‘Hun woning huren ze, soms indirect, van
een uitzendbureau. Door hun afhankelijke positie zijn ze kwetsbaar voor
uitbuiting.’
‘Uit de gesprekken en uit vele documenten blijkt dat de levensstandaard van
deze arbeidsmigranten ver onder het Nederlandse gemiddelde ligt, en vooral: dat
ze geen vrijheid hebben. Direct na aankomst krijgen ze te horen waar ze gaan
wonen, met wie, en waar ze gaan werken. Velen horen pas ‘s middags hoe laat ze
de volgende ochtend moeten beginnen, vaak al om vijf of zes uur.’
‘Wie protesteert tegen te lange werkdagen of slechte huisvesting, loopt het
risico zijn baan of huis te verliezen. Soms bouwen ze via de huur schulden op
bij de baas. Sommige hulpverleners spreken van “moderne slavernij”.’
‘De buitenlandse werknemers woonden aanvankelijk in schuren op het erf van de
tuinder. Nu huren ze kamers in gebouwen van het uitzendbedrijf of daaraan
verbonden partijen. Sommige uitzendbureaus zoeken hierbij de grenzen van de wet
op – anderen gaan er ver over.’
‘De seizoensarbeider is een melkkoe. Aan alles wordt verdiend: zijn arbeid in
de kas, zijn woning én zijn gedrag. Op elke overtreding van talloze regels
staat een boete: een slecht schoongemaakt huis, een verloren sleutel, vlekken
op een matras, haren in de doucheput, bezoek van vrienden. De verhuurder houdt
naast de huur en zorgpremie soms ook de boetes in op het loon. Dat laatste mag
niet volgens de cao.’
Nee, nee, niet schrikken: bovenstaande citaten hebben geen betrekking op Horst
aan de Maas. Wel op het Westland. Ze zijn afkomstig uit
NRC Handelsblad van vandaag (klik
hier). Die krant deed diepgaand onderzoek
naar de leef- en werkomstandigheden van Oost-Europese arbeidsmigranten in het
Westland. Trieste conclusie: ze worden geleefd en uitzendbureaus omzeilen de
regels om zoveel mogelijk aan hen te verdienen.
Is het in Horst aan de Maas veel anders dan in het Westland? Wat dacht u zelf?
Wie zijn oren en ogen goed open houdt wéét dat het in Horst aan de Maas van
hetzelfde laken een pak is als in het Westland. Woekerprijzen voor kamers,
onmenselijk zwaar werk, extreme arbeidsduur, niet-uitbetaling van toeslagen,
ontslag bij ziekte, geen controles: ook hier is het schering en inslag.
Aan de Peelheideweg in America bouwt Van Dijck Groenteproducties momenteel een
logiesgebouw voor driehonderd arbeidsmigranten. Ja, het mag. En ja, het wordt toegejuicht
en aangemoedigd door de gemeente. Waarom eigenlijk? Wonen bij de baas maakt de
machtspositie van de baas alleen maar nog sterker en maakt de toch al kwetsbare
positie van de arbeidsmigrant alleen maar nog kwetsbaarder.
Maar als het dan toch moet, doe het dan goed. In het Horster coalitieakkoord
heet het: ‘We overwegen om het Keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen
als voorwaarde te stellen voor onze ondernemers/huisvesters.’ Is het bij
overwegen gebleven? Of voldoen Van Dijck Groenteproducties en al die anderen
aan het Keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten