Waar ik ook erg van houd, zijn sporen in het landschap die
duiden op een eeuwenoude geschiedenis. Sporen die je vaak pas opvallen nadat je
erover gehoord of gelezen hebt. De Kasteelse Bossen (Kasteelpark Ter Horst zo u
wilt) barsten ervan. Denk bijvoorbeeld aan de nog goed herkenbare restanten van
het grachtenstelsel rondom de kasteelruïne.
Een ander historisch relict ligt ingeklemd tussen de
Venrayseweg en de A73-oprit Horst-Noord. Tot de aanleg van de A73 liep ongeveer
vanaf tankstation De Kamp aan de Venrayseweg een door hoge eiken omgeven hobbel-
en tevens olifantenpaadje naar de Tienrayseweg. Dat kwam voorbij aan iets wat
ik lange tijd voor een poel aanzag.
Pas toen enkele jaren geleden informatieborden verschenen
bij de toegangen tot de Kasteelse Bossen, werd me duidelijk dat die ‘poel’ iets
van doen moest hebben met een watermolen die hier ooit had gestaan. Ik sloeg
die informatie ergens in mijn bovenkamer op zonder haar echt tot me te laten
doordringen. Dat er op de hoek Venrayseweg-Tienrayseweg een bord verscheen met
informatie over de watermolen ontging me zelfs volledig. Pas afgelopen zaterdag
drong het bestaan ervan tot me door (klik op de afbeelding om haar te
vergroten):
In de sneeuw beleefde ik daar een historische sensatie van
de eerste orde: op de plek waar nu A73 en Tienrayseweg elkaar kruisen blijkt tot
1890 in de Molenbeek een dubbele watermolen te hebben gestaan! Als je heel goed
kijkt, zie je dat de molen zelfs op de begin negentiende-eeuwse zogeheten Tranchotkaart
is weergegeven, middels twee piepkleine rode puntjes (ongeveer in het midden
van de afbeelding, op de plaats waar een weg over het blauw gearceerde gedeelte
loopt):
Uit dezelfde kaart wordt duidelijk dat mijn ‘poel’ en de
andere, ook nu nog zichtbare waterpartijen tussen A73 en Venrayseweg onderdeel
vormden van een kunstmatige aftakking van de Molenbeek die achterlangs de
watermolen liep.
Informatie over de molen is verzameld door Thijs Pubben en
gepubliceerd in deel 4 van Horster
historiën (p. 188-190). Daaruit blijkt onder meer dat de watermolen al in
een document uit 1365 wordt genoemd. De opbrengsten ervan kwamen ten goede aan
de kasteelheren. De pachter woonde op het Meulehoês,
iets verderop aan de Venrayseweg.
In de loop van de negentiende eeuw moet de molen geleidelijk
in verval zijn geraakt. In augustus 1890 verkocht eigenaar Otto graaf von und
zu Westerholt und Gysenberg haar voor 2500 gulden aan de gemeente Horst. Die
liet de molen en de bijbehorende waterwerken vervolgens afbreken. Erg grondig lijkt
dat niet te zijn gebeurd: nog in 1930 repte A.F. van Beurden in het Venrayse
weekblad Peel en Maas van ‘eene
bouwval’ ter plekke. De restanten van de kunstmatige aftakking hebben het dus zelfs
tot 2014 volgehouden. En ik heb goede hoop dat ze ook 2015 zullen halen.
Leuk! Vooral ook omdat daar mijn roots liggen.
BeantwoordenVerwijderen