‘Ik zou het leuk vinden om een keer met jou door het buitengebied van de
Gortmeule en omgeving te wandelen’, heeft Ton Hoeijmakers me gemaild. Mij lijkt
dat ook leuk. Ton (74) woont al zijn hele leven op De Gortmeule, een boerderij
met een geschiedenis van eeuwen. Dat het verleden er wordt gekoesterd zie je,
voel je, proef je. In alles. De Gortmeule is een van de weinige resterende
plekjes in Horst aan de Maas waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.
We kennen elkaar. De begroeting is hartelijk. Ton begroet iederéén hartelijk.
Het is
zoor deze zaterdagmiddag. Ton heeft een geelzwarte sjaal om.
‘Doet me goed dat je een VVV-sjaal om hebt’, zeg ik. Ton: ‘Het zou ook een
Horster Mannenkoorsjaal kunnen zijn of een voormalige-gemeente-Horst-sjaal.’
Maar ter zake. Terwijl we over de ook al eeuwenoude onverharde toegangsweg naar
de boerderij lopen, zegt Ton dat hij me de mooie maar ook de minder mooie
dingen rondom landgoed De Gortmeule wil laten zien.
Eerste halte is het
Gortmeules Kruus,
in 1915 geplaatst door
Gortmeules Hannes, de
grötvader van Ton.
Het staat onder een majestueuze eik, ooit in de race als dikste boom van
Limburg. De eik heeft een omtrek van 4,78 meter. Zelfs blikseminslag, in 1984,
heeft de oude reus niet klein kunnen krijgen. Kruis en eik vormen samen wat je
tegenwoordig een
landmark noemt. ‘Koesteren’, zou je denken. Toch zijn
er bedreigingen: het is niet uitgesloten dat in de toekomst een kas en een
biomassacentrale het vrije zicht vanaf de Schengweg op kruis en eik zullen bederven.
Dat vooruitzicht stemt Ton verdrietig. Zo verdrietig dat hij binnenkort gaat
inspreken in de gemeenteraad.
We lopen verder richting Veld-Oostenrijk. Ton vertelt over het
Kloetswegske,
over de twaalf boerderijen die samen
d’n Östrik vormden, over markante
bewoners, over het beekje dat tussen Veld-Oostenrijk en Venrayseweg stroomt en
waarvan ik nu eindelijk de naam leer kennen:
Schoot. Ton heeft er niet
voor gestudeerd maar hij kan het landschap net zo goed lezen als Wim Heijligers
(klik
hier). Het resultaat van overlevering, generatie op generatie.
Indrukwekkend.
Tussendoor attendeert Ton me op de aaneenschakeling van kassen en foeilelijke
hoge hekwerken. Die zijn eigendom van dé grootgrondbezitter aan Veld-Oostenrijk
en omgeving, zo’n rupsjenooitgenoeg waarvan Horst aan de Maas er al veel te
veel telt. Ton heeft hier in de loop der jaren bestuurders van allerlei rang en
stand rondgeleid om ze te wijzen op de aantasting van het landschap. Hij
ontmoet altijd begrip, maar daar blijft het dan ook meestal bij. Ook dat stemt
Ton verdrietig.
De oostzijde van Veld-Oostenrijk is nog vrijwel ongeschonden. Ton wijst me waar
ooit het boerderijtje stond van de man met de weinig vleiende bijnaam
Kruujer
Jantje. Jantje had wel al heel vroeg een televisie. Ton herinnert zich dat
er een massa fietsen stond bij de boerderij als een wedstrijd van het
Nederlands elftal werd uitgezonden. Gehaaid als hij was plaatste Jantje dan een
lege jampot bij zijn voordeur met daarbij een bordje met het opschrift ‘Een
kwartje in de pot en je lacht je rot’.
Langzaam naderen we De Gortmeule weer. Aan de Australiëweg wordt met man en
macht gewerkt aan de herinrichting van de Paes en aan de totstandkoming van een
ecologische verbindingszone tussen Gortmeule en Paes. Ton verheugt zich er nu
al op samen met vrijwilligers van Landschap Horst aan de Maas op de grond achter het Gortmeules Ven allerlei oude gewassen
te gaan zaaien. Dit moet leiden tot de terugkeer van diersoorten die zich hier al
decennia niet meer hebben vertoond.
Als we weer terug zijn bij de boerderij laat Ton me nog de met riet beklede
schuur zien, een unicum voor Horst. Zoals eigenlijk alles uniek is aan De
Gortmeule.
Dit was aflevering 21 van Wandelgang
, een serie wandelingen in de
kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze
reeks. Na vandaag volgen nog twee verslagen van wandelingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten