maandag 6 juli 2015

Ingezonden – De angst voor topofilie

Nooit gehoord van topofilie? Jan Duijf (topofiel uit de Kloosterstraat in Horst) legt haarfijn uit wat het is en waarom je er niet bang voor hoeft te zijn.

De angst voor topofilie
Gebrek aan praktiserende topofielen in onze gemeenteraad?

Topofilie betekent het houden van een plaats. Dit stuk gaat over een vorm van dat liefhebben: het gesteld zijn op het historische landschap van Horst aan de Maas. Er is veel gepubliceerd over de betekenis van het historische landschap voor de identiteit van een gemeente en haar inwoners. Een visie die mij persoonlijk aanspreekt, is dat de liefde van mensen voor hun eigen leefgebied een biologische oorsprong heeft, en dat het verkennen en bewandelen van de eigen woonomgeving een ingebakken manier van de mens is om een elementaire behoefte aan houvast en veiligheid te bevredigen. Wordt dit verlangen door onze gemeenteraad voldoende onderkend?

Vanuit een verlangen naar het eigene en het vertrouwde hechten inwoners aan historische bakens in hun landschap; koesteren ze het markante, het karakteristieke en het authentieke van het historische landschap. Omdat mensen met en in het landschap individuele ervaringen opdoen, kan deze al typische omgeving een nog persoonlijkere betekenis krijgen en identiteitsvormend werken.

Nu kan de topofilie gemakkelijk in een steeds kwader daglicht worden gesteld: van dat je Horst aan de Maas (weer) dichtplakt met kranten, via beschuldigingen van overdreven chauvinisme, tot een oorsprong in een Blut und Bodentheorie. Als een afgeleide van dit soort kritiek kan het streven naar het behoud en het herstel van het historische landschap worden misverstaan en weggezet; ten onrechte worden gediskwalificeerd als een teken van onrealistische behoudzucht, ideologische achterlijkheid of het frustreren van economische vooruitgang. 
Het Meterikse Veld is historisch waardevol
Aan de andere kant moeten we de destructieve uitwerking van de waan van de dag niet onderschatten. Blijkbaar wordt er in onze gemeente verlies aan verleden ervaren. Waarom legt men anders tegenwoordig een enorme ijver aan de dag bij het plegen van nostalgische, historiserende woningbouw? Vanwaar die nieuwe natuurgebieden? Vanwaar die ijver bij de restauratie van adellijke huizen, de Houthuizer molen, de opkomst van historische wandelpaden, het weer laten meanderen van de Groote Molenbeek, het herstel van houtwallen en de aandacht voor erfbeplanting? Het opknappen van het nu prachtige oude Horster kerkhof?

Natuurlijk spelen regelmatig economische overwegingen mee bij bovengenoemde activiteiten. Op zich is daar niks mis mee, maar de vele vrijwilligers worden eerder gedreven door idealistische motieven: het willen doorgeven van cultuurhistorisch erfgoed aan volgende generaties. En dan is topofilie wel degelijk een belangrijke drijfveer. Daarmee is het onderhoud en herstel van historisch landschap positief affectief geladen. Mensen kunnen echt van hun eigen landschap houden en willen zich daarvoor inzetten. En liefde bevordert het levensgeluk.

Het mooie werk van de vele vrijwilligers blijft niet onopgemerkt en laat prachtige sporen na in het landschap. Toch blijft hun arbeid in zekere zin ploeteren in de marge, want een stevig en actief beleid om ons waardevolle historische landschap te conserveren of weer op orde te brengen, kent onze gemeente niet.

Waarom speelt een modern behoud en herstel van de aanblik en de structuur van het historische landschap geen noemenswaardige rol van betekenis bij de beleidsdiscussies in onze gemeenteraad over het buitengebied? Bij de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan voor dat buitengebied? Juist nu het platteland nog meer onder druk komt te staan en de ruimtes steeds kleiner worden? Ziet niemand de noodzaak? Gebrek aan kennis? Moeilijk te combineren met economische belangen?

Toch niet bang om als topofiel te boek te staan? 


Jan Duijf (topofiel uit de Kloosterstraat in Horst)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten