Zondag 9 januari. Laatste dag van mijn kerstvakantie. Laatste wandeling in deze
serie – denk ik dan nog. Ik heb het waarschijnlijk al eerder geschreven: elke
wandeling is speciaal. Elke wandeling om een andere reden. Deze wandeling is
alleen al speciaal omdat het – denk ik dan nog – de laatste is. Maar ook omdat ze
in het teken staat van een van mijn bijzondere voorliefdes.
Op alwéér zo’n koude natte ochtend sta ik te wachten op de parkeerplaats bij natuurgebied
het Ham aan de Hesselenweg als Bor Lucassen (5) en zijn ouders Joop (46) en
Aukje (45) aan komen fietsen. Bor, voorop bij Aukje, heeft dikke pret als mama
door een grote plas water fietst. De fietsen worden geparkeerd, we duwen het
klaphek open en onze speurtocht naar de huisjes van David en Lisa kan beginnen.
David en Lisa? De hoofdrolspelers van een
geocache in het Ham! David en
Lisa zijn kabouters (een van mijn bijzondere voorliefdes) en de bouwers van
zeven kabouter-vogelhuisjes in het Ham. Uit de toelichting bij de cache:
‘Deze
vogelhuisjes zijn kabouterhuisjes, die kun je goed herkennen omdat het gat waar
de vogeltjes in kunnen vliegen dicht is. Bij elk vogelhuisje hoort een
verhaaltje en over dit verhaaltje wordt een vraag gesteld.’
Aukje heeft deze kerstvakantie op een traject van in totaal 19 kilometer zes afvalzakken
met zwerfafval verzameld. Totale gewicht: 22 kilo. Ook vandaag is Aukje ZAP-per
(‘zwerfafvalpakker’) van dienst. Joop heeft een dubbelfunctie: hij is zowel
navigator als voorlezer. Mijn rol blijft beperkt tot volgen, toehoren en
als-het-maar-enigszins-kan-de-modder-mijden (wat maar zelden kan). Bor is de
gedreven kabouter-vogelhuisjesjager. En de minstens even gedreven als-het-maar-enigszins-kan-midden-door-de-modder-loper.
De cache is niet louter voor de leuk, hij dient ook een natuureducatief doel.
Medebewoner van het
vierde
kabouter-vogelhuisje is bijvoorbeeld een everzwijn. Uit het bijbehorende
verhaaltje:
‘Dit dier is een soort varken, en weet je dat een volwassen
mannetje in Nederland wel 120 kg kan wegen!?? Het everzwijn zit graag in een
bos waar ook modderpoelen zijn.’ Omdat er daarna een vraag volgt over het
verhaaltje is de deelnemer, Bor in dit geval, gedwongen goed te luisteren. Toch
vraag ik me af of het beklijft. Ik moet denken aan de legendarische Lei Coppus
(‘meister Coppus’) die zestig, zeventig jaar geleden met zijn leerlingen de
natuur introk en er ter plekke over doceerde. Die leerlingen van toen hebben
het er nu nog over. Over beklijven gesproken. Maar dit terzijde.
Bij een wei met koeien aan de Reulsweg knijpt Bor zijn neus dicht: ‘Het stinkt
hier.’ Verder vermaakt hij zich opperbest. Hoe onbegaanbaarder de paden worden,
hoe meer hij geniet. Gebiologeerd staart hij naar een bijna doormidden
geknaagde boom. Wie dat heeft gedaan? Bor: ‘Een bever.’ Het kan dus toch: natuureducatie
die beklijft zonder dat Lei Coppus eraan te pas heeft moeten komen.
Aukje is eveneens in haar sas: aanvankelijk leek het erop alsof ze nog geen
boterhamzakje gevuld zou krijgen met zwerfafval, maar geleidelijk blijkt dat ze
er toch goed aan heeft gedaan een
bigshopper mee te nemen. Drukt je met
de neus op de feiten.
Bor heeft alle vragen goed beantwoord. Dat betekent dat het vinden van het einddoel,
het Grote Huis, een fluitje van een cent is. Daar ligt een kleine beloning te
wachten. Joop noteert de naam van Bor in het notitieboekje dat in het Grote
Huis ligt. Bemodderd maar voldaan keren we terug naar de parkeerplaats. Bor, Joop
en Aukje fietsen weg. Bor, ditmaal voorop bij Joop, heeft dikke pret als papa
door een grote plas water fietst.
Dit was bedoeld als laatste aflevering van Wandelgang
, een serie
wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst (klik hier voor een
toelichting). Totdat eergisteren bleek dat één (tijdige) aanmelding voor een
wandeling in mijn spambox terecht was gekomen. Die wandeling heeft gisteren alsnog
plaatsgevonden. Morgen of overmorgen het verslag daarvan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten