So near and yet so far. In greifbarer Nähe. Tantaluskwelling. Facebook als bron van zalig watervermaak. De het-valt-allemaal-wel-meeërs: ‘Wat een paniek weer om niks.’ De onvermijdelijke complottheoretici: ‘Het is een test hoe mensen erop reageren. Gedragsexperiment... WEF agenda...’ De defaitisten: ‘Dit geneuzel van water koken voor gebruik zou wel eens veel langer kunnen gaan duren dan 3 dagen...‘ De relativisten: ‘Ik heb gewoon koffie gedronken met kraanwater. Nergens last van!’ De grapjurken: ‘Beetje e-coli is goed voor je weerstand.’


Het op mezelf betrekkend: tot dit weekend was drinkbaar water uit de kraan voor mij een feit. Een vanzelfsprekendheid, nooit ook maar het begin van een gedachte aan gewijd. Aan het begrip waterleiding evenmin. Tijd voor een regionaal-historisch inhaalslagje – je moet het water koken als het heet is. Verwacht geen afgerond verhaal, geen stromend water, alleen wat druppels.

In Horst begon de aanleg van een waterleiding pas in de eerste naoorlogse jaren. In Griendtsveen pas jaren later. Nog in 1954 berichtte het Dagblad voor Noord-Limburg vanuit het Peeldorp dat ‘kinderen soms plat op hun buik liggend het water uit de kanalen drinken en dat vele ouderen dit water in gekookte toestand aanwenden voor huishoudelijke consumptie’.

De eerste Venrayse plannen voor de aanleg van een waterleiding dateren al uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Daar ontbrandde in 1925 een heftige discussie over de noodzaak van een waterleiding. ‘Eenige Steegsche boeren’ luchtten hun hart in Peel en Maas: ‘Wat is hier in Venray gevaarlijker, dat ontzettende stofopjagen der wegenvernielers of het slechte drinkwater?’ Ze vonden ‘het voor Venray nog niet de tijd zich stadsch voor te doen’.

Uiteindelijk kreeg ook Venray pas in de eerste naoorlogse jaren de beschikking over een moderne waterleiding. En daarvoor? Daarvoor was men, ook in Horst aan de Maas, aangewezen op regenwater, putten en gemeenschappelijke pompen. Gezondheidscommissies rapporteerden overal in Noord-Limburg tot in de jaren dertig met grote regelmaat over de inferieure kwaliteit en de ziekmakendheid van het drinkwater.

Intussen druppelde maandag het bericht door dat het drinkwater in Horst aan de Maas nog zeker tot donderdag moet worden gekookt. Uiteraard regende het weer Facebookreacties. Een zekerweter: ‘En donderdag is het nog niet opgelost.’ Net zo laat was het: intussen is vandaag het bericht doorgedruppeld dat het drinkwater in Horst aan de Maas nog zeker tot zaterdag moet worden gekookt. Uiteraard regent het weer Facebookreacties. Een nu-nu-heeft-het-onderhand-wel-lang-genoeg-geduurdtenaar: ‘Pffff nog langer deze onzin…’

Zalig degenen die gods water over gods akker laten lopen.

(Dit is een geactualiseerde versie van het stukje dat vandaag in iets andere vorm verscheen in Via Horst-Venray)

maandag 14 oktober 2024

Intermezzo – Johan Neeskens (2)

‘Twijfelachtig’, noemde ik het een week geleden (klik hier) of de op 6 oktober overleden overleden Johan Neeskens ooit in Melderslo had gevoetbald. Nou, dat heb ik geweten! Van verschillende kanten kreeg ik te horen dat Nees wel degelijk Melderslose bodem heeft gekust.

John van Helden berichtte: ‘Zeker is hij in Melderslo geweest. Het was een mooie zaterdagmiddag. Ik heb de originele handtekening nog.’


Gé Peeters leverde het ultieme bewijs: een op zaterdag 28 mei 1977 gemaakte foto op het terrein van recreatieclub Paradijsvogels in Melderslo. Daarop is Johan Neeskens (die middag actief voor Paradijsvogels) in duel met Sjaak Swart (die middag actief voor Oud-Ajax). Op de achtergrond volgt scheidsrechter Piet Peeters (de vader van Gé) het duel nauwlettend.


Gé meldde verder dat ook hij handtekeningen had. Herinneringen misschien eveneens? ‘Helemaal niet; geen flauw idee of onze pap of ik die handtekeningen heb veroverd… Geen flauw idee wie er nog meer waren. Een groot zwart gat!’

In het archief van Geschiedenis Melderslo ontdekte ik vervolgens dankzij de medewerking van Jarvin van de Ven dat Johan Segundo ook nog eens driemaal scoorde voor Paradijsvogels. Uiteindelijk won Oud-Ajax met 5-6. Citaat uit het verslag van de wedstrijd in het Dagblad voor Noord-Limburg:
‘Onder een stralende zon hebben bijna 2000 mensen de voetbalkunsten van Johan Neeskens, Johnny Rep en Gerrie Mühren, drie in Spanje spelende “toppers”, die dank zij bemiddeling van Sjaak Swart naar Melderslo waren gekomen, kunnen bewonderen. Vooral Johan Neeskens was bij het publiek erg in trek. Neeskens was in het geheel niet van plan het “zomaar even rustig aan te doen”. Met volle inzet spelend nam hij drie van de vijf doelpunten van Paradijsvogels voor zijn rekening.’
Neeskens ging voorafgaand aan zijn tweede doelpunt trouwens wel even in conclaaf met scheidsrechter Piet Peeters. Nogmaals het Dagblad voor Noord-Limburg:
‘Paradijsvogels nam na een half uur spelen de leiding door een afstandsschot van Johan Neeskens en twee minuten later kon Neeskens van dichtbij doelman Bertus Hoogerman gemakkelijk passeren. Iedereen dacht namelijk aan buitenspel en ook Neeskens zelf moest even scheidsrechter Piet Peeters raadplegen of hij kon doorspelen of niet.’

Enkele dagen later luidde de kop boven een artikel in het E3 Journaal (eveneens opgeslagen in het archief van Geschiedenis Melderslo): ‘Neeskens stal de show in Melderslo’. Citaat uit het artikel: ‘De thuisblijvers die dachten dat de ex-Ajacied zich niet voor honderd procent zou geven, zijn bedrogen uitgekomen. Alsof het kampioenschap op het spel stond, speelde Neeskens.’ Het artikel ging vergezeld van een foto waarop Neeskens wordt belaagd door handtekeningenjagers. Die jongen met die bril, derde van links, is dat misschien Gé? Gé desgevraagd: ‘Dat zou inderdaad kunnen.’


En die jongen in spijkerpak, die Neeskens om een handtekening vraagt? Onafhankelijk van elkaar komen we tot de conclusie dat dat misschien wel André Boekesteijn is.

woensdag 9 oktober 2024

Intermezzo – Gymzaal Meterik

Gisteren werd bekend dat onze plaatselijke Zonnekoning zijn begerig oog op de voormalige gymnastiekzaal in Meterik heeft laten vallen. In afwachting van de mogelijke joyeuse entrée aldaar van le roi soleil alvast wat over de geschiedenis van dit aan de Sint-Jansstraat gelegen pand.


Wat tot vorig jaar een gymzaal was, werd in 1891 gebouwd als school. Meterik beschikte al minimaal vanaf de eerste helft van de achttiende eeuw over een eigen lagere school. In 1849 opende op de huidige locatie een nieuwe school zijn deuren. Na veertig jaar voldeed dit gebouw niet meer. In 1891 werd daarom besloten tot nieuwbouw op dezelfde plek. Tot architect werd uitverkoren de in Roermond gevestigde Jan Jorna (1854-1927). Een jaar eerder had dezelfde Jorna al het gemeentehuis aan de Steenstraat in Horst ontworpen. Tien jaar later was hij ook verantwoordelijk voor het ontwerp van het huidige Gasthoês. Zijn school in Meterik heeft net als beide Horster gebouwen stijlkenmerken van de neorenaissance. Hoewel aanzienlijk soberder uitgevoerd dan gemeentehuis en Gasthoês, is de school evengoed rijkelijk voorzien van decoraties en siermetselwerk. Een markant element is nog altijd het zolderluik in de linker zijgevel.


De afmetingen van de school bedroegen 22,7 x 7,9 meter. De drie klaslokalen waren naast elkaar gesitueerd en vormden een gesloten front aan de straatzijde. Tegen de achtergevel was een gang gebouwd van 16,9 x 2,9 meter. Centraal daarin bevond zich de dubbele deur van de school die toegang verschafte tot de gang waaraan de drie lokalen lagen. Het schoolplein was gelegen achter die gang.


De school was 35 jaar lang bestemd voor zowel jongens als meisjes. Vanaf 1926 gingen de meisjes voortaan naar de bijzondere lagere meisjesschool in het Theresiaklooster. De school aan de Sint-Jansstraat ging verder als openbare jongensschool. Die werd in 1948 omgezet in een bijzondere school, vernoemd naar Sint Tarcisius.


In 1967 kwam een einde aan de schoolfunctie van het gebouw. Zowel jongens als meisjes genoten daarna lager onderwijs in het Theresiaklooster. Het schoolgebouw aan de Sint-Jansstraat ging vanaf 1970 fungeren als entree en kleedgelegenheid voor de aanpalende gymnastiekzaal die verrees op het voormalige schoolplein. De entree werd gecreëerd centraal in de gevel aan de Sint-Jansstraat. Het pand bleef vervolgens tot vorig jaar de functie van gymzaal behouden.

(Dit stukje is voornamelijk gebaseerd op T.H.G. Pubben, Horster historiën 4. Van leem naar steen (Horst 1993) 119-120)

maandag 7 oktober 2024

Intermezzo – Johan Neeskens (1)

Rond een uur of vijf luidde vanmiddag de doodsklok van de Sint-Lambertuskerk in Horst. Ter nagedachtenis aan Johan Neeskens? Vermoedelijk niet. Toch was er wel degelijk een connectie tussen Horst aan de Maas en een van de grootste voetballers die Nederland ooit heeft gehad.


In juli 2010 bivakkeerde Neeskens een week lang met Galatasaray in het Parkhotel. De Turkse topclub had een trainingskamp belegd in Horst en stond sinds kort onder leiding van Frank Rijkaard. Neeskens was een van zijn assistenten.


De trainingen vonden dagelijks plaats op de velden van sportpark Ter Horst.


Of Johan Segundo ook Melderslose bodem heeft gekust, is twijfelachtig, hoewel een bericht uit het Limburgs Dagblad van 28 mei 1977 anders doet vermoeden. De roemruchte cafévoetbalvereniging Paradijsvogels uit Melderslo nam het die zaterdagmiddag op tegen oud-Ajax. De krant meldde dat Paradijsvogels versterking zou krijgen van Johnny Rep, Ruud Geels, Gerrie Mühren en de op dat moment voor Barcelona uitkomende Neeskens.


Maar op beelden van die wedstrijd (klik hier en ga naar 13.22 minuten) is Neeskens niet te zien, net zo min als Geels. Mühren en Rep verschijnen wel regelmatig in beeld, net als Sjaak Swart. Ook op de teamfoto ontbreekt Neeskens, in tegenstelling tot Sjaak Swart (staand, tweede van links), Gerrie Mühren (staand, vierde van links) en Johnny Rep (staand, tweede van rechts).

woensdag 2 oktober 2024

Intermezzo – Veemarkt 5

‘Heb ik dáár nu al die tijd voor om moeten fietsen?’, was mijn eerste reactie bij het zien van de voorgevel van twaalf nieuwe appartementen aan de Veemarkt 5 in Horst, tussen het voormalige postkantoor (Veemarkt 3) en het voormalige brouwershuis (Veemarkt 7), op de hoek met de Herstraat.


Maandenlang was mijn favoriete fietsverbinding met het Wilhelminaplein afgesloten en daarna grotendeels geblokkeerd. Allemaal om de bouw van de twaalf appartementen mogelijk te maken. Steeds koesterde ik de stille hoop dat tegenover mijn tijdelijk ongemak een architectonische aanwinst zou staan. Hoop op een gebouw dat niet per se de concurrentie zoekt met Veemarkt 3 en Veemarkt 7, maar dat wel karakter en een eigen gezicht heeft.


Veemarkt 5 is in opdracht van Wonen Limburg gebouwd door Bouwmij Janssen uit Venray. Nu de bouwhekken zijn verwijderd, mijn favoriete verbinding met het Wilhelminaplein is hersteld en ik Veemarkt 5 met eigen ogen heb kunnen aanschouwen, rijst bij mij de vraag of er wel een architect aan het gebouw te pas is gekomen. Kan het misschien zo zijn dat het ontwerp afkomstig is uit een catalogus en dat een bouwkundig ingenieur of engineer vervolgens alles op maat heeft uitgewerkt?


Ja, Veemarkt 5 maakt de straatwand compleet. En nee, Veemarkt 5 zoekt niet de concurrentie met Veemarkt 3 en Veemarkt 7. Maar karakter en een eigen gezicht heeft het bepaald niet. Veemarkt 5 is kleurloos, mist een eigen identiteit, is volstrekt inwisselbaar. Het had evengoed in Purmerend, Oudenbosch of Stadskanaal kunnen staan. Dertien in een dozijn, nergens valt aan het gebouw af te lezen dat het een aanwinst wil zijn voor deze toplocatie in het Horster centrum.


Op Facebook schrijft iemand over Veemarkt 5: ‘Ik ken nieuwe bewoners, die blij zijn met hun nieuwe woning/appartement. Dat telt! En ach…, smaken verschillen.’ Natuurlijk zijn de bewoners blij met hun appartement (en het is heel goed dat het Horster centrum er twaalf betaalbare appartementen bij heeft gekregen, meld ik er ten overvloede ook nog maar even bij). Maar waarschijnlijk zouden de bewoners even blij of misschien nog wel blijer zijn geweest met een gebouw met een béétje architectonische ambitie. Die ambitie hoeft ‘m niet in allerlei toeters en bellen te zitten, maar kan ook tot uiting komen in iets ingetogens, in iets dat uitblinkt in bescheidenheid.


En inderdaad, smaken verschillen. Mijn bezwaar in dit geval is dat elke smaak ontbreekt, het is zouteloos.

woensdag 25 september 2024

Intermezzo – Californische gronddeal (7)

Lodewijk Burghout, voormalig directeur van Californië BV, had een tijd lang een werkplek op het gemeentehuis van Horst aan de Maas. Hoe zat dat nu eigenlijk?


3 juli
‘De lijnen waren kort. Dit komt ook omdat dhr. Burghout als directeur van een deelneming van de gemeente veel met de gemeente te maken had en enige tijd kantoor hield in het gemeentehuis.’
Aldus onderzoeksbureau Necker op bladzijde 96 van het rapport Onderzoek betrokkenheid Horst aan de Maas bij ontwikkeling zonnevelden Californië B.V.


1 september
‘Voor zover ons bekend heeft dhr. Burghout nooit kantoor gehad in het gemeentehuis.’
Aldus het college van burgemeester en wethouders in antwoord op een schriftelijke vraag van de fractie Hart voor Horst aan de Maas


4 september
‘Het is op z’n minst niet handig dat Californië een postadres, ik zeg met nadruk géén werkplek, in dit huis had.’
Aldus wethouder Eric Beurskens (Essentie) tijdens de gemeenteraadsvergadering van 4 september


5 september
‘Het college heeft in de beantwoording van vragen aangegeven dat: “voor zover ons bekend heeft dhr. Burghout nooit kantoor gehad in het gemeentehuis”. Dit moeten wij corrigeren. Uit ambtelijke informatie blijkt dat dit wel het geval is geweest.’
Aldus het college van burgemeester en wethouders


20 september
‘De heer Burghout heeft sinds december 2022 geen toegang tot een werkplek in het gemeentehuis.’
Aldus het college van burgemeester en wethouders in antwoord op een schriftelijke vraag van de fractie Hart voor Horst aan de Maas


24 september
‘Wat ons opviel in de beantwoording: de heer Burghout heeft sinds december 2022 geen toegang meer tot een werkplek in het gemeentehuis. December 2022… Als ik terugkijk naar het rapport van Necker zou de heer Burghout sinds mei 2021 geen directeur meer zijn geweest van Californië BV. Kan er iets meer duidelijkheid worden gegeven waarom de heer Burghout blijkbaar nog wel toegang had tot een werkplek?
Aldus gemeenteraadslid Rob Driessen (BVNL) in een vraag aan burgemeester Palmen tijdens de raadsavond


24 september
‘Nee, eerlijk gezegd niet. (…) Als u mij vraagt hoe zit het precies, ik weet het niet.’
Aldus burgemeester Palmen in antwoord op de vraag van Rob Driessen


 24 september

‘Dat is wel bijzonder natuurlijk. We hebben het over een lange periode, anderhalf jaar, dat er hier iemand rondloopt die geen directeur is, maar wel toegang heeft tot een werkplek.’
Aldus Rob Driessen in reactie op het antwoord van burgemeester Palmen


 24 september

‘Wat ik me zou kunnen voorstellen, is dat hier een antwoord wordt gegeven dat niet zozeer op de heer Burghout ziet – het staat er wel overigens – maar op Californië BV. (…) Op het moment dat de heer Burghout geen directeur meer was van Californië BV kan ik me heel goed voorstellen dat de heer Burghout hier geen werkplek meer had, maar dat dit wel nog gold voor Californië BV. Maar ik wil dat met liefde uitzoeken om het precies scherp te stellen.’
Aldus burgemeester Palmen in reactie op de reactie van Rob Driessen

Wordt vervolgd dus.

donderdag 19 september 2024

Intermezzo – Lambertus

Behalve Prinsjesdag was het dinsdag ook de naamdag van Lambertus, de heilige aan wie onder meer de kerken van Blerick, Horst en Swolgen hun naam ontlenen. Het zou een misverstand zijn om hieruit de conclusie te trekken dat ik de hele heiligenkalender uit mijn hoofd ken – dat zou ook iets te veel gevraagd zijn van een notoire heiden. Dat ik weet dat 17 september de naamdag is van de heilige Lambertus, heeft meer te maken met het feit dat ik in Horst geboren en getogen ben. En met de kermis in Horst. Die begint namelijk al meer dan vijfhonderd jaar op de naamdag van Lambertus of de eerste zondag daarna.


Zou ook maar één Horster kermisganger er bij stilstaan dat de datum van de septemberkermis verband houdt met de naamdag van Lambertus? De vraag stellen is haar beantwoorden, vrees ik. Niet dat ik ook maar één Horster kermisganger verwijt dat hij dat verband niet kent: hoe zou hij of zij dat moeten weten?

© Hans Werther
Wat de rooms-katholieke kerk en haar vertegenwoordigers ook allemaal op hun geweten mogen hebben, met de teloorgang van het rooms-katholicisme zijn binnen één of twee generaties óók kennis en allerlei rituelen, gebruiken en verhalen verdwenen die eeuwenlang rotsvast verankerd waren in het collectieve geheugen. Wie kent ze nog, de levensbeschrijvingen van heiligen, de functie van de attributen waaraan ze herkenbaar zijn, de ziektes waartegen ze beschermen?


Is het heel erg als je als inwoner van Sevenum niet weet waarom de plaatselijke schutterij is vernoemd naar de heilige Sebastianus? Is het heel erg als je als inwoner van Melderslo niet weet dat de plaatselijke parochie, ontstaan als afscheiding van de Horster Sint-Lambertusparochie, is vernoemd naar Oda omdat deze heilige van haar blindheid genas bij het graf van Lambertus? Is het heel erg als je als inwoner van America niet weet waarom de plaatselijke muziekvereniging Sint Caecilia heet? Is het heel erg als je als inwoner van Horst niet weet waarom de voormalige huishoudschool was vernoemd naar Virgo Fortis? Nee, dat is allemaal niet heel erg: je wordt er niet voor gestraft, je wordt er niet kwaad op aan gekeken en je wordt er al helemaal niet om uitgelachen. Maar als je het antwoord op zulke vragen wél weet, helpt het je om dingen te kunnen plaatsen, om er achter te komen waarom iets is zoals het is.



Wist u trouwens dat Lambertus onder meer patroonheilige is van tandartsen, linnenwevers en boeren en van de huwelijkstrouw? En dat zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen nieraandoeningen, verlamming, oogziekten, tandpijn, veeziekten en weeën? En dat hij vaak wordt afgebeeld met een bisschopsmijter en een zwaard?

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)