Jaren zestig. Vijfde week van de eindeloze grote vakantie. Wie
zich al de luxe van een vakantie elders kan permitteren, komt doorgaans niet
verder dan de Schatberg. Valkenburg en de Ardennen vallen soms ook nog net binnen
het bereik. Alleen niet voor bewoners van de Kortestraat. Zij dienen hun vakantiegevoel
vooral te puren uit hun Franse balkons. Vleugje Méditerranée dat naar binnen
waait. Kinderen? Die moeten zichzelf maar zien te vermaken. Voetballen, spelletjes
doen, beursje trekken,
schupe. Vooral
schupe. Maar in de vijfde
week van de grote vakantie heeft de landerigheid het definitief gewonnen. Nergens
geen zin meer in. Zelfs niet in
schupe. Verveling, bij god niet weten
wat te doen. Uiteindelijk zijn ze maar met z’n drieën op de stoep gaan zitten. Voor
een keer heeft zelfs de in de verte lonkende Moelbaerenbos hen niet kunnen verleiden.
Dan doorbreekt een auto de lethargie. Vader! Z’n zoon zwaait naar hem. Z’n twee
vriendjes blijven onaangedaan zitten, de ene in kleermakerszit, de andere heeft
z’n linkerbeen onder z’n rechter gemanoeuvreerd. Hun aandacht richt zich niet
op hun vriendje en diens in gedachten verzonken vader, maar op iets of iemand aan
de overzijde van de Loevestraat, bij de voormalige melkfabriek. De fotograaf?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten