zondag 27 juli 2025

Intermezzo – Ansichtkaarten uit de fotocollectie van de Historische Kring Horst (1)

De Historische Kring Horst, die onderdeel is van Museum De Kantfabriek, beheert een grote collectie foto’s. Met dank aan de Historische Kring Horst voor de medewerking schenkt Horst-sweet-Horst de komende tijd regelmatig aandacht aan beschreven ansichtkaarten uit deze collectie. Overigens is een deel van die collectie sinds kort te zien op Limburgs Erfgoednet (klik hier).


Waarde Graadje, zooals je ziet,
kom ik zoo nu en dan je aardrijks-
kundige kennis van Limburg
opfrisschen. Horst is een aardig
dorpje (alias negerij) waar je met
een hondenweer als vandaag je
lekker kunt vervelen. Je moet
J niet zoo bederven, je stuurt
haar te veel kaarten en is ze
nijdig als ik er geen meebreng.
Beste groeten voor Cato,
ze zal deze week wel weer eenige
duizenden verdiend hebben met de
H.S. … Burghoff

Een cynicus, deze Burghoff. Horst een aardig dorpje noemen, maar negerij bedoelen. Zou Burghoff, heer van stand, hebben geweten dat negerij afkomstig is van het Maleisische woord negeri dat zoiets als ‘stad’ of ‘district’ betekent? Of associeerde Burghoff Horst soms met een door zwarte mensen bevolkte plek in de diepste binnenlanden van Afrika? Hoe dan ook, dood in de pot daar in Horst, ook als het er geen hondenweer is.

Graadje krijgt voor de voeten geworpen dat hij J, de dochter van Burghoff, te veel kaarten stuurt. Grappig bedoeld, maar toch. Burghoff zou het probleem ook kunnen oplossen door J zelf te overladen met kaarten.

Aan het eind speelt de cynicus in Burghoff weer op. Want natuurlijk heeft zijn zus Cato, de echtgenote van Graadje, ook deze week weer geen reet verdiend met de H.S. Hoe lang speelt Cato nu al niet mee in de Hollandsche Staatsloterij? En wat heeft het haar in al die jaren opgeleverd?  

vrijdag 25 juli 2025

Intermezzo – Magastal Kleefsedijk (16)

‘Uitbreiding Kleefsedijk uitgesloten’, kopte dagblad De Limburger op 14 maart 2018. ‘Typisch gevalletje vooruitlopen op de feiten’, noemde ik dat toen (klik hier). Nu, ruim zeven jaar later, lijkt het er gelukkig op dat ik destijds ongelijk had. Met de nadruk op ‘lijkt’.


Wat is er aan de hand? Na een proces van bijna twintig (!) jaar besloot het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas dinsdag de milieuvergunning voor een varkensbedrijf aan de Kleefsedijk in Sevenum in te trekken. Dit moet de komst van een megastal ter plekke voorkomen. Dit uiteraard tot grote vreugde van de omwonenden – verenigd in de Werkgroep Kleefsedijk – die sinds jaar en dag fel streden tegen de voorgenomen bouw van de megastal.


Wat in de berichtgeving over het collegebesluit is ondergesneeuwd, is dat er mogelijk nog een juridische strijd in het verschiet ligt. Het college schrijft (klik hier): ‘Gezien het langdurig niet-gebruik van de vergunning, de maatschappelijke onrust en de uitgesloten uitbreidingsmogelijkheden in het bestemmingsplan, acht het college het intrekken van de vergunning juridisch mogelijk én maatschappelijk evenredig.’ Cruciaal in deze zin is het woord ‘acht’. Het college denkt dit besluit op goede gronden te hebben genomen, maar mocht de betreffende varkenshouder het collegebesluit aanvechten, dan blijkt pas hoe rechter-proof het besluit is.


Bovendien ligt er bij de gemeente nog een aanvraag van de varkenshouder voor een nieuwe vergunning. ‘De aanvraag is op meerdere onderdelen onvolledig en onvoldoende onderbouwd’, schrijft het college. De ondernemer krijgt nu de kans zijn aanvraag beter te onderbouwen en de ontbrekende onderdelen aan te leveren. ‘Daarna zal de aanvraag getoetst worden aan wet- en regelgeving.’ De wethouders Beurskens en Martens hebben al meerdere malen verklaard het onmogelijk te achten dat de aanvraag die toets doorstaat. Maar ook hiervoor geldt dat een rechter daar anders over kan denken. Verder is de opstelling van de gewiekste adviseurs van de varkenshouder van belang. Zij lijken nu in hun hemd te staan. Leggen ze zich daar bij neer? Of halen ze alles uit de kast om revanche te nemen?

woensdag 23 juli 2025

Intermezzo – Druppels

Vorige week dinsdag. Ik hoor Caspar Veldkamp, onze – dus ook mijn – minister van Buitenlandse Zaken, zeggen als het gaat over maatregelen tegen Israël: ‘Nederland slaat in z’n eentje geen deuk in een pakje boter.’


Zaterdag. Ik hoor Maarten van Rossem zeggen: ‘Ik vind het hoogst ongelukkig dat de gemeenteraad van Utrecht een motie over een boycot van Israëlische producten aan moet nemen, want daar gaat de gemeenteraad van Utrecht helemaal niet over. Gemeenten voeren nu eenmaal geen buitenlandse politiek.’

Maandag. Ik word wakker met Vandaag, een dagelijkse podcast van NRC. Redacteur Midden-Oosten Derk Walters verhaalt over het Israëlische plan om de volledige bevolking van de Gazastrook samen te drijven in een afgesloten kamp in het zuiden van Gaza, op de ruïnes van de stad Rafah. In dat plan is een hoofdrol weggelegd voor de Caterpillar D9, een tank met een soort bulldozer ervoor die alles vernietigt wat hij tegenkomt en in Israël het koosnaampje doobi (teddybeer) heeft. Walters: ‘Caterpillars D9 houden zó huis dat er slechts een vlakte overblijft. Elk bewijs dat er überhaupt leven plaatsvond in een gebied wordt weggevaagd.’

Ik probeer het me te verbeelden: de gemeenten Horst aan de Maas en Venray – samen precies even groot als de hele Gazastrook – bevolkt door twee miljoen mensen, die bij elkaar worden gestopt in een kamp op de ruïnes van Kronenberg en Evertsoord, terwijl de overige 28 kernen inclusief buitengebieden van beide gemeenten volledig zijn platgewalst door Caterpillars D9.

Ik erger me aan de apathie die spreekt uit de woorden van Caspar Veldkamp en Maarten van Rossem. Inderdaad, Nederland kan in z’n eentje geen deuk in een pakje boter slaan. Maar wel een deukje. En inderdaad, gemeenten voeren geen buitenlandse politiek. Maar gemeenten kunnen wel uiting geven aan hun verontwaardiging over wat Israël uitvreet in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever, bijvoorbeeld in de vorm van een boycot van Israëlische producten.

Als je niets doet, als individu, als gemeente, als landje, weet je zeker dat er niets verandert. Ook als individu, als gemeente, als landje, kan je wel degelijk iets bewerkstelligen. Maar zelfs als je machteloos bent of je zo voelt, kan het uiting geven aan die (veronderstelde) machteloosheid effect hebben.

Waarom blijft het in Horst aan de Maas en Venray zo angstvallig stil als het gaat om de verschrikkingen die Israël aanricht? Kom op, laat je horen, spreek je uit! Druppels op een gloeiende plaat? Elke druppel draagt bij aan afkoeling.

(Dit stukje verscheen vandaag ook in Via Horst-Venray)

vrijdag 18 juli 2025

Intermezzo – Sleurhut

Ineens stond het er, vorig weekend, aan de Meteriksebaan in America. Geparkeerd aan de bosrand, onder een paar overhangende takken. Niet schreeuwend om aandacht, maar één met zijn omgeving. Alsof het er al jaren stond. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat het er stond. Opvallend door zijn onopvallendheid. Wat het was? Van afstand deed het denken aan een sleephut, een gemakkelijk verplaatsbare kleine jachthut op wielen die je soms bij een akker- of bosrand ziet staan: óók op wielen (geel in dit geval, mogelijk kinderwagenwielen), vergelijkbare locatie, vergelijkbare afmetingen, vergelijkbare schutkleur. 


Van dichterbij had het toch meer weg van een sleurhut, een vreselijk woord, maar in dit uitzonderlijke geval toch te verkiezen boven caravan omdat caravan een grootte en een mate van luxe suggereert die het object aan de Meteriksebaan volkomen vreemd waren.

Wat sleurhut tot een meer geschikte benaming maakt dan sleephut, is dat dit object sterk de indruk wekte een (geïmproviseerde) mobiele woning of op z’n minst een mobiele slaaplocatie te zijn, inclusief puntdak met in de nok een ruitvormig raam. Daarom is de op het eerste oog eveneens in aanmerking komende benaming fietskar(retje) ongeschikt: een fietskar is doorgaans niet bedoeld om in te slapen.


Achter de sleurhut stond zo nu en dan een damesfiets geparkeerd, met een aan het stuur bevestigd rieten mandje. Aan de voorzijde van de hut zat iets dat je een deur zou kunnen noemen. Daarin was iets dat je een raampje zou kunnen noemen uitgespaard. Achter dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen hing iets dat je vitrage zou kunnen noemen. Het geheel oogde als een vredig, huiselijk tafereeltje, zelfs op die momenten dat de damesfiets met het rieten mandje er niet stond en dat dat iets dat je een deur zou kunnen noemen was afgesloten met een hangslot.

Op 7 juli was er op dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen een geprint briefje geplakt met het opschrift 7 juli ’25. Een dag later hing er een geprint briefje met het opschrift 8 juli ’25.


De sleurhut aan de Meteriksebaan prikkelde zowel de nieuwsgierigheid als de verbeelding. Toegeven aan de nieuwsgierigheid en overgaan tot ontraadseling van het raadsel lag op de loer, maar zou dodelijk zijn voor de verbeelding.

Na enkele dagen was de sleurhut weer verdwenen. Die verdwijning voorkwam de ontraadseling. Waardoor de verbeelding gewoon haar werk kan blijven doen. Laat de sleurhut aan de Meteriksebaan voor altijd een raadsel blijven.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in Via Horst-Venray)

woensdag 16 juli 2025

Top 5 – Alternatieve straatnamen op wegomleggingsborden

Beetje door de omleidingsborden de weg niet meer zien, dezer dagen in Horst aan de Maas. Je hoort er als straat blijkbaar niet meer bij als er bij jou géén wegwerkzaamheden zijn die omleidingsroutes noodzakelijk maken.


Wie ‘omleidingsroutes’ zegt, zegt ‘omleidingsborden’. En wie ‘omleidingsborden’ zegt, zegt ‘Als dat maar goed gaat met de spelling van straatnamen’. Het lijkt erop dat de omleidingsbordenbeteksters ditmaal bijzonder zorgvuldig te werk zijn gegaan. Meer dan één foutje (zie hieronder bij 3) heb ik althans niet weten te ontdekken. Dat was in het verleden wel eens anders. Komt-ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van alternatieve straatnamen op wegomleggingsborden in Horst aan de Maas:

5. Waterweg


‘Nieuwe Waterweg’ leerden we op de lagere school bij aardrijkskunde. Horst heeft een oude Waterstraat. 

 4. St. Janstraat


Een foutje? Of een statement van de betreffende omleidingsbordenbetekster? De officiële benaming van deze Meterikse straat is Sint-Jansstraat met dubbel s. Sint-Janstraat is dus fout. Maar waarom eigenlijk? Het is toch ook Prins Bernhardstraat en niet Prins Bernhardsstraat? Dr. Lemmenstraat en niet Dr. Lemmensstraat? Maar dan weer wel Sint-Maartensweg. Raar. Wat maakt heiligen anders? Misschien is dat wat de omleidingsbordenbetekster aan de orde wilde stellen.
 
3. Kloosterweg


Roermond heeft een Kloosterweg. Siebengewald ook. Someren ook. Heerlen ook. Waalwijk ook. Maar in Grubbenvorst heet het toch echt Kloosterstraat. Net als in Tienray. En in Horst.

2. Bremsweg


In Scherpenheuvel is een Monseigneur Bremsstraat en in Oud Gastel een Bremswegje. Dan houdt het op. In Duitsland is zowel in Lübbecke als in Schwerin een Bremsweg. Vertaald in het Nederlands: Remweg. Nederland heeft geen Remweg. En evenmin een Remstraat. Nederland heeft wel Bremwegen. Onder meer in Horst.

1. Loevenstraat


Waarom heet de Loevestraat de Loevestraat? Ik vermoed dat de naam verwijst naar Loef/Loeff van der/den Cloot/Kloot, in de tweede helft van de zestiende eeuw schout van de heerlijkheid Horst. Waarom de straat dan Loevestraat heet en niet Loef(f)enstraat of Klo(o)tenstraat? Geen idee. Wat ik wel weet, is dat loeven ‘tegen de wind op zeilen’ betekent. En in straattaal ‘houden van’: ‘Ik loev de vibe.’

zondag 13 juli 2025

Intermezzo – Griendtsveen, een stervend dorp? (5)

Verder met de serie over de bijzondere scriptie uit 1949 van Jet Jansen over Griendtsveen. Vandaag de vijfde aflevering over middenstand, zelfvoorziening en infrastructuur in Griendtsveen in 1949. Klik hier, hier, hier en hier voor de eerdere afleveringen.

Griendtsveen telde in 1949 drie winkels: een bakker, een slager en een kruidenier. In de behoefte aan groenten voorzagen de meeste inwoners zelf. Het Griendtsveense veebestand bestond met name uit kippen en varkens. Jet: ‘Zoals in de meeste plattelandsgezinnen voelen ook hier de mensen zich niet gelukkig zonder een huisvarken, 52 gezinnen hebben er een, 51 gezinnen houden kippen.’


Voor andere eerste levensbehoeften waren de inwoners vooral aangewezen op Deurne. Jet: ‘Een manufacturenwinkel, een schoenenwinkel en dergelijke ontbreken in Griendtsveen en voor de aanschaf van een artikel op dit gebied moeten de huisvrouwen op zijn minst naar Deurne fietsen, heen en terug een tocht van 14 kilometer. Oudere mensen die deze tocht niet meer kunnen volbrengen zijn aangewezen op de een of andere marskramer die af en toe door het dorp trekt, of op de welwillendheid van de buren.’ Wel hield een kapper uit Deurne eenmaal per week zitting in Griendtsveen.


De inwoners van Griendtsveen voelden zich nauwelijks betrokken bij de gemeente Horst. Andersom gold hetzelfde. Jet:
‘De gemeente kent de bewoners van Griendtsveen met hun wel en wee niet zo goed. Wil zij zich al eens met de een of andere zaak in Griendtsveen inlaten dan wordt haar al gauw door de Maatschappij aan het verstand gebracht, dat de Maatschappij niet erg op die bemoeienis gesteld is. Daar het hele dorp eigendom van de Maatschappij is blijft er voor de gemeente niet veel anders over dan zich hier maar bij neer te leggen.’

De afzijdigheid van de gemeente leidde er onder meer toe dat de wegen in Griendtsveen in abominabele staat verkeerden. Jet:
‘Men ziet van tijd tot tijd wel enkele arbeiders van de Maatschappij aan het werk met wat grint, water en een soort wals met twee paarden ervoor om de wegen op te knappen, maar de veenachtige bodem werkt spoedige verzakking in de hand.’

Het isolement van het dorp werd verder in de hand gewerkt door het ontbreken van een trein- of busverbinding. Jet: ‘Men is dus in Griendtsveen aangewezen op de fiets. Oudere mensen komen het dorp practisch niet meer uit. Een auto huren is te kostbaar, daar de enige taxi-onderneming in America eerst al een ritje moet maken om in Griendtsveen te komen.’

N.B. De eerste twee foto's bij dit stukje zijn afkomstig uit de Panorma van 21 augustus 1962.

vrijdag 11 juli 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (14) | Riekske

Wat ook een eeuwigdurende bron van fascinatie blijft, is het dialect. Gedachtevorming over het dialect begint bij mij geregeld bij opgeraapte boodschappenbriefjes. Daarop tref ik wel eens woorden als appelsiene of petatte aan. Op het vorige week bij Albert Heijn in Horst opgeraapte briefje van pasfotoformaat ging mijn aandacht in eerste instantie uit naar het woord mettler. Nooit eerder gehoord of gelezen. Ineens viel me in dat het misschien hoorde bij garen kleur 1457 van de regel erboven. Googelen. En precies zo was het. Daarna viel mijn oog op snijworst. Vleesonnozel als ik ben, dacht ik dat elke worst snijworst is. Googelen. Niet dus: snijworst is een specifiek soort worst (dat ik graag aan me voorbij laat gaan).


Boven snijworst staat mik. Met mik heb ik van oudsher een problematische verhouding. Ik ben een native Horster dialectspreker. Mik is in het Nederlands een bepaald soort brood, maar in het Horster dialect staat mik als ik het wel heb voor brood in het algemeen. Net als wek. Terwijl ik ben grootgebracht met broëd. Dan komt mik er niet meer in. Onvolkomenheidje in mijn opvoeding, waarop ik voor de rest weinig heb aan te merken.


Ik besloot de onvolprezen Dialectatlas van het Nederlands uit 2011 er eens bij te pakken. Omdat ik dacht dat die een verspreidingskaart bevatte van dialectwoorden voor brood. Niet dus. Al bladerend bleef ik vervolgens hangen bij een kaart waarop de gangbare benamingen voor het woord vork in de Nederlandse en Vlaamse dialecten is weergegeven. Wat blijkt? In Noord-Limburg zou riekske de meest voorkomende benaming voor vork zijn. Riekske? Verket zal je bedoelen! Riekske (‘kleine riek’) is een prachtig, poëtisch woord, maar ik heb het nog nooit gehoord, ook niet als reekske, zoals het in het Horster dialect zou luiden. In de woordenboeken van het Horster, het Meerlo-Wanssums, het Venrays en het Venloos dialect kom ik riekske/reekske ook niet tegen in de betekenis van vork. Maar zie daar, Sevenum zou Sevenum niet zijn als het weer eens anders was. Uit het Sevenums woordenboek: Rikske  vork. “Met ’t riksken aete, Riekske, nit met ’t vuûsje.”’  


Om te verifiëren dat mik in het Nederlands inderdaad een bepaald soort brood is en niet brood in het algemeen, pakte ik de Van Dale erbij. Inderdaad: ‘Brood van fijn roggemeel.’ Andere betekenis van mik, volgens Van Dale: ‘Boomtak in de vorm van een tweetandige vork.’ Een verket? Een reek/riek(ske)? Nee, dat is dan weer een vörk in het Horster dialect. Enzovoort.

(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 8 juli 2025

Trapveldjesvoetballers (12)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Mustafa Abu Amira, Gaza-stad, overleden 30 juni 2025


Strandbar Al-Baqa in Gaza-stad was een van de weinige plekken in de Gazastrook met een stabiele internetverbinding. Mede daarom groeide de bar uit tot een populair toevluchtsoord voor onder meer jongeren en journalisten. Vorige week maandag, 30 juni, voerden Israëlische gevechtsvliegtuigen aanvallen uit op Al-Baqa. Een bom van 230 kilo doodde meer dan dertig mensen en liet weinig heel van het café.


Een van de dodelijke slachtoffers was Mustafa Abu Amira, voetballer bij verschillende Palestijnse clubs. De aanvaller werd gezien als een van de meest veelbelovende spelers in de Gazaanse competitie. Abu Amira was ook vrijwilliger bij jeugdprogramma’s en trainde kinderen in de vluchtelingenkampen in de Gazastrook.


Waarom Israël de strandbar bombardeerde is onduidelijk. Volgens deskundigen op het gebied van internationaal recht is het gebruik van zulke zware munitie als bij het bombardement op Al-Baqa onrechtmatig en mogelijk een oorlogsmisdaad.

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas, waar trapveldjesvoetballers gelukkig weinig te vrezen hebben. Ditmaal een foto van het trapveldje bij de splitsing Westsingel-Weltersweide in Horst. Klik hier en hier voor de voornaamste bronnen voor dit stukje.

zondag 6 juli 2025

Intermezzo – Biertunnel

Een kleine twee weken geleden begonnen aan de Schoolstraat, nabij de kruising met de Herstraat, graafwerkzaamheden. Het lijkt erop dat die inmiddels nagenoeg zijn afgerond. Pas vandaag realiseerde ik me dat ik daarmee een unieke kans heb laten schieten om met eigen ogen te aanschouwen of de gravers zouden stuiten op een biertunnel of de restanten daarvan.


Een biertunnel? Hoezo dat? Welnu: in de negentiende eeuw was nagenoeg alle grond rondom de kruising Schoolstraat-Herstraat in het bezit van de familie Vullinghs, een brouwersgeslacht. Op het huidige adres Schoolstraat 1, het pand waar nu Anja van de Smid zetelt, was destijds brouwerij De Roskam gevestigd.


In 1883 werd Piet Vullinghs (1848-1901) eigenaar van De Roskam. Hij was in 1894 betrokken bij de oprichting van het Horster Mannenkoor en behoorde tot de eerste bestuursleden. Het Mannenkoor repeteerde aanvankelijk in een café. Concerten vonden plaats in een schoollokaal. In het voorjaar van 1897 gaf Piet Vullinghs opdracht voor de bouw van een eigen concertzaal voor het Mannenkoor op een perceel recht tegenover zijn woonhuis en brouwerij. Die bouw begon op 1 juni 1897. Op donderdag 6 januari 1898 vond het eerste concert plaats in de nieuwe zaal, waarover het Venloosch Weekblad schreef: ‘De zaal, een sierlijk gebouw, op een goed punt in de kom der gemeente gelegen, is lang 23, breed 10 en hoog 7½ meter. Van binnen is zij rijk versierd door een mooi ameublement, waaronder een schoone piano en prachtig tooneel.’

Gezicht vanaf de Veemarkt op de mannenkoorzaal, vóór de bouw van pand Seuren (1912)
Piet Vullinghs verhuurde de zaal voor honderdtien gulden per jaar aan het Mannenkoor. Onderdeel van het contract was dat het koor er uitsluitend bier van Vullinghs mocht schenken. Verder – nu wordt het echt interessant! – had Vullinghs afgedwongen dat hij onder de zaal een kelder mocht bouwen voor de opslag van zijn bier. Hoe dat bier van zijn brouwerij in de tegenover gelegen mannenkoorzaal belandde? Via een biertunnel uiteraard! Dat is althans wat ik verschillende mensen in de loop der jaren heb horen beweren. Broodjeaapverhaal? Of is/was er echt zo’n tunnel? Wie het weet, mag het zeggen.


Overigens was vanaf 1937 de eerste en tot dusverre enige Horster bioscoop gevestigd in de mannenkoorzaal. Later werd ze het onderkomen van discotheek Modern en tegenwoordig van Flash Casino.   

Zoek de verschillen met de foto uit het begin van de vorige eeuw...
Geraadpleegde bronnen: Loe Derix, Oud Horst in het nieuws 1 (Horst 1990) p. 198-200; Marcel Pennings e.a., 100 jaar Horster Mannenkoor in woord en beeld (Horst 1994).

vrijdag 4 juli 2025

Trapveldjesvoetballers (11)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Muhannad Al-Lili, Maghazi (Gaza), overleden 3 juli 2025, 30 jaar


Op de dag dat Diogo Jota overleed, overleed ook Muhannad Al-Lili, speler van Khadamat Al-Maghazi. Muhannad raakte maandag gewond bij een Israëlische luchtaanval op zijn huis in het vluchtelingenkamp Maghazi, in het centrum van de Gazastrook. Met ernstig hoofdletsel en zware bloedingen werd hij naar een ziekenhuis vervoerd, waar hij gisteren bezweek aan zijn verwondingen. Bij de Israëlische luchtaanval van maandag vielen talrijke dodelijke slachtoffers.


Muhannad begon zijn carrière bij Khadamat Al-Maghazi. Met deze club promoveerde hij in 2017 naar de Palestijnse Premier League. Daarna stapte hij over naar Shabab Jabalia waarmee hij in 2019 als tweede eindigde in de Palestijnse Premier League. Na twee seizoenen verkaste hij naar Gaza Sports Club, maar een kruisbandblessure gooide roet in het eten. Muhannad keerde terug naar de club waar hij zijn loopbaan begon: Khadamat Al-Maghazi.

Kort voor het begin van de Israëlische oorlog tegen Gaza reisde de zwangere echtgenote van Muhannad voor haar werk naar Noorwegen. Daar beviel ze enkele maanden later van een zoon. Muhannad heeft hem nooit in levenden lijve gezien.

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas, ditmaal dat aan de Asterstraat in Grubbenvorst. Klik hier voor de voornaamste bron voor dit stukje.

donderdag 26 juni 2025

Intermezzo – Landbouwwinterschool

Afgelopen week werd bekend dat de voormalige landbouwwinterschool aan de Venrayseweg in Horst behouden blijft. Goed nieuws. In de eerste plaats omdat er al veel te veel beeldbepalende openbare gebouwen uit de eerste naoorlogse decennia zijn gesloopt. Maar ook omdat de school een tastbare herinnering vormt aan de rivaliteit tussen Horst en Venray.


Jongens die na de lagere school meer wilden leren over het boerenbedrijf waren in de tweede helft van de negentiende eeuw aangewezen op landbouwcursussen in de wintermaanden. Die groeiden uit tot een vorm van volledig dagonderwijs die de naam landbouwwinterschool kreeg. Limburg kende landbouwwinterscholen in Sittard (sinds 1895) en Roermond (sinds 1919).

Na de Tweede Wereldoorlog groeide in Noord-Limburg de behoefte aan een landbouwwinterschool voor de eigen regio. Voor de locatie van die school waren twee gegadigden: Venray en Horst. Venray beriep zich op een deal uit 1945 waarbij de lagere tuinbouwschool in Horst zou worden gevestigd en de landbouwwinterschool in Venray. De tuinbouwschool zou inderdaad naar de gemeente Horst gaan en opende in 1947 in het jeugdhuis in Meterik zijn deuren. Maar toen het in 1949 tot een besluit moest komen over de landbouwwinterschool, herinnerde niemand in Horst en iedereen in Venray zich de afspraak uit 1945 nog. Schriftelijk bewijs ervan ontbrak, het dook althans niet op. Een speciaal in het leven geroepen commissie beslechtte het pleit uiteindelijk in het voordeel van Horst.


‘Slag voor Venray’, schreef de Venrayse deken Berden vervolgens in weekblad Peel en Maas. ‘Horst, dat sinds dat Venray door de oorlog geslagen machteloos neerligt, tracht ‘t centrum van Noord-Limburg te worden. Dit achteruit zetten van Venray, dat tracht overeind te komen, is heel erg.’ De redactie van Peel en Maas suggereerde dat ‘slechts de persoonlijke voorkeur van de scheidsrechter’ de doorslag had gegeven. Nogal wiedes: behalve de voorzitter, ir. A.L.H. Roebroek, eerder onder meer directeur-generaal van de Landbouw, bestond de arbitragecommissie die de locatie moest bepalen namelijk uit de burgemeesters van Horst en Venray. Zij prefereerden ongetwijfeld hun eigen gemeente als vestigingsplaats van de school.  Dus uiteraard was de stem van de ‘scheidsrechter’ doorslaggevend.


De Venrayse woede kwam in 1951 tot een kookpunt. Bij de openingsplechtigheid van de school was een van de sprekers de uit Meterik afkomstige Wim Droesen, Tweede Kamerlid voor de KVP én, in dit verband meer relevant, voorzitter van de Vereniging voor Landbouwonderwijs. Droesen noemde Venray in zijn speech ‘een sportieve verliezer’. Peel en Maas: ‘Misschien had hij beter “bedrogene” dan “verliezer” kunnen zeggen.’ Dat kon Droesen natuurlijk niet op zich laten zitten. Einde van het liedje was dat zowel Droesen als Peel en Maas wat water bij de wijn deden. Het knarsetanden was tot in de verre omtrek te horen.

(Dit is een, met dank aan Jan Janssen, verbeterde versie van het stukje dat gisteren verscheen in Via Horst-Venray)

zondag 22 juni 2025

Intermezzo – Griendtsveen, een stervend dorp? (4)

Verder met de serie over de bijzondere scriptie uit 1949 van Jet Jansen over Griendtsveen. Vandaag de vierde aflevering over het wonen en de water- en elektriciteitsvoorziening in Griendtsveen in 1949. Klik hier, hier en hier voor de eerdere afleveringen.

Jet schrijft dat er in Griendtsveen in 1949 drie soorten woningen zijn: de arbeiders- en tuinderswoningen, de Apostelwoningen ‘voor de hogere stand’ en de kazernewoningen, ‘een lange rij aan elkaar gebouwde zeer kleine huisjes’ (nu: Paardestal). ‘De woningtoestand is hier het primitiefst’, aldus Jet.


De elektriciteits- en de watervoorziening ziet Jet als de twee grootste problemen in Griendtsveen: ‘Als men met de mensen spreekt komen zij steeds terug op de vraag wanneer ze toch eens water of licht zullen krijgen. Zij voelen het gemis aan electriciteit (…) voornamelijk in het gemis van radio, electrische strijkijzers en andere gemakken.’ Jet verbaast zich erover dat er niet meer ongelukken gebeuren, ‘daar er geen enkele straatverlichting is, zelfs niet bij de bruggen’.


Water is in Griendtsveen in ruime mate voorhanden: ‘Men ziet dan ook overal in de buurt van de huizen aan het kanaal een houten vloertje, de “stap”, waar water wordt geschept en de was wordt gespoeld.’ Toch is de drinkwatervoorziening sinds jaar en dag een groot probleem. In 1949 hebben 13 woningen een met turf beklede put en 41 woningen een dakgoot met regenwaterputten (waarvan 18 met binnen een pomp die op de regenput is aangesloten). Bij 23 woningen zijn de bewoners aangewezen op kanaalwater.


Jet: ‘De turfputten zien er over het algemeen niet erg hygiënisch uit. Het water is sterk ijzerhoudend, heeft een enigszins bruine kleur en ruikt niet al te aangenaam.’ Als stedeling staat Jet ‘zeer vreemd’ tegenover het drinken van kanaalwater, maar ze constateert dat dit niet tot gezondheidsproblemen leidt. ‘Dit is een troostrijke gedachte want als men de kinderen aan de kanaalkant op hun buik water ziet liggen drinken, terwijl men fietsend langs hetzelfde kanaal een paar kilometer eerder een dode hond heeft zien liggen, slaat de schrik wel eens om het hart en vraagt men zich af hoe lang dit allemaal nog goed zal gaan.’

Volgende keer meer over middenstand, zelfvoorziening en infrastructuur in Griendtsveen in 1949.

zaterdag 21 juni 2025

Horst aan de Maas in oude ansichten (10) | Groene Kruisgebouw America


‘Kunnen die woningwetwoningen er ook op?’
‘Geen probleem.’
‘En een gedeelte van de woning rechts naast de woningwetwoningen?’
‘Kan, maar dan vallen links wat meters van het Groene Kruisgebouw weg.’
‘Doe maar, dat gebouw is al lang genoeg.’

Lang inderdaad, dat Groene Kruisgebouw. En ondiep, je kijkt er zo doorheen. Transparantie – maar dan echt, lang voordat dat woord tot een hol begrip was verworden. Eindelijk weg met dat bedompte gedoe! Gooi open die ramen en deuren! Licht, meer licht! Wolkjes aan de lucht? Niet miepen, de zon schijnt! Altijd dat optimisme, dat vooruitgangsgeloof dat spreekt uit jaren zestigansichtkaarten. Trots ook. Trots dat zo’n hypermodern gebouw zomaar in America is geland. Trots op die woningwetwoningen, met hun vijf betonnen blokjes boven de voordeur en hun antennes als parasolletjes op de taart. Kleine tegemoetkoming, die blokjes, ter onderdrukking van de nooit verstommende roep om decoratie. Is de overdadig aanwezige, gesloten vitrage in het Groene Kruisgebouw soms een vooruitwijzing? Naar het begin van het einde van de transparantie? Ja, het gebouw staat er nog. Geen schim meer van wat het was. Hermetisch, log, moe en der dagen zat, verstopt achter hagen.

Zou het Nel Kleuskens zijn die daarbinnen loopt, links naast de ingang?

maandag 16 juni 2025

Intermezzo – Uitgeest


Het leven is ook af en toe een gokje wagen. Dus gewoon maar gedaan: gisteren op station Horst-Sevenum om 18.46 uur (+1) overgestapt op de Sprinter van een kleine twee uur eerder, 16.55 uur, naar Uitgeest. Aanrader! De trein vertrok stipt op tijd vanaf het weer tot leven geroepen perron 3. Gistermiddag om 13.44 uur gearriveerd in Uitgeest. Daar gistermorgen enkele molens bekeken en de nacht doorgebracht. Daar, het was inmiddels eergisteren, besloten verder te sporen. Van Uitgeest met de Sprinter naar Lage Zwaluwe. Daar overnacht en slachtoffer geworden van de spoorstaking vrijdag. Extra nachtje Lage Zwaluwe dus. Donderdag met het boemeltje van 9.32 uur naar Breda. Daar met de EuroCity van 7.42 uur van 9 oktober vorig jaar naar Brussel-Zuid. Van daar met de TGV van 13.08 uur van 7 maart 2018 naar Lyon-Part-Dieu gezoefd. Op 23 september 1972 verder gegaan met de D-trein van 12.29 uur van Lyon-Part-Dieu naar het stationnetje van Castel Gandolfo. Daar op 3 februari 1948 weer door met de Interregionale van 6.59 uur naar Praha-Holešovice. Grauw en grijs, bedrukkende sfeer. Daarom op 14 juli 1922 om 2.38 uur de reis vervolgd met de nachttrein naar Minsk-Pasažyrski. In Minsk op 28 oktober 1874 om 22.11 uur op de slaaptrein naar Sint-Petersburg gestapt. Daar zit ik nu, het is inmiddels 12 augustus 1807, te wachten op de stoptrein van 10.27 uur op 2 november 1837 naar Tsarskoje Selo om het begin van mijn terugreis naar Horst-Sevenum te aanvaarden.

zaterdag 14 juni 2025

Trapveldjesvoetballers (10)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Achmad Abu Daqqa, Abbasan al-Kabira  (Gaza), overleden 8 november 2012, 13 jaar oud


Zoals eerder gezegd: het is een misverstand om te denken dat pas vanaf 7 oktober 2023 trapveldjesvoetballers in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever om het leven komen door Israëlisch toedoen. Ahmad Abu Daqqa was op donderdag 8 november 2012 voor zijn ouderlijk huis ten oosten van Khan Younis samen met vriendjes aan het voetballen, toen hij werd geraakt door een kogel, afgevuurd door in de buurt gestationeerde Israëlische soldaten. Ahmad werd nog overgebracht naar het ziekenhuis in Khan Younis, maar overleed daar binnen een kwartier na zijn aankomst. Ruim twee weken later maakte Nidal El-Khairy, een Palestijnse kunstenaar die werkt vanuit de Jordaanse hoofdstad Amman, deze tekening in reactie op de moord op Ahmad Abu Daqqa.


Intussen ontving de gelauwerde trainer van Manchester City, Pep Guardiola, deze week een eredoctoraat van de University of Manchester. In zijn dankwoord refereerde hij aan Gaza:
‘It’s so painful what we see in Gaza. It hurts my whole body. There is a story I’m reminded of. A forest is on fire. All the animals live terrified, helpless. But a small bird flies back and forth to the sea, carrying drops of water in its little beak. A snake laughs, and asks: “Why bro? You will never put the fire out.” The bird replies: “Yes, I know.” “Then why do you do it again and again?”, the snake asks once again. “I’m just doing my part”, the bird replies for the last time. The bird knows it won't stop the fire, but it refused to do nothing. In a world that often tells us we are too small to make a difference, that story reminds me the power of one is not about the scale, it's about choice, about showing up, about refusing to be silent or still when it matters most.’
Weet je? Morgen is in Den Haag weer een demonstratie voor Gaza…

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas. ditmaal dat aan de Pastoor Hendriksstraat in Griendtsveen. Klik hier voor de voornaamste bron voor dit stukje.
 

donderdag 12 juni 2025

Intermezzo – Megastal Kleefsedijk (15)

Gemeenteraadsvergadering afgelopen dinsdag. Aan de orde kwam ook weer de aanvraag om een leegstaand varkensbedrijf aan de Kleefsedijk in Sevenum om te toveren in een megastal (klik hier en ga naar 47.00). Dit terwijl de gemeenteraad in 2018 unaniem uitsprak dat dit juist moest worden voorkomen. Hoe het kan dat die aanvraag toch in behandeling is genomen is vooralsnog een raadsel (ik schreef er onlangs hier en hier over).


Om onopgehelderde reden voerde ditmaal niet Eric Beurskens (Essentie) het woord namens het college van burgemeester en wethouders maar Robert Martens (D66-GroenLinks). Hij zei onder meer dit:
‘Dat er hier fouten zijn gemaakt, staat als een paal boven water. Daar is geen discussie over, anders stonden we hier niet. Volgens mij is er iets goed misgegaan in 2021. Dat er hier een fout is gemaakt staat als een paal boven water. We zijn aan het achterhalen wat er nu precies is misgegaan. Het heldere verhaal hebben we zelf ook nog niet. Het staat als een paal boven water dat er hier heel rare dingen zijn gebeurd, wat niet gebruikelijk is bij een gemeente en wat absoluut niet transparant is.’

Best krachtig. Maar wat ook als een paal boven water staat, is dat de wethouder vijf keer er zei. Hij had ook wij kunnen zeggen. Dan had het waarschijnlijk ongeveer zo geklonken:
‘Dat wij hier fouten hebben gemaakt, staat als een paal boven water. Daar is geen discussie over, anders stonden we hier niet. Volgens mij hebben wij iets goed fout gedaan in 2021. Dat wij hier een fout hebben gemaakt staat als een paal boven water. We zijn aan het achterhalen wat wij nu precies fout hebben gedaan. Het heldere verhaal hebben we zelf ook nog niet. Het staat als een paal boven water dat wij heel rare dingen hebben gedaan, wat niet gebruikelijk is bij een gemeente en wat absoluut niet transparant is.’
Oneindig veel krachtiger, staat als een paal boven water.


Hoe gaat het nu verder? Robert Martens:
‘We zijn advies aan het inwinnen bij onze advocaat om te kijken wat de juridische positie van de gemeente is en hoe we de omwonenden van de Kleefsedijk kunnen gaan helpen. Die mensen zitten in elk geval al vanaf 2021 maar ook daarvoor al in een situatie die niet gewenst is en waar we eigenlijk van vinden dat we er iets aan moeten doen.’

Uitkomst: uiterlijk 1 juli komt er een gesprek met de omwonenden en meteen daarna wordt de gemeenteraad geïnformeerd.

woensdag 11 juni 2025

Top 5 – Spoorwegovergangen Horst aan de Maas

Uitgerekend gisteren, op 10 juni, Internationale Dag van de Spoorwegovergang, reden er geen treinen. Waarmee spoorvakbond VVMC ons juist op deze dag het ultieme eerbetoon aan de spoorwegovergang, stoppen voor gesloten spoorbomen, door de neus boorde. Ik besloot op zoek te gaan naar een alternatief om waardig stil te staan bij de spoorwegovergang en hem alsnog de aandacht te geven die hem toekomt. Dat alternatief vond ik in een exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van spoorwegovergangen in Horst aan de Maas. Komt ie:

5. Grubbenvorsterweg, Sevenum


Doorgaans staan bij een spoorwegovergang de weg en de spoorlijn haaks op elkaar. Dit maakt overwegen waarbij dit niet het geval is tot witte raven. Meest treffende voorbeeld dat ik ken van een spoorwegovergang waar weg en spoorlijn elkaar dwars kruisen, is die aan de Oude Rijksweg Noord in Susteren. Een pietepeuterig klein beetje in de buurt daarvan komt de overweg aan de Grubbenvorsterweg in Sevenum.

4. Stationsstraat, Horst


Zonder twijfel de meest gehate overweg in deze top 5. De spoorbomen zijn er nog niet geopend of ze gaan alweer dicht, tot razernij van de automobilist. Haastige spoed is zelden goed, zie deze overweg daarom als een oefening in lijdzaamheid, als een ode aan de traagte.

3. Grauwveenweg, Griendtsveen


Prototype van de onbijzondere, alledaagse plattelandsspoorwegovergang met uitzicht op Het Grote Niets. Hier staan te wachten betekent onvermijdelijk verzinken in ongebreideld mijmeren.

2. Spoorstraat, Tienray


Vanouds berucht vanwege zijn hoge holderdeboldergehalte. In de loop der tijden aanzienlijk gelijkmatiger geworden, maar bij de juiste snelheid is het passeren van de Heilige Lijn (de helaas in onbruik geraakte bijnaam van de Maaslijn) hier nog altijd goed voor een ware Berg en Dal-beleving.

1. Sint Jansweg, Grubbenvorst


Overwegen die terzijde worden gestaan door een baanwachterswoning zijn zeldzaamheden geworden. In Horst aan de Maas resteren als ik het wel heb slechts baanwachterswoningen in Griendtsveen, Melderslo en Grubbenvorst. Deze laatste is de meest idyllische: gelegen aan het einde van een bosweg, aan een inmiddels voor gemotoriseerd verkeer gesloten overweg. Ideale plek om je te laten betoveren door uitbundig gekwinkeleer, af en toe afgewisseld met de welluidende tonen van de overwegbel.

(Dit is een Horst aan de Maas-variant van het stukje dat vandaag verscheen in Via Horst-Venray)