Nooit gehoord van
topofilie? Jan Duijf (topofiel uit de Kloosterstraat in Horst) legt haarfijn
uit wat het is en waarom je er niet bang voor hoeft te zijn.
De angst voor topofilie
Gebrek aan praktiserende topofielen in onze
gemeenteraad?
Topofilie betekent het houden van een plaats. Dit stuk gaat over een vorm van dat
liefhebben: het gesteld zijn op het historische landschap van Horst aan de
Maas. Er is veel gepubliceerd over de betekenis van het historische landschap
voor de identiteit van een gemeente en haar inwoners. Een visie die mij
persoonlijk aanspreekt, is dat de liefde van mensen voor hun eigen leefgebied
een biologische oorsprong heeft, en dat het verkennen en bewandelen van de
eigen woonomgeving een ingebakken manier van de mens is om een elementaire
behoefte aan houvast en veiligheid te bevredigen. Wordt dit verlangen door onze
gemeenteraad voldoende onderkend?
Vanuit een verlangen naar het eigene en het vertrouwde
hechten inwoners aan historische bakens in hun landschap; koesteren ze het markante, het karakteristieke en het
authentieke van het historische landschap. Omdat mensen met en in het landschap
individuele ervaringen opdoen, kan deze al typische omgeving een nog
persoonlijkere betekenis krijgen en identiteitsvormend werken.
Nu kan de topofilie gemakkelijk in een steeds kwader
daglicht worden gesteld: van dat je Horst aan de Maas (weer) dichtplakt met
kranten, via beschuldigingen van overdreven chauvinisme, tot een oorsprong in
een Blut und Bodentheorie. Als een
afgeleide van dit soort kritiek kan het streven naar het behoud en het herstel
van het historische landschap worden misverstaan en weggezet; ten onrechte
worden gediskwalificeerd als een teken van onrealistische behoudzucht,
ideologische achterlijkheid of het frustreren van economische vooruitgang.
Het Meterikse Veld is historisch waardevol |
Aan de andere kant moeten we de destructieve uitwerking van
de waan van de dag niet onderschatten. Blijkbaar wordt er in onze gemeente
verlies aan verleden ervaren. Waarom legt men anders tegenwoordig een enorme
ijver aan de dag bij het plegen van nostalgische, historiserende woningbouw?
Vanwaar die nieuwe natuurgebieden? Vanwaar die ijver bij de restauratie van
adellijke huizen, de Houthuizer molen, de opkomst van historische wandelpaden,
het weer laten meanderen van de Groote Molenbeek, het herstel van houtwallen en
de aandacht voor erfbeplanting? Het opknappen van het nu prachtige oude Horster
kerkhof?
Natuurlijk spelen regelmatig economische overwegingen mee
bij bovengenoemde activiteiten. Op zich is daar niks mis mee, maar de vele
vrijwilligers worden eerder gedreven door idealistische motieven: het willen
doorgeven van cultuurhistorisch erfgoed aan volgende generaties. En dan is
topofilie wel degelijk een belangrijke drijfveer. Daarmee is het onderhoud en
herstel van historisch landschap positief affectief geladen. Mensen kunnen echt
van hun eigen landschap houden en willen zich daarvoor inzetten. En liefde
bevordert het levensgeluk.
Het mooie werk van de vele vrijwilligers blijft niet
onopgemerkt en laat prachtige sporen na in het landschap. Toch blijft hun
arbeid in zekere zin ploeteren in de marge, want een stevig en actief beleid om
ons waardevolle historische landschap te conserveren of weer op orde te
brengen, kent onze gemeente niet.
Waarom speelt een modern behoud en herstel van de aanblik en
de structuur van het historische landschap geen noemenswaardige rol van
betekenis bij de beleidsdiscussies in onze gemeenteraad over het buitengebied?
Bij de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan voor dat buitengebied? Juist
nu het platteland nog meer onder druk komt te staan en de ruimtes steeds
kleiner worden? Ziet niemand de noodzaak? Gebrek aan kennis? Moeilijk te
combineren met economische belangen?
Toch niet bang om als topofiel te boek te staan?
Jan Duijf (topofiel uit de Kloosterstraat in Horst)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten