In de Amsterdamse reisboekwinkel Evenaar duikelde ik
zaterdag dit hoogst curieuze boekje op.
Een zekere Freddie Spleen – naar ik vermoed het pseudoniem
van een man – doet hierin verslag van een dertiendaagse rollatortocht die haar
van Amsterdam naar Aken voert. Plan was eigenlijk om op te stomen naar Rome,
maar na twee weken van bijna onafgebroken regen besluit ze het in Aken voor
gezien te houden. Eigenlijk ook wel passend: Freddie, die uitstekend ter been
is maar een beetje met zichzelf in de knoop lijkt te zitten, heeft de tocht
vanaf het begin bedoeld als ‘hommage aan de mislukk(el)ing’. Ze onderneemt de
tocht met een Dolomite, een rollator van Italiaanse makelij die ze de naam Dolo
geeft (‘In Dolo zit de klank van dolen’).
Op 9 mei 2013 gaat ze vanuit Amsterdam op pad, met aan en in Dolo een kleine
acht kilo aan bagage. Via Weesp, Loosdrecht, Kesteren, Berg en Dal en Heijen
belandt Freddie op 17 mei op een camping in Wanssum.
De volgende dag trekt in Meerlo een bont beschilderde
bushalte haar aandacht: ‘Weer eens wat
anders dan die billboards in de bushaltes, met veel te mooie mensen die je
verleiden tot het aankopen van dingen die je niet nodig hebt.’
In Tienray laat haar cafeïnetekort ‘zich niet langer weg
neuriën’. Een bakker of café kan ze niet ontdekken. Gelukkig krijgt ze aan haar
rechterhand ‘plots een supermarkt cadeau’, ongetwijfeld Jan Linders. Ze loodst
Dolo naar binnen en ontdekt warempel een koffieautomaat. ‘Ik had mijn dunne lange grijze regenjas nog aan en moet er, wat
verregend en verwaaid, hebben uitgezien als een ongevaarlijke gek. Mij best,
dus ik gleed nog wat verder in die rol, en nam bij de koffieautomaat plaats op
mijn rollator. Totaal tevreden keek ik toe hoe de koffie in mijn bekertje
sijpelde en ik begon vast aan mijn verse croissant.’
Vanuit Tienray loopt Freddie, die later op de dag haar broer
Ruben zal ontmoeten op camping Californië in Grubbenvorst, door naar Horst: ‘Geen overdreven mooie route. Horst zelf
spreekt evenmin tot de verbeelding. Op een gegeven moment liep ik door [een]
buurt die zo spuuglelijk was, dat mijn humeur loodrecht omlaag stortte. Alle
engelen en heiligen moesten worden aangeroepen om er nog iets van te maken,
want het moest vanmiddag nog wel een beetje gezellig zijn met mijn broer. En
zie, drie straten verder stond een mosgroene Lada Niva geparkeerd, mijn
lievelingsauto. Meteen klaarde ik op. Ik zette Dolo ernaast (alsof hij wilde
zeggen: ik ben ook best stoer hoor) en maakte een foto.’
leuke ontdekking!
BeantwoordenVerwijderen