Aan ambities geen gebrek in het afgelopen donderdag
gepresenteerde Visiedocument De Kasteelsche Bossen (klik hier). Ambities die
zich uitstrekken tot ver buiten de grenzen van de Kasteelse (vanwaar toch dat
potsierlijke Kasteelsche?) Bossen. Zo valt op bladzijde 26 te lezen dat de
ingang van de Kasteelse Bossen in het centrum van Horst moet komen te liggen: ‘Een
focuspunt is het verbinden van de Kasteelsche Bossen met het centrum van Horst.
Door de ingang van de Kasteelsche Bossen in het centrum te
realiseren ontstaat er een nieuwe vorm van samenwerking met andere partijen
zoals het Centrum Management.’ Tja.
Verder gaat het op
bladzijde 26 vooral over de zogeheten ontkluizing van de Kabroeksebeek ter
hoogte van de Jacob Merlostraat. Gemeente en waterschap hebben plannen voor het
weer zichtbaar maken van de nu nog overkluisde beek. Die plannen gaan de opstellers
van het visiedocument niet ver genoeg. Zij denken aan het plaatsen van
groenelementen, het afbreken van het pand waarin momenteel Schoester Bert is
gehuisvest en wandelpaden langs de beek.
Kortom: ‘De look & feel zal worden aangepast waardoor er
een echt brug gevoel gecreëerd wordt.’ Zo’n zinnetje verzoent me dan weer
helemaal met het visiedocument. Een aangepaste look & feel voor het echt brug
gevoel (zullen we er ‘bruggevoel’ van maken?). Heerlijk!
Dat zinnetje deed me ook graven naar mijn bruggevoelens. De
brug met ongelijke leggers riep geen bijzonder warm bruggevoel bij me op. De
knuppelbruggen zonder leuning in het Schuitwater maakten zelfs
brugangstgevoelens bij me wakker. Nee, dan zijn de Griendtsveense ophaalbruggen
me toch heel wat liever.
Maar uiteindelijk geloof ik dat ik voor mijn ultieme
bruggevoel bij de Baileybrug in Well moet zijn (bron foto: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat
/ Afdeling Multimedia Rijkswaterstaat).
De voormalige Baileybrug moet ik zeggen, want de uit 1954
daterende brug werd in 1980 gesloopt. Wat een imposant en toch gracieus bouwwerk
dat zich hoog boven de Maas verhief! De brug telde slechts één rijstrook. Waardoor stoplichten op beide rivieroevers noodzakelijk waren.
Stoplichten die (op gezette tijden?) werden bediend door een brugwachter, die
zicht had op het naderende verkeer van beide kanten. Hij zetelde in een
minuscuul brugwachtershuisje midden op de brug. Bij afwezigheid van de
brugwachter liep je kans minutenlang te moeten wachten voor een rood stoplicht.
Maar de pijn van het wachten werd verzacht door de wetenschap van een mooie
beloning als het stoplicht eenmaal op groen was gesprongen: het geluid van
(vracht)auto’s die over de brug denderden. Buurtbewoners moeten er horendol van
zijn geworden, voor mij was het altijd weer een feest.
Hoe zit het
eigenlijk met uw bruggevoel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten