Soms is het ook wel eens fijn om bevrijd van al te veel kennis en onderzoek over
iets te kunnen schrijven. Dat is bijvoorbeeld het geval met de voormalige
vuilstortplaats in Kronenberg, in de Heesbeemden. JP heeft me ooit verteld dat hier
een voormalige vuilnisbelt ligt en, betrouwbaar als JP doorgaans is, heb ik dat
voor waar aangenomen.
Ik ben hier eind februari. Een week eerder ben ik door m’n rug gegaan. Lopen
over een vlakke ondergrond gaat prima, maar elke oneffenheid in het oppervlak is
goed voor een pijnscheut in m’n rug. Voor één keer hopen op gebaande paden. Uitbundige
zonneschijn, fris windje. Een tussen twee paaltjes gespannen ketting moet de
doorgang versperren. Aan de ketting bungelt aan twee ijzerdraadjes een prachtig
verweerd bordje, ongetwijfeld ooit de toegang voor onbevoegden verbiedend.
De ketting vormt geen noemenswaardige barrière, ook niet voor de rug. Na honderd
meter de restanten van een hek en dan buigt het gebaande, door hoge bomen geflankeerde
pad ineens naar links af.
Een beklimming van Caubergiaanse proporties volgt. Aan het einde van de
beklimming, als het gebaande pad weer naar rechts is afgebogen, ineens een hoogvlakte
met een prairieachtig aanzien – America is niet ver weg.
Rechts enkele bijenkasten, links lonkt in de verte, hoog oprijzend boven de
prairie, een jachthut. Een gevelde boom verspert het gebaande pad. Kruip door
sluip door. Pijnscheut op pijnscheut. Voorbij de gevelde boom eindigt het
gebaande pad. Het maakt plaats voor bedjes van gebroken rietstengels. Hippen van
het ene oneffen bedje naar het andere oneffen bedje. Pijnscheut op pijnscheut.
Omkeren, met die jachthut in greifbarer Nähe? Geen denken aan. Ontberingen
lijden, de held uithangen, met een jachthut als beloning.
Het uitzicht hierboven leidt tot het inzicht dat het best hoog moet zijn hier.
Metertje of vijftien? Atypisch om in een omgeving waar zo ongeveer alles bordwaardig
wordt bevonden hier op de top geen houten bordje aan te treffen met daarop een
hoogtevermelding van de Monte Corona. Maar goed, hippend van oneffen bedje naar
oneffen bedje, pijnscheuten trotserend, afdalend over het gebaande pad en ook
de ketting met het verweerde bordje overwinnend, bereik ik weer mijn
verlossende fiets. Mission completed.
P.S. Vanwege lichte twijfel of het inderdaad de Heesbeemden heet, achteraf toch
maar even gegoogled. Wikipedia: ‘De Heesbeemden omvat tevens De Blakt en De
Haagens. De Blakt was tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw een
vuilstortplaats. Waar de stortplaats was ligt nu een heuvel in het gebied.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten