Behalve over de toekomst van ’t Gasthoês (klik hier) beslist
de gemeenteraad morgen ook over de toekomst van de openbare bibliotheek. De
uitkomst staat al op voorhand vast: de bibliotheek dient naar ’t Gasthoês te
verhuizen. Daar krijgt ze drie- à vierhonderd vierkante meter tot haar
beschikking. Nog eens zo’n zelfde oppervlak moet ze delen met andere
gebruikers. Daarmee is de bibliotheek weer terug bij af: in het gebouw aan de
Groenewoudstraat waar de bibliotheek van 1964 tot 2008 zetelde, bedroeg het oppervlak
tot 1984 omstreeks vierhonderd vierkante meter. In De Librije beschikt de
bibliotheek sinds 2009 over 1250 vierkante meter.
Op geen enkele manier wordt in het raadsvoorstel de noodzaak
van die drastische ruimtebeperking duidelijk gemaakt. Ja, in een bijzin valt te
lezen dat het bibliotheekbezoek van (jong)volwassenen naar verwachting zal afnemen.
Rechtvaardigt dat een inkrimping van het aantal vierkante meters met minimaal een
derde? Sowieso is het nog maar de vraag of het bibliotheekbezoek daadwerkelijk
zal teruglopen. Oké, het aantal uitleningen zal misschien dalen. Maar het
bezoek? Als je ziet welke taken de bibliotheek er de komende jaren allemaal bij
krijgt (bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie, organiseren van
ontmoeting en debat, laten kennismaken met kunst en cultuur), zou de
bibliotheek het wel héél slecht doen als het bezoek niet minimaal gelijk
blijft. Welbeschouwd zou het eigenlijk veel logischer zijn, gezien de
uitbreiding van het takenpakket, het aantal vierkante meters op te schroeven in
plaats van in te krimpen. Hetzelfde geldt voor mankracht en financiële
middelen.
In het raadsvoorstel valt verder te lezen dat de bibliotheek
zich in ’t Gasthoês ‘kan ontwikkelen tot een knooppunt van kennis en informatie
waarin mensen kennis en ervaring opdoen’. ‘Kan
ontwikkelen.’ Een schoffering van de bibliotheek waar de honden geen brood
van lusten. Per definitie is een
bibliotheek een knooppunt van kennis en informatie. Zou de bedenker van zo’n
zin ooit wel eens een bibliotheek hebben bezocht?
En nog iets: was een van de argumenten voor de sluiting van
de bibliotheken in Grubbenvorst en Sevenum niet juist dat op die manier een
sterke centrale vestiging in Horst in stand kon worden gehouden? Inwoners van
Grubbenvorst en Sevenum worden nu in feite dubbel gestraft: ze zijn hun eigen
vestiging kwijt én in Horst treffen ze een uitgeklede bibliotheek aan.
Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, maar waarom zou ik?
Zoden aan de dijk zet het toch niet. Al decennialang heeft de Horster openbare
bibliotheek te lijden onder bestuurlijke en volksvertegenwoordigende incompetentie.
Het heeft er alle schijn van dat daar voorlopig geen verandering in komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten