maandag 3 februari 2025

Intermezzo - Carnavalsetalage

Een kleine vier weken voor het begin van De Drie Dolle Dagen heeft de vakjury weer de winnaar bepaald van de jaarlijkse Horst-sweet-Horst-prijs voor de fraaist gedecoreerde carnavalsetalage van de gemeente. Winnaar is opnieuw De Greef Stoffen.

De voor de zoveelste keer uit de faillissementsas herrezen winkel aan de Meterikseweg in Horst heeft de felbegeerde prijs al sinds 1111 stevig in handen. De vakjury waarschuwt de winnaar wel voor zelfgenoegzaamheid. Uit het juryrapport: ‘De verwachtingen van de jury ten aanzien van De Greef Stoffen waren ditmaal nog hoger gespannen dan anders. Dit omdat de Horster prins van 2025 honderd meter verderop aan de Meterikseweg zijn domicilie heeft. In onze verwachting dat dit voor De Greef Stoffen aanleiding zou zijn om dit jaar extra uit te pakken, zijn we helaas bedrogen uitgekomen. Dit neemt niet weg dat De Greef Stoffen opnieuw ver boven de concurrentie uitstak, maar een aansporing om scherp te blijven lijkt ons wel op zijn plaats.’

De welgemeende felicitaties van de voltallige Horst-sweet-Horst-redactie gaan uit naar directie en personeel van de textielwinkel aan de Meterikseweg in Horst.

zondag 2 februari 2025

Intermezzo – Iets

Hoe verwend we in Horst aan de Maas in veel opzichten ook zijn, qua graffiti houdt het niet echt over. Terwijl het aantal en de kwaliteit van graffiti – ik heb het al vaker geschreven – toch echt een indicator zijn voor de vitaliteit van een dorp of stad. Simpel gezegd: hoe meer graffiti, hoe vitaler. Waarbij je dan maar hoopt op een zekere balans tussen tags (‘handtekeningen’) en pieces (kleuriger werken, vaak met lettervormen).

De mooiste pieces in Horst aan de Maas tref je wat mij betreft sinds jaar en dag aan op een huisje langs het spoor bij station Horst-Sevenum. Geen toeval deze locatie, dunkt me: een graffitist is hier verzekerd van een groot publiek. Aan de reeks meesterwerken die in de loop der jaren op dit huisje zijn verschenen, is onlangs weer een juweeltje toegevoegd:


Iets is beter dan niets? Om de dooie dood niet! Dit is niet zomaar een piece maar een masterpiece! Afgewogen kleurstelling, oog voor detail en als kers op de taart die witte figuren op de achtergrond.


Het enige waar ik lichte vraagtekens bij heb is de strakheid van de letters, zie vooral het knikje in de meest linkse lijn van de I. En of die langgerekte rode druppels onder de E zo bedoeld zijn? Maar wat een geneuzel: dit werk is een geheide kandidaat voor de eens te publiceren Horst-sweet-Horst top 5 van ooit in Horst aan de Maas waargenomen graffiti. Hulde aan de anonieme maker(s)!


Overigens ben ik van mening dat dat hekwerk rondom dit huisje zo snel mogelijk verwijderd dient te worden, opdat de op het huisje aangebrachte graffiti nog meer kunnen shinen.

donderdag 30 januari 2025

Intermezzo – Raadsvoorstel

wij verzoeken uw raad om
het ontwerpbestemmingsplan
zoals het ter inzage
heeft gelegen
niet vast te stellen

in het advies
dat ten grondslag
heeft gelegen
aan de vaststelling van
het ontwerpbestemmingsplan
is er vanuit gegaan
dat het bij
het ontwerpbestemmingsplan
bijgevoegde geuronderzoek
goed is uitgevoerd

er is echter
gebleken dat dit
niet het geval is

enerzijds
is er namelijk gerekend
vanaf bestaande emissiepunten
van de veehouderij
en niet vanaf de grens
van het bouwvlak
van de veehouderij

en anderzijds
is er getoetst
aan een geurnorm
van 35 oue/m3
en niet aan een geurnorm
van 19,4 oue/m3

bij afweging van
alle betrokken belangen
adviseren wij
het bestemmingsplan
niet vast te stellen

het niet vaststellen van
het bestemmingsplan
is ingegeven vanuit
ruimtelijke motieven
die op basis
van het milieuadvies
en op basis
van de in dit voorstel
genoemde motivering
deugdelijk kunnen worden
onderbouwd

wij adviseren daarom
het ontwerpbestemmingsplan
definitief
niet
vast te
stellen

dinsdag 28 januari 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (11)

Ik fiets over de Raamweg in America. In het natte bermgras tegenover de golfbaan zie ik een blaadje liggen. Ik overweeg het op te rapen: rondzwervende papiertjes kunnen belangwekkend of anders wel interessant dan wel intrigerend zijn. Maar dit blaadje is nat. En smerig. Ik besluit door te fietsen. Doorfietsend vraag ik me af of ik het me zo niet te gemakkelijk maak. Ook natte en smerige papiertjes kunnen toch belangwekkend of anders wel intrigerend dan wel interessant zijn? Ik besluit me om te draaien en terug te fietsen. Om het papiertje op te rapen.

Zo gaat het altijd. Als ik het papiertje dan heb opgeraapt, blijkt steevast dat ik standvastig had moeten zijn en gewoon door had moeten fietsen. Omdat het papiertje een kassabonnetje is. Of een niet ingevuld invulformulier. Of een pakbon. Of een fragment van een verpakking. Of – heel vaak – een blanco velletje.


Zo gaat het dus altijd. Maar dit keer niet. Het papiertje dat ik opraap is behalve nat en smerig, vooral interessant en intrigerend. Het gaat om een aan één zijde afgescheurd en vervolgens dubbelgevouwen vel ruitjespapier. Daardoor is iets ontstaan dat je een miniboekje van vier bladzijden zou kunnen noemen. De bladzijden 2 en 4 zijn onbeschreven. Zou bladzijde 1, de voorkant, misschien een boodschappenbriefje kunnen zijn? En die letters, is dat geen cyrillisch? Inderdaad, zo blijkt al snel: een in het Oekraïens gesteld boodschappenbriefje! Mijn allereerste op het grondgebied van Horst aan de Maas gevonden boodschappenbriefje in het Oekraïens! Aan de rand van the middle of nowhere!


Zeven items bevat het boodschappenlijstje:

morkva
(wortels)
chleb (brood)
maslo (boter)
kawa (koffie)
salat (sla)
syr (kaas)  
jablka (appels)

Het ene nog basaler dan het andere, van luxeproducten geen enkel spoor. ‘Zo komt Jan Splinter door de winter’, zou Marcel van Dam zeggen. Overigens telt het briefje minimaal twee auteurs: de wortels, het brood en de boter zijn van één hand en hetzelfde geldt voor de koffie, de sla en de kaas. De appels zouden van de auteur van de wortels, het brood en de boter kunnen zijn, maar waarschijnlijker is dat er een derde in het spel is. Wat er vóór ‘appels’ is doorgestreept? De eerste letters van jabul (appel), vermoedelijk vanwege een spelfout.


De tekst op bladzijde 3 is van weer een andere hand. Het lijkt om een kostenraming te gaan:


podval (kelder)
robota i material (arbeid en materialen) = 1000 euro (= 1000 euro)

Belangwekkend deze vondst? Misschien niet, maar een sign of the times is dit briefje wel degelijk. In al zijn bescheidenheid weerspiegelt dit briefje namelijk óók de wereldgeschiedenis. Veertig jaar geleden zou het nog absoluut ondenkbaar zijn geweest zo’n briefje in Horst aan de Maas te vinden. Nu kijk je er niet echt vreemd van op. Hoe zou het over vijf, tien, twintig, vijftig jaar zijn?

(met dank aan Agata Siwek en Hasmik Tangyan voor de vertaling)

donderdag 23 januari 2025

Intermezzo – Greenport (3)

Een kleine vierduizend woorden wijdde de NRC afgelopen zaterdag aan Greenport Venlo en aan Vida XL, het grootste op Greenport gevestigde bedrijf. Gisteren volgde over hetzelfde onderwerp ook nog een podcast (beluister ‘m hier). Zowel artikel als podcast zijn zó alarmerend dat het beslist geen kwaad kan er hier nog even aan te refereren.


Greenport Venlo, wat is dat ook alweer? Een gigantisch bedrijventerrein tussen Blerick en Sevenum, in de voorbije vijftien jaar tot ontwikkeling gebracht door Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo. Aandeelhouders daarvan zijn de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Venray en de provincie Limburg.

De NRC zaterdag: ‘Wie naar Greenport Venlo rijdt, stuit op een muur van gigantische blokkendozen.’ De krant doet vervolgens ragfijn uit de doeken hoe het allemaal zover is gekomen en hoe verwerpelijk het doen en laten van Vida XL is. Dat laatste laat ik hier buiten beschouwing, vooral omdat het me hier nu meer te doen is om de rol van de overheid en de politiek.


‘Het bedrijventerrein moest een voorbeeld voor Nederland worden, met hoogwaardige werkgelegenheid, agro- en maakindustrie en innovatieve startups’, aldus de NRC. Hoe anders blijkt de huidige werkelijkheid. Die bestaat uit onafzienbare blokkendozen, duizenden afgeknepen, slecht betaalde en erbarmelijk gehuisveste arbeidsmigranten, nauwelijks hoogwaardige werkgelegenheid en innovatieve startups, een verstoorde woningmarkt in de omliggende dorpen, nooit waargemaakte, hooggestemde landschaps- en duurzaamheidsambities, politici die bedrijven faciliteren, miljoenensubsidies voor bedrijven verstrekt door de provincie Limburg, dakloze arbeidsmigranten, gemeenten die moeten opdraaien voor de met de vestiging van arbeidsmigranten gepaard gaande kosten, voormalig gedeputeerde Ger Driessen die met ronkende praatjes aan de wieg stond van Greenport en er nu met zijn adviesbureau betrokken is bij de bouw en verkoop van woningen voor arbeidsmigranten. Ontluisterend allemaal.


Wat de NRC grotendeels buiten beschouwing laat, is de politiek. Die heeft het allemaal maar laten gebeuren. Illustratief is wat onze wethouder Eric Beurskens in 2023 zei over Greenport: ‘Ik denk dat we een beetje zijn overvallen in de loop der jaren door wat daar allemaal gebeurde.’ Overvallen? ‘Collectief in slaap gesust’ komt denk ik dichter in de buurt van de werkelijkheid. Het verontrustende is dat zowel de lokale als de provinciale politiek in grote meerderheid nog altijd niet wakker lijkt te zijn geschud en zelfs nu nog het economisch belang van enkelen laat prevaleren boven het welzijn van velen.

(Dit stukje verscheen in iets andere vorm gisteren ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 21 januari 2025

Intermezzo – Internationale Knuffeldag

21 januari, internationale Knuffeldag. Dus ook in Horst aan de Maas, waar Háy zo ongeveer de hele dag op diverse locaties bezig is geweest om Jan en alleman te knoevele. Háj Háy ’t gewiëte, háj Háy ’t meschien wal ni gedò. Ma meschien ok wal. Hoe dan ook, een en ander heeft geleid tot de exclusieve Horst-sweet-Horst top 6 van Háy’s knoevels op internationale Knuffeldag. Komt ie:

6.

5.

4.

3.

2.

1.

vrijdag 17 januari 2025

Intermezzo – Lang zök

op een mistige ochtend
door de schoolstraat lopen
de ene man tegen
de andere man
horen zeggen
diiin haet lang zök á

en dan samen
met die twee mannen
weten
dat diiin geen
lange sokken aanheeft
maar korte sokken
of anklets
of kniekousen
of helemaal geen sokken

zaterdag 11 januari 2025

Top 5 – Norbertuswijkse binnenterreinen

Op 23 februari van het afgelopen jaar ontving ik een e-mail van Jan Geurts, bewoner van de Noordsingel in Horst. Citaat: ‘Tijdens mijn wandelingen door o.a. de Norbertuswijk heb ik de verschillende hofjes bezocht die ooit bewust zijn aangelegd in deze wijk. Ik vond dat speciaal. Misschien is het wel aardig om een stuk te schrijven over de hofjes.’


‘Aardig’? Héél aardig! En dus reageerde ik als volgt: ‘Ik heb al sinds jaren een notitieboekje waarin ik onderwerpen noteer waarover ik ooit nog eens wil schrijven. Op 20 september 2014 noteerde ik daarin: “Binnenplaatsen Norbertus”. Ik vermoed dat wat bij jou, Jan, ‘hofjes’ zijn, bij mij ‘binnenplaatsen’ heten. Met andere woorden: volgens mij hebben we een fascinatie voor hetzelfde.’


We spraken af samen een wandeling te maken langs de Norbertuswijkse hofjes dan wel binnenplaatsen. Daar kwam het uiteindelijk pas op 4 juni van. Het enthousiasme spatte er aan beide zijden vanaf. Onze wandeling eindigde met mijn belofte op korte termijn een stuk te schrijven over de hofjes dan wel binnenplaatsen. En vervolgens liet ik het maes in ‘t vaerreke steken. Totdat ik twee weken geleden een mail van Jan ontving waarin hij onder meer schreef te hopen dat de hofjes nog steeds mijn interesse hebben. Jazeker hebben ze nog steeds mijn interesse, alleen hebben ze de pech te moeten concurreren met tal van andere interesses. Maar nu, een klein jaar na de eerste mail van Jan en met een herontwikkeling van de hofjes dan wel binnenplaatsen in aantocht, is het er dan toch eindelijk van gekomen.


Eerst iets over de Norbertuswijk. Door de naoorlogse bevolkingsgroei ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw ook in Horst de behoefte aan meer woonruimte. Daarop besloot het gemeentebestuur ten noorden van de bestaande dorpskern een geheel nieuwe wijk te ontwikkelen. Ingenieursbureau J.J. Margry uit Breda maakte al in 1955 een ontwerp dat was gestoeld op de gedachte van de zogeheten parochiewijk. De parochiekerk, toegewijd aan Norbertus van Gennep, vormde het centrum van de nieuwe wijk. In de directe omgeving daarvan lagen pastorie, kapelanie, parochiehuis, school en winkels en daar weer omheen de woonhuizen, die waren bedoeld voor alle lagen van de samenleving. De nieuwe wijk, officieel Norbertuswijk geheten, maar in de volksmond ook bekend als Neej Dörp en Sjemdörp, kwam vanaf 1960 tot ontwikkeling. Met zijn ruime opzet, het vele groen en de differentiatie in woningtypes kan de wijk ook 65 jaar na zijn ontstaan wat mij betreft de toets der kritiek nog steeds doorstaan, waarbij dient aangetekend dat enig chauvinisme mij als langjarig bewoner niet helemaal vreemd is.


Maar dan nu de Norbertuswijkse hofjes dan wel binnenplaatsen, her en der in de wijk gelegen en in de meeste gevallen oases van rust en stilte. In het ideale geval zijn ze aan alle zijden ingeklemd tussen bebouwing, zijn ze aan één zijde toegankelijk voor auto’s en zijn ze aan meerdere zijden via brandgangen toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Ik vermoed dat ze in de eerste plaats zijn bedoeld als veilige speelterreinen voor kinderen: zonder ook maar een straat te hoeven oversteken en zonder de noodzaak van ouderlijk toezicht kon het kroost zich hier uitleven. Daarnaast verschaffen ze toegang tot garageboxen. Maar hoe moeten we ze nu noemen: hofjes of binnenplaatsen? Ik zou zeggen: binnenterreinen. Voor ‘binnenplaatsen’ zijn ze te groot, voor ‘hofjes’ voor mijn gevoel niet idyllisch en niet intiem genoeg.


Zoals ik het zie telt de Norbertuswijk zeven binnenterreinen, maar ik geef onmiddellijk toe dat dat er ook meer of minder kunnen zijn als je er op een andere manier naar kijkt. Met mijn zienswijze snijd ik mezelf ook in de vingers omdat mijn geliefde biotoop tussen Prinses Marijkestraat, Julianastraat, Jan van Eechoudstraat en Gebroeders van Doornelaan, waarop ik van mijn derde tot mijn zesde vanuit onze huiskamer uitzicht had en waarin ik heel wat uurtjes heb doorgebracht, buiten de boot valt omdat hij niet aan alle zijden is ingeklemd tussen bebouwing.


Resteren dus zeven Norbertuswijkse binnenterreinen. Precies voldoende voor een, uiteraard uitermate subjectieve, Horst-sweet-Horst top 5 van Norbertuswijkse binnenterreinen. Komt ie:

5. Gelegen tussen Julianastraat (toegang voor auto’s), Jan van Eechoudstraat, Prinses Margrietstraat en Steffensstraat:


Dit is nauwelijks een oase te noemen; geasfalteerde oases bestaan helemaal niet. Het is ook geen kinderspeelparadijs, dus laten we het ‘functioneel’ noemen.
 
4. Gelegen tussen Noordsingel (toegang voor auto’s), Gebroeders van Doornelaan, Rembrandtstraat en Rubensplein (toegang voor auto’s):


Eerlijk gezegd nooit beschouwd als een binnenterrein. Pas mijn wandeling met Jan (achterbuurman) heeft me ervan overtuigd dat dit wel degelijk als een Norbertuswijks binnenterrein valt te definiëren. Dat ik het eerder niet zo zag, had te maken met het ontbreken van een ingeklemd-zijn-tussen-bouwblokken-gevoel. En dat had weer te maken met het vele groen, de niet gesloten bebouwing en de toegang voor auto’s aan twee zijden.
 
3. Gelegen tussen Prinses Marijkestraat (toegang voor auto’s), Prins Bernhardstraat, Jan van Eechoudstraat en Steffensstraat:


Uitlaatklep voor bewoners van de duplexwoningen aan de Prinses Marijkestraat. Die worden in de loop van dit jaar gesloopt, wat een verklaring vormt voor de momenteel enigszins verwaarloosde aanblik van het binnenterrein. Even verderop ligt, ingeklemd tussen Prinses Marijkestraat (toegang voor auto’s), Steffensstraat, Jan van Eechoudstraat en Julianastraat, een nagenoeg identiek binnenterrein:


2. Gelegen tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Irenestraat, Meterikseweg en Prinses Beatrixstraat:


Het grootste van alle Norbertuswijkse binnenterreinen, eigenlijk de gedroomde nummer 1. Tot voor héél kort was het uitgerust met speeltoestellen voor kinderen, waarmee het misschien wel het meest exemplarische Norbertuswijkse binnenterrein is. Tussen 1970 en 1978 zetelde hier in een houten barak wijkgebouw ’t Östenriekske. Ook was er een peuterspeelzaal gevestigd.

1. Gelegen tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Beatrixstraat, Zegersstraat en Prins Bernhardstraat:


Ondanks de gedroomde nummer 1 toch dit binnenterrein op 1 omdat dit van mijn zesde tot mijn negende mijn geliefde biotoop was, waar ik zicht op had vanuit mijn slaapkamer aan de Zegersstraat, waar ik via onze achterdeur meteen op uitkwam en waar ik ein-de-loos in heb gevoetbald. Nooit vergeten: net voordat we op een dag in Uden op bezoek gingen bij een oom en tante, kwam Joop T. me op het voetbalveldje nog snel even een keeperstraining geven. In de stortregen besloot Joop de focus te leggen op duiken. Met als gevolg dat ik van boven tot onder bemodderd thuiskwam, niet tot onverdeeld genoegen van mijn vader en moeder.


Even verderop ligt, ingeklemd tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Beatrixstraat, Jan van Eechoudstraat en Prins Bernhardstraat, een nagenoeg identiek binnenterrein:



(Met dank aan Jan Geurts voor het idee, de wandeling en het becommentariëren van eerdere versies van dit stuk)

donderdag 9 januari 2025

Intermezzo – Schravelende oudjes

Rond het middaguur zijn bij de supermarktkassa een vrouwelijke klant van middelbare leeftijd en een caissière met elkaar in gesprek.


Ik háj ma effe gewacht totdát ’t nimmer sniëjde.
Verstendig.
Ik háj gedócht dát ’t hee nou wal vul drukker zöj zie.
Nae, vámerge wao ’t juust vul drukker.
Toen ’t zò hárd sniëjde?
Jao, allemaol oudjes.
Dát mende ni!
Acht ván de tien maense óp de parkeerpláts waore aldere.
Dát háj ik noëit gedócht.
Da kunne ze wer gaon klage as ze valle.
Jao. Ik begriep die maense ni.
Ze halde d’r gewoën vá um te schravele.
Dát zal ’t zien.
Jao.
Hojje wàh.
Hojje.

woensdag 8 januari 2025

Top 5 – Molenbeekwegse molshopen

Qua mollenkennis heb ik me de afgelopen decennia nauwelijks ontwikkeld. Als ik héél eerlijk ben moet ik zelfs bekennen dat Momfer, de wat meelijwekkende, immer kuchende bebrilde mol met Limburgs accent in de Fabeltjeskrant, begin jaren zeventig de laatste mol was aan wie ik serieus aandacht heb geschonken. Maar nadat ik vanmiddag aan de Molenbeekweg in Horst een heus molshopenlandschap had ontdekt, voelde ik me met het oog op dit stukje verplicht mijn mollenkennis weer wat bij te spijkeren.


De Molenbeekweg is een industrieterreinweg die pijn doet aan de ogen. Vandaar dat ik ‘m het liefst mijd. Vandaar dat ik niet eens wist dat de Molenbeekweg – die de Meldersloseweg met de Bremweg verbindt en vreemd genoeg op respectabele afstand van de Molenbeek ligt – Molenbeekweg heet. Toch valt zelfs aan die ellendige Molenbeekweg soms iets te beleven. Nu dus een indrukwekkend molshopenlandschap. Dat bestaat uit liefst 82 molshopen (eigenhandig geteld), gelegen in een nagenoeg rechte lijn, parallel aan het wegdek.


Even wat willekeurige mollaria die ik de voorbije uren opdiepte, ter bijspijkering van in elk geval mijn maar wellicht ook uw mollenkennis. In zo ongeveer heel Horst aan de Maas is moêtwaôrm het wonderschone dialectwoord voor mol. Mollen zijn integenstelling tot wat vaak wordt gedacht niet blind en komen in heel Nederland voor, met uitzondering van de Waddeneilanden. Ze graven gangen tot een diepte van meer dan een meter. De vlak onder de oppervlakte gelegen mollengangen heten mollenritten (ook al een mooi woord). De mol graaft deze gangen met een snelheid van twaalf tot vijftien meter per uur. Bij het graven ontstaan hopen zand die molshopen worden genoemd. Volgens Google Translate heet een molshoop in het Duits Maulwurfshügel, in het Engels molehill, in het Limburgs molheuvel (geloof ik niks van), in het Frans taupinière, in het Fins myyränmätäs en in het Italiaans talpa.



Genoeg gemold, hier komt-ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Molenbeekwegse molshopen:

5.

De meest stenige van het hele stel, moet sporen hebben achtergelaten in ’s mols gebit

4.

 Kakelvers, net gebakken, nog nadampend

3. 

Met afstand de breedst uitwaaierende (43,8 centimeter) hoop van alle 82 hopen

2.

Het meest anarchistische drietal van het hele stel, met de guts om af te wijken van de rechte lijn

1.

De machtige heerser over dit mollenimperium, even arrogant als onweerstaanbaar, even ongenaakbaar als majestueus 

zondag 5 januari 2025

Intermezzo – Positiviteit

Net voor Kerstmis wenste Doen – Horst aan de Maas, de jongste ster aan het Horster politieke firmament, iedereen ‘fijne feestdagen en een prachtig nieuw jaar, gevuld met positiviteit, gezondheid en saamhorigheid’.

Doen is het geesteskind van Alex Janssen, die vorig jaar uit de CDA-gemeenteraadsfractie stapte, zijn raadszetel meenam en met Doen een nieuwe partij stichtte. Alex, zelfbenoemd ‘doener in passie’, is een erkend pleitbezorger voor wat hij omschrijft als de ‘power van het positivisme’. Bijvoorbeeld op zijn website (klik hier): Positieve mensen geven anderen energie en zij creëren omgevingen waarin mooie dingen ontstaan, waarin ze willen wonen en werken. Positivisme trekt mensen aan en verbindt ze met elkaar. Daarom is positiviteit voor mij belangrijk in de samenleving, gemeente, dorp, werkomgeving en mijn gezin.’


Gisteren liet Alex van zich horen op zijn Facebookpagina:
‘Al vaker aangegeven dat de manier van hoe ons land de energie transitie denkt op te lossen is voor de “gewone man” onbetaalbaar aan het worden. En straks allemaal maar janken dat de dagdagelijkse zaken niet meer op te brengen. Hier valt ook het onzinnige miljarden verslindende opkopen van de beste agrarische bedrijven onder. Het idealistische speelkwartier wordt onbetaalbaar…… en wie kan het straks weer oplossen???? Niet degene die met hun reet op het asfalt zitten en met spandoeken ronddwalen voor een betere wereld, nee de gewone hardwerkende man en vrouw die ECHT iets bij willen dragen en DOEN!’
Aldus, voor alle duidelijkheid, het gemeenteraadslid van de partij die iedereen een nieuw jaar toewenst gevuld met positiviteit.

vrijdag 3 januari 2025

Intermezzo – Horstensia (10) | Puzzel

Object: puzzel
Materiaal: karton
Afmetingen: 31 x 47 cm (puzzel) / 29,4 x 20,6 cm (doos)
Gewicht: 155 gram (puzzel) / 320 gram (doos met puzzel)
Datering: 1986
Foto: Foto Geurts, Horst
Producent: B.C.F., Borne
Uitgever: Rabobank Horst


Het paleis op de Dam, de Domtoren, het Rijksmuseum, de Afsluitdijk, het Rijksmuseum, het Vrijthof, de Zeelandbrug, de molens bij Kinderdijk, de Ridderzaal: iconen die geen nadere beschrijving behoeven. Een icoon dat ooit geen enkele beschrijving behoefde (kijk er de opschriften op de doos maar op na): de ruïne van kasteel Ter Horst. Anderhalve eeuw van verwaarlozing had in 1986 – het jaar waarin deze puzzel werd uitgebracht ter markering van het 75-jarig bestaan van Rabobank Horst – haar woestromantische werk gedaan en een voorheen machtig kasteel herschapen in een omgrachte groene idylle.


Niets dat de verbeelding, de fantasie, zó prikkelt als de woestromantische ruïne van een middeleeuws kasteel. Ellenlange belegeringen, koene ridders, huiveringwekkende martelwerktuigen, begeerlijke jonkvrouwen, vochtige kerkers: nergens komt het allemaal meer tot leven dan in de verbeelding. Ook in ruïneuze toestand zweefde de geest van de Van Mirlaers, de Van Wittenhorsten en de Von Fürstenbergs nog rond op en rondom het voormalige kasteel Ter Horst. Het ware verval trad daarom pas in ná 1986. Elke (her)bouwactiviteit sinds 1986 vormde een aanslag op de verbeelding. Met elke ingreep werd het sterieler, ging de ziel steeds meer verloren, verdween het verleden steeds verder uit zicht. Maar goed, dit is maar een mening. 


Lastige puzzel trouwens. Maar ook dat is maar een mening.