Mijn recente tochtje met verkeerskundige Jeroen Smedts langs
een aantal Horster verkeerssituaties (klik hier) beviel me zo goed en leidde tot zoveel
nieuwe inzichten, dat ik vorig weekend op herhaling ben gegaan. Niet opnieuw
met Jeroen, niet opnieuw met een verkeersdeskundige, maar ditmaal met een planoloog
en stedenbouwkundige: Anthony Wijnen, Horstenaar van geboorte, woonachtig in
Hegelsom, opgeleid aan de Academie van Bouwkunst te Rotterdam, werkzaam bij de
gemeente Uden. Bijna vier uur zwierven we vorige week zaterdag door het centrum
van Horst. Veel gezien, veel geleerd. Onmogelijk samen te vatten in een paar
honderd woorden. Toch een poging, en wel in een Horst-sweet-Horst top 5 van met
Anthony Wijnen bekeken en besproken stedenbouwkundige situaties in
Horst-centrum. Komt-ie:
5. Je kunt er dezer dagen niet omheen, wij dus ook niet: het
Sint-Lambertusplein.
Anthony is er globaal gezien wel over te spreken. Het
verdwijnen van de kiosk, enkele jaren geleden alweer, was een zegen, de
verdwenen auto’s eveneens en dat de bomenrij aan de noordzijde niet langer
evenwijdig loopt met de bebouwing, is een hele verbetering. Minpuntjes: de
doeltjes (‘Als je toch iets wil, leg er dan een bal neer’), het
bestratingspatroon en de bomenrij aan de kerkzijde, die van Anthony best een
paar meter noordwaarts had mogen opschuiven. Verder lijken de plaats van de
bomen en de verlichting niet op elkaar afgestemd.
4. Waar ik veelal geneigd ben bouwwerken afzonderlijk te
beoordelen, heeft Anthony een bredere blik: past een gebouw in zijn omgeving of
verstoort het het straatbeeld? Is er harmonie of oogt het als een samengeraapt
zooitje? Op die manier kijkend naar gebouw Mooren is de conclusie onvermijdelijk
dat het disharmonieert met zijn omgeving. Een fantastisch gebouw (vindt ook
Anthony), maar op de verkeerde plaats geland.
3. Een recenter voorbeeld van een ontbrekende relatie met de
omgeving waar Anthony me op wees, is de achterzijde van de nieuwgebouwde
appartementen aan het Cuppenpedje:
Hoe het ook kan, is aan de voorzijde, de Hoofdstraatzijde, van
diezelfde appartementen te zien: de nieuwbouw draagt bij aan het harmonische
straatbeeld, van verstoring is hier geen sprake.
Al ligt het er ook aan vanuit welk standpunt je ernaar
kijkt, merkte ik toen ik er later terugkeerde om foto’s te maken.
2. Anthony maakte me voorts duidelijk dat stedenbouwkundigen
vaak op zoek zijn naar breuklijnen: plekken waar zaken met de rug ten opzichte
van elkaar staan of waar de ene zone ineens overgaat in een andere. Die plekken
markeren ontwikkelingen in een kern. Een mooi voorbeeld daarvan is te vinden
aan de Hoofdstraat. Hoofdstraat, het woord zegt het al. En toch staat daar een
woon-winkelcomplex dat z’n kont naar de straat heeft gekeerd en is georiënteerd
op de achterliggende parkeerplaats.
1. Ook De Librije ontbeert samenhang met de omgeving, vindt
Anthony. Het complex verstoort ook nog eens de hiërarchie: het stelt het
naastgelegen gemeentehuis – wat hiërarchisch gezien toch boven alle andere
gebouwen zou moeten uitsteken – bijna letterlijk in de schaduw.
Met de architectonische vormgeving op zichzelf is in zijn
ogen dan weer niet zo heel veel mis. Hij is het met me eens dat een plat dak
passender was geweest, maar platte daken zijn om de een of andere reden uit den
boze in Horst (de beruchte ‘Horster maat’). Met mij verbaast hij zich er ook over
dat de bibliotheek zo weinig zichtbaar is als gebruiker van het gebouw. En
waarom wordt dat bordes niet benut?
Vat het voorgaande overigens niet te negatief op. Anthony:
‘Ik wil benadrukken dat ik waardering heb voor de inzet van gemeente en andere
partijen voor het centrum. Er zit veel meer energie in dan een jaar of tien,
vijftien geleden. Maar het kan denk ik ook geen kwaad om uit pure betrokkenheid
vragen te blijven stellen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten