De worst van Horst die burgemeester Ryan Palmen een groep van 24 bewoners van
de crisisnoodopvanglocatie in de Kasteelse Bossen voorhield, bleek uiteindelijk
een dode mus, zo betoogde Marij Moorman dinsdag tijdens de
gemeenteraadsvergadering. Bovendien vroeg ze zich af wat de door de
burgemeester beloofde ‘warme overdracht’ van de asielzoekers aan de gemeente
Landgraaf eigenlijk inhield (klik hier voor haar hele betoog).
Normaliter verziet het protocol van de raadsvergadering er niet in dat de
burgemeester of wethouders reageren op iemand die gebruikmaakt van het
Burgerpodium, zoals Marij. Om ondoorgrondelijke redenen was het ditmaal anders.
Burgemeester Palmen was ergens aan het skiën, maar wethouder Roy Bouten (PvdA)
nam wel het woord. Zij het uitsluitend over de worst en niet over de warme
overdracht.
De worst die burgemeester Palmen 24 asielzoekers in december voorhield, was een
langer verblijf in Horst aan de Maas. Uiteindelijk bleek het niet om
asielzoekers maar om statushouders te gaan (een zeer wezenlijk verschil) en
niet om een aantal van 24, maar eerst van 23, toen van 15, toen van 7 en
uiteindelijk slechts van 5. Wethouder Bouten reduceerde het onjuist gebruik van
de termen ‘asielzoeker’ en ‘statushouder’ tot een spraakverwarring. Dat
uiteindelijk slechts vijf en niet zoals toegezegd 24 bewoners van de
crisisnoodopvang in Horst aan de Maas kunnen blijven, verweet hij het Centraal
Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Dat had volgens hem zijn zaakjes niet op
orde. Wel erkende de wethouder dat de gemeentelijke communicatie beter had
gekund. (Een geluid dat al jarenlang in bijna elk dossier altijd wel weer een
keer klinkt – misschien toch eens tijd om er aan te gaan werken.)
Desgevraagd (de familielijntjes zijn kort) reageert Marij (die tijdens de
raadsvergadering die gelegenheid niet had): ‘Het verwijt van Roy Bouten aan het
COA is terecht. Maar het was helemaal niet nodig geweest het COA vooronderzoek
te laten doen. Hoe kan het dat niemand wist dat sommige gezinnen referenten (een
gezinslid, een zoon of dochter of vader of moeder) in Nederland hadden? Hoe kan
het dat locatiemanagers en ambtenaren dit na zo’n lange tijd met mensen gewerkt
te hebben zelf niet in de gaten hadden? Er werd niet mét bewoners gesproken, er
werd alleen óver bewoners gesproken. Daar zit de kern van het probleem. De
bewoners waren geen mensen, maar nummers.’
En de gemeenteraad? Die deed er grotendeels het zwijgen toe. Met uitzondering van
Hilde Spreeuwenberg (Perspectief). Zij constateerde dat ‘de gemeente een groot
communicatieprobleem heeft’ en toonde zich ook verder uiterst kritisch over de
handelwijze van het gemeentebestuur. Dit wekte dan weer de woede van Bram
Hendrix (Essentie). Hij noemde het ‘kwalijk’ en ‘heel erg gemakkelijk’ dat
Spreeuwenberg ‘alle schuld bij het gemeentebestuur neerlegt’. Geen woord van
Hendrix over de valse hoop die het gemeentebestuur een aantal vluchtelingen
heeft gegeven. Zijn uitsmijter: ‘We gaan hier allemaal politiek van maken, ik
vind dat echt heel erg zonde.’ Zonde? Een gemeenteraadslid dat het zonde vindt
dat een gemeenteraad politiek bedrijft, moet zichzelf misschien toch eens afvragen
of hij wel op zijn plaats is in de gemeenteraad.
Betrokkenheid / intrinsieke motivatie zijn fundamenteel. Maar de vraag is ook of de bewoners llemaal volledige transparantie geven en alles vertellen.
BeantwoordenVerwijderenVanuit de AVG is het als ambtenaar niet of nauwelijks toegestaan gegevens te vragen / te bespreken. Laat staan wat betreft familieleden, herkomst, geslacht, e.d. Doe je dat wel dan ben je in overtreding.
BeantwoordenVerwijderen