Afgelopen weekend bijna twee dagen lang in een kraamkamer verbleven. Het was er
bijzonder aangenaam vertoeven. Hartelijk welkom geheten, door alles en iedereen
verwend, omgeven door warmte en vrolijkheid, slechts af en toe enig gekrijs.
U wist niet dat ik in blijde verwachting was? Kan ik me voorstellen. Met een
nakend (groot)vaderschap had mijn tweedaags verblijf in die kraamkamer dan ook helemaal
niets van doen. Wel met twee wandelingen. Op vrijdag in de Geijsterse Bossen en
de Boschhuizerbergen en de volgende dag van Wanssum via Maaspark Ooijen-Wanssum,
Broekhuizenvorst en Melderslo naar Horst. Op beide dagen in voortreffelijk gezelschap.
Maar vanwaar dan die kraamkamer? Omdat beide wandelingen zich grotendeels
afspeelden in bosgebieden. En die worden, blijkens op diverse plaatsen
aangetroffen welkomstborden, aangeduid als ‘Kraamkamer van de natuur’. Moeder
natuur die hier haar schatjes baart. Zoiets, vermoed ik.
Het was om je vingers bij af te likken, de majestueuze beuken in de Geijsterse
Bossen, de jeneverbessen in Boschhuizerbergen, de waterpartijen in Maaspark Ooijen-Wanssum,
de poelen in het Schuitwater, de zandverstuivingen op de Swolgender Heide.
Allemaal prachtig en uitnodigend. Het leek wel een sprookje. Uiteindelijk ís
het ook een sprookje. Want op de keper beschouwd is het toch een illusie. Te
mooi om waar te zijn. Je dénkt dat de natuur het hier voor het zeggen heeft,
maar als puntje bij paaltje komt is het de mens die de baas is. Dezelfde mens
die heeft beschikt dat bever en vogelkers hier zijn geïntroduceerd, gaat met
evenveel gemak over tot de verdelging van bever en vogelkers. Of het nu gaat om
bomen die zijn voorzien van oranje stippen of om van mos ontdane bospercelen of
om vernatting ter bestrijding van de droogte of om gemaaide paden of om hekken
en prikkeldraad die moeten verhinderen dat je je buiten die gebaande paden
begeeft: alles is door de mens bedacht en gecreëerd.
Over Maaspark Ooijen-Wanssum hoorde ik gisteren iemand zeggen, doelend op het
feit dat nog steeds geen beheerder voor het gebied is gevonden. ‘Het ligt er
allemaal nogal natuurlijk bij.’ Het was bedoeld als een verzuchting. Mij klonk
het als muziek in de oren.
Ik ben grootgebracht met de tegenstelling natuur – cultuur. Natuur: ongerept,
geen menselijk ingrijpen. Cultuur: aangeraakt door mensenhand. Mijn twee dagen
wandelen hebben me definitief met de neus op de feiten gedrukt. Die aloude
tegenstelling bestaat niet meer. Natuur in zijn oorspronkelijke betekenis
bestaat niet meer. Althans niet hier in Noord-Limburg. Kraamkamer van de
natuur? Speeltje van de mens zul je bedoelen.
(Dit stukje verscheen vandaag in iets andere vorm in Via Horst-Venray. Foto’s
2 en 3 zijn gemaakt door Agata Siwek.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten