maandag 29 december 2014

Intermezzo – Watermolen

Waar ik ook erg van houd, zijn sporen in het landschap die duiden op een eeuwenoude geschiedenis. Sporen die je vaak pas opvallen nadat je erover gehoord of gelezen hebt. De Kasteelse Bossen (Kasteelpark Ter Horst zo u wilt) barsten ervan. Denk bijvoorbeeld aan de nog goed herkenbare restanten van het grachtenstelsel rondom de kasteelruïne.
Een ander historisch relict ligt ingeklemd tussen de Venrayseweg en de A73-oprit Horst-Noord. Tot de aanleg van de A73 liep ongeveer vanaf tankstation De Kamp aan de Venrayseweg een door hoge eiken omgeven hobbel- en tevens olifantenpaadje naar de Tienrayseweg. Dat kwam voorbij aan iets wat ik lange tijd voor een poel aanzag.
Pas toen enkele jaren geleden informatieborden verschenen bij de toegangen tot de Kasteelse Bossen, werd me duidelijk dat die ‘poel’ iets van doen moest hebben met een watermolen die hier ooit had gestaan. Ik sloeg die informatie ergens in mijn bovenkamer op zonder haar echt tot me te laten doordringen. Dat er op de hoek Venrayseweg-Tienrayseweg een bord verscheen met informatie over de watermolen ontging me zelfs volledig. Pas afgelopen zaterdag drong het bestaan ervan tot me door (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
In de sneeuw beleefde ik daar een historische sensatie van de eerste orde: op de plek waar nu A73 en Tienrayseweg elkaar kruisen blijkt tot 1890 in de Molenbeek een dubbele watermolen te hebben gestaan! Als je heel goed kijkt, zie je dat de molen zelfs op de begin negentiende-eeuwse zogeheten Tranchotkaart is weergegeven, middels twee piepkleine rode puntjes (ongeveer in het midden van de afbeelding, op de plaats waar een weg over het blauw gearceerde gedeelte loopt):
Uit dezelfde kaart wordt duidelijk dat mijn ‘poel’ en de andere, ook nu nog zichtbare waterpartijen tussen A73 en Venrayseweg onderdeel vormden van een kunstmatige aftakking van de Molenbeek die achterlangs de watermolen liep.
Informatie over de molen is verzameld door Thijs Pubben en gepubliceerd in deel 4 van Horster historiën (p. 188-190). Daaruit blijkt onder meer dat de watermolen al in een document uit 1365 wordt genoemd. De opbrengsten ervan kwamen ten goede aan de kasteelheren. De pachter woonde op het Meulehoês, iets verderop aan de Venrayseweg.
In de loop van de negentiende eeuw moet de molen geleidelijk in verval zijn geraakt. In augustus 1890 verkocht eigenaar Otto graaf von und zu Westerholt und Gysenberg haar voor 2500 gulden aan de gemeente Horst. Die liet de molen en de bijbehorende waterwerken vervolgens afbreken. Erg grondig lijkt dat niet te zijn gebeurd: nog in 1930 repte A.F. van Beurden in het Venrayse weekblad Peel en Maas van ‘eene bouwval’ ter plekke. De restanten van de kunstmatige aftakking hebben het dus zelfs tot 2014 volgehouden. En ik heb goede hoop dat ze ook 2015 zullen halen. 

1 opmerking: